Wat ieder A.F.C.-er behoort te u/eten Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt óe schakel in stanö „Publiek ik veracht U!" Het is mij onbekend in wiens brein deze woor den het eerst gedacht zijn, maar ik weet wel zeker dat er in het Feyenoord Stadion velen zijn ge weest die begrijpelijk genoeg hetzelfde hebben gedacht. Helemaal onverwacht kwam het natuurlijk niet, want wie goed heeft opgelet, zal indertijd op het zelfde veld bij Holland-Noorwegen hebben bemerkt, dat toen reeds schuchtere pogingen tot uitjouwen en fluiten werd on dernomen. En nu vraagt men zich af, hoe hetzelfde Nederlandse pu bliek dat zo gaarne met het aureool „sportief" werd getooid, zich nu in eens tenminste voor een aan merkelijk deel van een zéér on sportieve zijde deed kennen. Waren we dan alleen sportief als het ons goed ging? Voelde men zich voor zijn dure guldentjes bekocht? Ko men misschien die mensen alleen nog maar om sensatie en emotie, of om onze ploeg te zien winnen, on verschillig op welke wijze die zege geforceerd wordt Waren ze teleur gesteld, omdat hun bij 2-4 de kans ontnomen leek om weer te kunnen bluffen: „We hebben toch maar weer gewonnen," al zou dan hun bijdrage tot die zege alleen maar hebben be staan in het betalen van hun entree geld? Of voelden ze zich mogelijker wijze lelijk bij de neus genomen, om dat wat hun altijd als het summum van „modern" voetbal, van fris Hol lands spel met granieten rotsen en meer van dat fraais, werd voorge schoteld, toch maar een pover surro gaat bleek te wezen van het intelli gente spel, dat hun door een als 2de ïangs tegenpartij afgeschilderd plcegje werd gedemonstreed Men kan veilig aannemen dat het aantrekkelijke spel der Finnen (vooral in de periode dat de stand 2-4 werd en kort daarna) een grote indruk op de werkelijke voetbal liefhebbers heeft gemaakt. Men moet toen wel beseft hebben, dat dit op lichaamsbeheersing, baltechniek, plaatsen en lopen in de vrije ruimte berustende intelligente combinatie spel, steeds „on the carpet", toch eigenlijk dat ware, mooie voetbal is, waarnaar men zo verlangend uit ziet omdat er zo'n fascinerende in vloed van uitgaat. Maar hoe dit ook wezen moge, alleen een bende massa mensen kan deze ontgoocheling aan de spelers zelf verwijten, die toch heus hun best deden en het niet kunnen helpen, dat ze in een andere school werden opgevoed, om ze dan uit te fluiten en te jouwen met als toppunt ze enkele minuten later uit bundig toe te juichen, wanneer hun chauvinistische gevoelens door een doelpunt bevredigd worden! Eigen lijk zou je om deze „veredeling door de sport" moeten lachen, als het niet tevens zo'n beangstigend symptoon was. Laten we ons overigens troos ten met de gedachte, dat het altijd zo was en wel altijd zo zal blijven, dat de massa alleen het succes na loopt en het ene ogenblik verguist wat zij het vorige aanbeden heeft. In het verleden heb ik te dezer plaat se altijd beweerd, dat de mooie re sultaten na de oorlog voor een aan merkelijk deel aan het fenomenale spel onzer doelverdedigers te danken waren. Zij hielden, wat een normale doelverdediger bij de tegenpartij doorliet. Welnu, in deze wedstrijd kwam onze trouwe Piet niet boven het peil van een gewone keper uit en liet enkele ballen door, welke hij in zijn topvorm waarschijnlijk had gehouden. De weinige schoten van de Finnen waren immers niet te ver gelijken met de bombardementen welke de Belgen zo dikwijls op ons doel zonder succes loslieten. Waar mee ik maar zeggen wil dat het soort spel van ons nationale team in de laatste jaren meestal in kwa liteit bij dat van de tegenpartij ten achter bleef. Men wilde dit echter niet inzien. Nu werd het ineens dui delijk. Ik las ergens dat een der Finse lei ders ons spel „veel te hoog" noemde. Een waarheid als een koe! Iedere