GKEpEN Professionalisme - Amateurisme uit het A.F.C.-gedoetje 3 "H REALITEITSZIN, EERSTE VEREISTE IN VOETBALWERELD Dankbetuiging 'Ml 1 „Wijnandsjorsie" - gelijk Uw club bladredacteur blijkbaar wordt ge noemd ter onderscheiding van opa J. H. W. - is in de vorige A.F.C.- Schakel met het heerlijke, doch blinde enthousiasme der jeugd op het (stok)paardje van het amateurisme gesprongen en met gevelde speer chargeert hij tegen de argumenten, die ik in een beschouwing in het weekblad „Sportief" te berde heb ge bracht ten aanzien van de denkbeel den van de heren van der Scheer en Meeus. En omdat hij zo heerlijk en vurig galoppeert en de wind van het idealisme om zijn jonge welgeschapen slapen voelt spelen, is het begrijpelijk, dat hij de ogen een tikje luikt en de argumenten, waartegen zijn charge zich richt, niet helemaal duidelijk on derscheidt. Mag ik daarom even hel pen de teugels wat aan te halen en pogen de galop in verkorte draf te doen overgaan? Kijk eens, wanneer ik, nadat twee vooraanstaande figuren in de sport wereld een denkbeeld ter overweging, ter bespreking hebben aangeboden, zeg, dat er dus vooraanstaande figu ren zijn, die streven naar een oplos sing, die het ideaal van het amateur isme spaart, het bevrijdt van het odium der schijnheiligheid, dat er thans op rust en niettemin niet de nadelen heeft, die aan het professio nalisme kleven of vermoed worden te kleven, dan staat daar nog niet, dat deze denkbeelden voldoen aan de voorwaarden, die ik noemde, maar dan staat daar alleen meer, dat uit die suggesties blijkt, dat men over het probleem nadenkt en als gevolg daar van met suggesties komt, die mis schien een basis voor de gewenste oplossing kunnen vormen. Dat is iets anders dan twee situaties, die tegen gestelde polen zijn, tot één situatie samenvoegen. Maar goed: mijnentwege mag men vinden, dat het fonds-v. d. Scheer of het fonds-Meeus (zelfs met uitbeta ling n& het einde van een actieve sportloopbaan) niet verenigbaar zijn met het puurste, onbevlekte, meest ideële amateurisme. Dat amateurisme namelijk, dat de sport uitsluitend voor genoegen beoefend wil zien (hetgeen eerzucht en topprestaties niet uit sluit!) en de kosten van die sportbe oefening geheel gedragen wil zien door de beoefenaren (gelijk dat b.v. bij roeien, zeilen, hockey, cricket en zo het geval is). Zónder verkapt-sub sidie-langs een-omweg (de omweg der recettes) dus. Want wat George Wij nand wél als amateuristisch geoor loofd acht, dat is, dat de eerste elf talspelers dank zij de door hun wed strijden bijeengebrachte recettes de sportbeoefening van de lagere elftal spelers mogelijk maken, die, zonder die recettes, een hogere contributie zouden moeten betalen en dus in we zen een subsidie krijgen. Maar ama teuristisch ongeoorloofd zou het zijn, indien die eerste elftalspelers zelve ter tegemoetkoming in de opofferin gen (vaak ook financiële), die zij zich getroosten voor hun club, des gewenst een (uitgesteld) subsidie ont vangen. George Wijnand's ros springt wel iets te vlot over de hindernissen van het probleem heen... Alweer: dat geschiedt uit enthousi asme voor een mooi ideaal. Het raakt echter geenszins de kern van het pro bleem. We behoeven er immers met elkaar niet over te discussiëren (en zeker niet in de A.F.C.