Mixed Pickles Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö Voorbeeld. Wij stellen Jan Daudey van „Hercules" ten voorbeeld aan iedere A.F.C.-er, omdat Daudey bewezen heeft tot welke prestaties iemand in staat is, die puur amateurisme paart aan warme clubliefde. Hercules zat er net zo voor als wij. U zult zich herinneren, dat op dezelfde dag, dat ons eerste cricketelftal naar Den Haag moest om te trachten Kampioen van Nederland te worden, ons eerste voetbalelftal de zware A.R.O.L.-strijd tegen Ajax tegemoet ging. Voor beide ploegen waren Disselkoen en Feldman onmisbaar. Aan gezien Den Haag en Amsterdam 60 kilometer uit elkaar liggen, moesten wij kiezen of delen. In onderling overleg kwam men tot de conclusie, dat een kampioenschap van Nederland altijd belangrijker is dan een tour- nooi en zo trokken Dick en Wim naar Den Haag. Nu zat Hercules die dag voor precies dezelfde „makke". Het eerste cricketelftal moést winnen om die dag afdelingskampioen te worden en het eerste voetbalelftal ging een zware tournooiwedstrijd tegen Elinkwijk tegemoet. Voor beide ploegen was Jan Daudey onmisbaar. Nu had Hercules, in tegenstelling tot ons, dit gelukje, dat beide wedstrijden „thuis" gespeeld werden en de cricket en voetbalvelden daar vlak bij elkaar liggen. „Ik zal proberen het te fixen", zei Jan Daudey. En ziet- hier, wat deze sportman op één dag presteerde. Hij ging „first man in" en sloeg 28 runs in snel tempo. Daarna als een haas naar het voetbalveld voor de wedstrijd Hercules-Elinkwijk. Uitslag 1-1. Penalties. Jan schiet drie keer raak; een juichend Hercules plaatst zich tegen U.V.V., in de late namiddag voor de demi-finale. Daudey op een holletje terug naar het cricketveld. De Hercules-inning is net afgelopen en de tegenpartij gaat aan bat. Daudey is wicketkeeper en mede door zijn spel wint Hercules en is kampioen van de cricket competitie. Daudey als de geoliede bliksem naar het voetbalterrein. Hij verkleedt zich voor de vierde keer en speelt, fris als een hoentje, de wedstrijd tegen U.V.V. Ook hier wint Hercules en komt in de finale. „Daarna," lezen wij in „de Herculaan", „is Daudey weer naar de cricketers gegaan om een borreltje te drin ken op hun kampioenschap." Een welverdiend borreltje, mogen wij zeggen'. Zenuwen. Onze supporters en leden zeggen wel eens, dat je bij A.F.C. ,,de zenuwen krijgt." Maar wat denkt U, dat de Zutphenaren doorstaan hebben? Moet U horen, wat Be Quick in Zutphen heeft uitgespookt. Op 1 Januari 1949 had Be Quick de leiding in de Oostelijke Eerste Klasse. Nog in datzelfde seizoen degra deerde zij naar de tweede klasse. Een jaar later Mei 1950 degradeerde zij naar de derde klasse. Weer een jaar later Voorjaar 1951 dus promoveerde Be Quick weer naar de tweede klasse en thans hebben onze blauw-witte vrienden de leiding in de Oostelijke Tweede Klasse. Over zenuwen gesproken! - Clubbladen. Het Bondsbestuur kan nu en dan bepaald vaderlijk voor de dag komen. „Tegelen" is nu overgegaan tot het uitgeven van een clubblad en heeft Karei Lotsy bereid gevonden, een artikel in het eerste nummer te schrij ven. Een echt paedagogisch artikel, waarin gewezen wordt op het gevaar, dat een clubblad kan veroorzaken, wanneer het de tegenpartij beschrijft als „vijand" etc. Nu lezen wij talrijke clubbladen en bij elkaar staat in die clubbladen niet zo veel barre taal als in enkele nummers van de „Sportkroniek", waarin de officiële mededelingen van de K.N.V.B. zijn opgenomen. Alvorens belerend en vermanend tegenover clubbladen op te treden, zou de K.N.V.B. beter doen eerst eens de kolommen van de „Sportkroniek" van onkruid te wieden. J.W. „...EN DE LIEFDE NIET HAD..." „En al ware het, dat ik bergen kon verzetten, en de liefde niet had, zo ware ik niets." Het mag misschien voor enkelen lij ken, dat het aanhalen van een bijbel woord in de A.F.C.-Schakel veel weg heeft van profaneren, toch waag ik het er op. Want nooit en nergens is in simpeler en dwingender woorden gezegd, wat al onze handelingen moet beheersen, wat, in grote en in kleine dingen, onze daden moet leiden, en het richtsnoer moet zijn in ons leven. Ook in ons clubleven; ook in A.F.C. Want wij mogen nog zo veel werk doen in onze club, wij mogen nog zo veel van onze krachten en onze tijd geven aan ons A.F.C., als het niet met liefde gebeurt, zo ware het niets. Een speler, die alleen zijn eigen eer zucht wil voldoen, die alleen zijn plaats in een hoger elftal verdedigt zonder zich af te vragen, waar hij voor A.F.C. het nuttigste werk kan doen, is niets. Een lid, dat alleen maar critiek weet te geven, zonder dat zijn liefde voor de club hem er toe brengt, neen, hem er toe'dwingt, zélf verantwoordelijkheden te aan vaarden en opbouwend werk te leve ren, is niets. Als niet de liefde voor ons goede A.F.C. ons hart doorgloeit en doorstraalt alle keren dat zij ons nodig heeft, alle keren dat wij iets voor haar kunnen doen, ja, alle ke ren dat alleen maar haar naam ge noemd wordt, is het niets. Het is niet genoeg, te wijzen op de lange tijd, die wij al als lid van A. F.C. hebben doorgebracht, op de diensten, die wij vroeger hebben be wezen, op de sfeer, die wij vroeger hielpen aanbrengen. Nu, nu, nu telt mee! Nu heeft A.F.C. ons nodig, nu moeten wij die oude clubliefde, die onder de as der vergetelheid slui merde, oprakelen, aanblazen en doen oplaaien als een stralend en verwar mend vuur! De liefde voor A.F.C. is niet afgun stig, de liefde handelt niet lichtvaar- diglijk, zij zoekt zichzelve niet, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad. Zij hoopt alle dingen, zij ver draagt alle dingen. Die liefde ver gaat nimmermeer. Welaan, laat ons dan, bezield door die liefde, en alléén door die liefde, zoe ken en vinden, wat voor A.F.C. het beste is. Niet voor ons zelf, maar voor onze ^lub. H.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1951 | | pagina 3