Zondag kunnen we dit echter con stateren, onverschillig naar welke klasse wij gaan kijken. Het nega tieve, verdedigende, afbrekende sy steem met zijn lijf-aan-lijf dekking heeft er m.i. automatisch toe ge voerd. En niet alleen hier. Immers ook in Engeland wil men de weg terug, naar „real soccer". Dezer dagen schreef nog John Macadam in de Daily Express dat de enige ma nier om Oostenrijk te slaan is: de bal over de grond spelen! De Oos tenrijkse school doet dat aitijd en hun 8-1 overwinning op onze toch heus niet zwakke Zuiderburen heeft blijk baar in leidende voetbalkringen on rust verwekt. Goed beschouwd is dat hoge spel een verdedigend wapen van de zwakke. Wat je met normaal combineren te gen een betere tegenstander niet kunt bereiken, dat gelukt misschien en dat is de gok die het verschil in kwaliteit nivelleert met zo'n verre hoge bal. En dan maar sjou wen, jongens! Werden onze 3e en 4e goal tegen de Finnen eigenlijk niet op deze manier gemaakt, al was de laatste dan ook een hoekschop Wanneer ik dan lees dat men zo'n kanjer uit het verre veld als „zuiver geplaatst" op het hoofd van onze midvoor beschijft, dan noem ik dit eenvoudig waanzin. Wel heeft die midvoor actief zijn plaats gezocht en door beter koppen dan zijn tegen partij zijn kans benut. U zult me echter toegeven, dat het meer oppor- tuniteitsvoetbal lijkt, dan als het resultaat van weloverwogen intelli gent teamwork. En nu ons eigen eerste elftal. Uit den treura moet ik herhalen, dat ook voor ons elftal het spelen over de grond het aangewezen middel tot verbetering is. Wij hebben nu een maal geen spelers die fel genoeg zijn om bij dat hoge harde spel aan het langste eind te trekken. Wij moeten het van de techniek hebben en mij dunkt dat moet kunnen en dat kan ook. Trouwens de 1ste helft van de wedstrijd tegen H.F.C. was heel goed! De voorhoede werkte voor treffelijk, niet het minst omdat Felt- mann zo'n uitstekende aanleg voor binnenspeler heeft. Goede binnen- spelers zijn nu eenmaal van wege de hoge eisen welke aan hen worden gesteld uitermate dun gezaaid. Niet alleen hier. In Engeland worden de hoogste transfers voor dezulken be taald! Waarom men tegen V.V.A. niet met diezelfde goede voorhoede begon is mij een raadsel. Wat werd dat een beschamende nederlaag, al werd dit door de tegengoal in het laatste deel nog enigermate ge camoufleerd. Toen het kort na de rust 6-1 werd leek een debacle op komst zoals wij in jaren niet had den beleefd, doch gelukkig bleef ons het ergste bespaard, (tussen haakjes, wat een prachtgoal was die 6e, zeldzaam mooi door Fellinga in volle ren ingeschoten.) Onpartijdige toeschouwers zeiden mij later: V.V.A. speelde met de wil om te winnen en die wil hebben we bij A.F.C. niet geconstateerd! Kijk, en als je dan aan onze plaats op de ranglijst denkt, dan voel je je beschaamd en verontrust. Waar moet dat heen? Hebben we dan geen •elf flinke jongens meer die voldoende capaciteiten en enthousiasme heb ben en bereid zijn iedere Zondag fit in het veld te komen? Want indien het waar is, dat het A.B.C. promo tiefeest tenminste wat enkele le elftallers betreft de aanleiding tot hun volkomen falen en daarmee tot deze droeve vertoning is geweest, dat is het toch wel erg droevig. Wat baat het, bij een gezellig samen zijn te zingen: „Wij allen dienen on ze club" als je niet beseft, dat het spelen voor het eerste efltal extra plichten op je legt? Dan zijn immers al die mooie woorden geen duit waard Het klinkt misschien niet vriende lijk, wat ik hier neerschrijf. Maar wanneer we niet terdege oppassen, staan we vandaag of morgen kei hard onderaan. En dat betekent de gradatie zonder meer. Geloof me, als het zover mocht komen, dan is Vervolg pag. 9 4

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1951 | | pagina 4