QKEpEN Voetballen is moeilijk uit het A.F.C.-gedoetje BequnstiQinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö Oh, 't is zo moeilijk. Het Moeilijke begint al bij het wed- strijd-klaar-maken van je spullen. Iets vreselijks, dat minitieus gepeu ter met een mesje aan de zool van je kicks met het akelige gevolg, dat de omgeving van dit wekelijks ge- klieder eruit ziet als een juist ge rooid aardappelveld in de Wieringer- meer. Mama staart stil naar de klef fe kleiklonten, die zich structuurloos opgehoopt hebben, vóór, naast en achter je. Temidden van zoveel klei- relief voel je je als de beginneling bergenbeklimmer in de Apenijnen. Is de rotzooi eindelijk opgeruimd, dan moet de koffer gepakt worden. Als een jeugdversje dreun je de attribu ten op en binnen een uur heb je al les bij elkaar. Ik bedoel, de koffer is dan wel vol. In de kleedkamer ga je het zo nauwkeurig ineengepast bouwwerk van shirt, sokken, schoe nen, zeep en al wat dies meer zij, met forse hand weer slopen; des slopers hand is nu eenmaal rad. Maar ver heug je niet nodeloos, waarde voet baller, want natuurlijk heb je wat vergeten. Niet zo belangrijk overi gens: een broekje of een kous. Edoch, je komt in het veld, met broekje dikwijls, en met twee sok ken. Voor de wedstrijd wordt er altijd een balletje getrapt, en tijdens de strijd een tegenstander. Voelt U nu, hoe subtiel de uitdrukking „balletje trap pen" eigenlijk wel is En terwijl je aanvoerder met de scheidsrechter d.m.v. een gespeekselde wijsvinger de windrichting tracht te bepalen en met guldens smijt, sta je gespannen te wachten op een bal in je richting. Ineens heb je 'm, omdat een leren bal niet dóór je schedel heen kan, on danks de enorme energie, die een me despeler in zijn schot legt. Dus dan ga je een schot lossen op je doel. Later op de middag kom je er toch niet meer toe. En uitgerekend dat ene schot van de hele week wordt het prototype van een mislukkeling, dus richtings- en snelheidsloos. Want het is Moeilijk, het voetballen. Het dan volgende, het midden-uit-ne- men, vind ik één der meest gecom pliceerde bezigheden van de 20e eeuw. Je mag de bal alleen maar in een hoek van 180° mikken, maar daar staan alle elf tegenstanders, met bijtende blikken. In de andere hoek van 180° staan je eigen men sen, veel milder; en die hoek is ver boden voor een nette bal. Daar moet toch iets op gevonden worden. Dan de wedstrijd zelve, een conglo meraat van onoplosbare problemen. Om maar eens het eerste voorbeeld te noemen; de tegenstander met de bal. Een van de sensaties van voet bal is de vretende vraag: hoe ont neem ik m'n tegenstander de bal? Daar gaat dan die vent; lachend en lonkend rolt de bal voor zijn voeten in het malse gras. Hij knipoogt gui tig. Je wil er wel ruig op af vliegen, maar je wedstrijdroutine fluistert je nog bijtijds in: „Niet happen." Want geachte A.F.C.-ers, de wereld is ach terdochtig geworden sinds de eerste broedermoord. Dus je laat de bal maar lachend en lonkend rollen voor zijn voeten in het malse gras. Je laat 'm maar guitig knipogen. Plotseling is de man bij je; snel mobiliseer je je centrale zenuwstelsel en je geeft jezelf het fiere bevel: „Nu." Op dit ogenblik stort je je met ziel en li chaam in de buikholte van de tegen speler. Je sluit moedig de ogen. Je tast naarstig je omgeving af, en als je uitgetast bent, gaan je oogleden weer open. De beelden, die vervol gens op je netvlies flitsen, zijn over wegend groen. Doch het geheel is nog onbestemd, en na ingespannen turen zie je gras, datzelfde malse gras van daareven. Zonder bal. Zon der tegenstander. Die zijn inmiddels achter je. Analyseren we bovenstaande, dan ko men we tot drie punten: a. voornemen: „Ik ga de bal af nemen"; b. handeling: „Ik neem nu de bal af"; c. conclusie: „Ik heb de bal niet afgenomen". Deze drie dingen als functie van tijd, uiteraard. Ook na de wedstrijd zijn er proble men voor voetballers. Hier is er één: „Bij welke temperatuur houd ik het 't langste uit onder de douche?" en in nauwe betrekking hiermee: „Waarom geeft dat pokken ding juist vandaag geen warm water, on danks mijn f 30.contributie?" Tenslotte die ene vraag, nog ver in de namiddag: „Hoe krijg ik het ooit in 's hemelsnaam voor elkaar om voor zessen uit het clubhuis te ko men?" Ergo, mopperende supporters-op-de- lekker - droge - overdekte - met - ÜW cromby, wees mild in Uw oordeel over Uw spelers. U ziet, de psyche van een voetballer moet diep zijn. Donders diep. 't Kan ook niet anders het voetballen is Moeilijk, ik zei het reeds. JAJA Je hebt toch rare vogels op deze we reld hoor. Kijk eens wanneer we naar een wedstrijd gaan dan kopen we óf een belastingkaartje, als we lid zijn, of we lappen helemaal. Niet alzo die meneer, die AFCAlc- maria wilde zien. Komt bij de loketten en daar ontwikkelt zich het volgende gesprek „Dag Meneer." „Ik wil een vrijkaartje, meneer." „Pardon?" „Ik wil een vrijkaartje." „Neemt U me niet kwalijk, maar waarom, meneer?" „Omdat ik een vrijkaartje wil." „Maar dat gaat niet, meneer." „Goed, best, ga ik naar Ajax. Dag me neer." „Dag, meneer." Na de wedstrijd tegen Alcmaria ble ven weer de bekende gezichten plak ken. Uit een van die gezichten kwam plotseling een hele vreemde opmer king. Ik wil wedden, dat U haar niet direct snapt, maar aangezien er een man en vrouw of veertien om lachten zeg ik 't effe: „Als je weer een vlie gende schotel ziet dan is het de bril van de scheidsrechter." Bij een van de wedstrijden van het tweede raakte een onzer spelers in een gespierd debat met de scheids rechter. Zei iemand op de tribune: „Weet je wat hij nou tegen die scheidsrechter zegt? Dat ie eigenlijk in 't eerste moest spelen." In een zeker staminetje in het hartje van Mokum, dat vanwege zijn AFC- Directie door diverse AFC-ers wordt bezocht en waar het aloude kwartet spel nog met hartstocht wordt beoe fend, was onlangs een drietal rood- baatjes plus een provinciaal bezig met een verbeten partij op het groene la kentje. In verband met het vochtige weer was de stemming min of meer daverend, zodat zelfs het speelveld tekenen van vochtigheid begon te vertonen. Het spelpeil begon dienten gevolge een dalende koers in te slaan en vooral de provinciaal (nog wel een oud-eersteklasser raakte min of meer uit zijn bekende spel. Toen hij er weer eens naast greep, meende hij hierover zijn excuses tegenover zijn maat te moeten maken. Och, zei Sijmen toen, trek het je toch niet zo aan, ik weet van vroeger nog dat jij op een nat veld niet goed kunt spelen. 11

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1950 | | pagina 11