SCHAKEL
c
Uit de Kapiteinshui
A.F.CA
No. 4
Leiding geven is vooruitzien.
©it is de Schakeldie komt binden
'T)e oude club aan d' oude vrinden.
Redacteur: J. N. Holtzappel, Gerrit v.cl. Veenstraat 155, Amsterdam Z. Plaatsverv. Redacteur: W. G. Staats, Churchill-laan 25a
Administrateur: J. Mellegers, Eisingastraat 312, Amsterdam-O. - Maandblad van de Amsterdamsche Football Club
Postgiro 375600 Ned. Handel Mij, ten gunste van J. Mellegers Gem. Giro M 1883
Typografie: Drukkerij Job. Meijer Zoon, Kanaalstraat 132, Telefoon 80710, Amsterdam-W.
30e Jaargang
November 1951
Hoe is het moge
lijk, dat het lni-
ding-geven aan
een vereniging,
hetgeen je ais
hobby doet, je
dermate aanpakt,
dat het plezier er
van in feite ver
loren gaat. Deze
paradox is gemakkelijk na te gaan.
Er wordt van bestuursleden over het
algemeen verwacht, dat zij voor alles
zorgen, terwijl de leden zo goed als
geen plicht hebben. Men vraagt zich
niet af, hoeveel tijd en tact het kost
om aan de club en het clubleven,
dat uit zo vele heterogene delen be
staat, kleur en vorm te geven.
Een bestuur moet vooruit zien, met
als gevolg, dat het binnen de reg
lementaire grenzen soms handelend
moet optreden. En als dit geschiedt,
zo is dit enkelen weer niet aange
naam, waardoor botsingen ontstaan.
Zo komt dan de tegenstelling, dat,
hoewel je het uitsluitend uit lief
hebberij doet, desondanks spanningen
ontstaan, die je niet wenst en niet
wilt, en dat je, met de beste be
doelingen bezield, op de koop toe
nog ongenoegen krijgt. Het is nood
zakelijk om ook de keerzijde van de
medaille te bezien, want wat voor
het genoegen begonnen was, mag
niet uitlopen op een niet te torsen
last.
Onze sportieve genoegens zouden wij
nog meer kunnen uitleven, als de
leden, aangeschreven voor het spelen
van een wedstrijd (de goeden niet
te na gesproken), maar niet voor
elk wissewasje en soms nog wol op
het laatste moment afschrijven.
Zien de bedoelde spelers nu zelf niet
in, dat zij het recht niet hebben de
vreugde en het genot van anderen
op het allerlaatste ogenblik te ver
storen! Het is ons ernst om aan deze
onsportieve handelingen een eind te
maken. De klachten, dat de spelers
vaak op verschillende plaatsen in een
elftal moeten spelen, liggen hieraan
ten grondslag. De prestaties van de
elftallen lijden er ongetwijfeld onder.
Is hot niet logisch, dat die afschrij
vers eerst dèn weer aangeschreven
zullen worden, als zij zich bij de elf
tal-commissie nader verklaard heb
ben!
Onze elftallen baren ons bovendien
al genoeg zorg. Wij behoeven daar
bij- niet op de rode lantaarn te
doelen, maar het dient toch gezegd te
worden, dat besturen nog altijd voor
uitzien is. Wij moeten die span
ningen kwijt, om onze -elftallen voor
de toekomst goed te kunnen op
bouwen.
Vooral de achterhoede van ons
„eerste" is het zorgenkind. Hier zal
nog heel wat geschaafd en geplooid
moeten worden, voordat wij kunnen
zeggen: „Nu zijn wij er." Er zijn nu
verschillende spelers beoordeeld.
Ook Gerrie Stallmann heeft zijn
plaats geruimd en het moet als een
voorbeeld gesteld worden, dat hij er
wel prijs op stelde om in het „twee
de" te spelen. Het „eerste" heeft nu
7 punten na 9 wedstrijden.
Ons „tweede" heeft na de opneming
van Joop v. d. Voort c.s. het goede
pad ingeslagen. Merkwaardig, dat
een prima aanvoerder voor een elf
tal zo veel betekent. Het „tweede"
had na 4 wedstrijden 0 punten en nu
na 8 wedstrijden 6 punten. Zo door
gaande zijn wij er.
Het „derde" heeft door het verlies
van Joop en anderen in kracht in
geboet. Ook deze spelers moeten ter
dege op hun plaats letten.
Het „vierde" bevindt zich in de mid
denmoot en kan zich zeker redden.
Al met al nog geen grote resultaten.
Maar wij zetten door, „de tanden
op elkander." Er was ook nog een
mosterdmannetje. Op 30 October j.l.
mocht Jo Wijnands zijn 50ste ver
jaardag vieren en Abraham zien.
Enkelen van ons hebben mee gefeest.
Jo en Lidy, nog veel gelukkige jaren,
en (met de kinderen) van harte pro
ficiat! Dat A.F.C. nog lang van je
critische- kijk mag genieten!
G. H. HAUBER.