-Schakel) dat het zo zuiver mogelijke amateurisme een mooi ideaal is, we behoeven de ideële voordelen niet te bepleiten. Die worden erkend, ook door hen, die des ondanks een andere weg menen te moeten zoeken. De kern van het pro bleem is deze: het is een onloochen baar feit, dat de werkelijk amateuris tische gedachte niet meer leeft bij vele spelers van de (uiteraard beperk te) topklasse, dat redresseert men niet met de meest rigoureuze bepalin gen en de meest rigoureuze jacht op knoeierijen, men kan dat alleen re dresseren door de structuur van onze voetballerij grondig te wijzigen, dat echter lijkt om allerlei redenen on mogelijk, en dus staan we voor de keuze - hetzij een in naam zuiver amateurisme handhaven, waarvan we wéten, dat het niet zuiver is en dus schijnheilig, hetzij een vorm vinden, waarbij we iets van de zuiverheid van dat amateurisme prijsgeven (noem dit voor mijn part één-zestiende profes sionalisme) maar de schijnheiligheid uitroeien. De beslissende factor bij de keuze is niet, of men voor of tegen amateurisme is, maar of men schijn heiligheid en knoeierij een erger mo reel kwaad vindt dan een sportbe oefening, die niet uitsluitend op ide- ele motieven is gebaseerd. En de consequentie is dus niet: een amateur-afdeling en een prof-afde ling.. Maar de consequentie is: de noodzaak een antwoord te geven op een klemmende vraag. Deze: blijven we voortgaan pure, zuivere amateurs te laten spelen met en tegen ama teurs, waarvan we weten maar niet bewijzen kunnen, dat him amateur- status niet gelijk is aan die van de werkelijk puren, of gaan we de kin deren bij de naam noemen, die hen toekomt AAD VAN LEEUWEN Mede namens mijn vrouw, dank ik van deze plaats, alle A.F.C.-ers, man nelijk en vrouwelijk, voor de buiten gewoon hartelijke belangstelling on dervonden bij de geboorte van onze zoon Tim. Speciaal in de eerste moeilijke weken na de bevalling, was ons deze belang stelling een grote steun. Niemand zal het mij kwalijk nemen, als ik speciaal de oud-aanvoerder van Junioren III, Herman v. d. Velden Erdbrink, bedank voor de hartelijke brief, die hij ons namens alle spelers heeft gezonden. H. TIMMERMAN Jr. Nederlaag I Toen de jobstijding uit Utrecht zijn vernietigend werk op de gezichten aan de Ronde Tafel had verricht, haalde Siem de Waal zuchtend een paperas te voorschijn, waarop hij met beverige vingers ons schrijnend défi cit in cijfers uitdrukte. „Hoe staan we, Siem?" klonk het sip uit de mond van de heer de Waal Sr. „Ach," antwoordde Siem met een toegeknepen stem, „je kunt beter vragen, hoe liggen we." Nederlaag II Enige flitsen uit een verward ge sprek. „Na deze oplater hebben we de aan sluiting met de kopgroep wel verlo ren." „Hm, als we de aansluiting met num- mero 9 maar niet missen." „Tja, de enige gemiste aansluiting, waarna je toch kunt vertrekken." Antwoord Toen Paul Meyer in de wedstrijd te gen Z.F.C. wegens een blessure moest uitvallen riep Gerrie naar de beroem de „bank": „Wie komt er voor Paul?" Stem uit de tribune: „Ina." Als we Na de wedstrijd tegen Z.F.C. op het clubhuis. Een geroezemoes van stem men. ,Als wenog 4 punten, als weals we nouElinkwijk is geen wonderteamals weals weenz." Als we eens een wedstrijd verliezen. „Wat begin je met tribunes, derde klasse is zwaar, vette velden, Pie- terse is waardeloos, algemene verga dering, nieuw bestuur, nieuwe E.C. Heerlijk toch die gelijkmatigheid van het A.F.C.-gemoed. Bequnstiqinq v<tn onze Aöv6RUeeRöe.RS, houCvt öe schakel in stAnó

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1950 | | pagina 11