Mixed Pickles Bequnstiqinq van onze aóventeeRÓens, houöt öe schakel in stanö :mrm- I—WH—Hff' ■«■lilI—111II i llUMiil III Wij worden ouder. Je merkt dat eigenlijk niet zo, dat je ouder wordt, omdat je samen ouder wordt. Maar er zijn van die be richten of telefoontjes, die je ineens eigenlijk schoksgewijze doen beseffen, dat je toch bezig bent, ouder te worden. Dick Bessem werd 50 jaar en heeft dus, zoals dat heet, „Abraham gezien." Een jaar of vijftien geleden placht de oudere generatie 50 jaar te worden en daar ging je dan netjes feliciteren. Hoven, Moorman, Meerum Ter- wogten nu is een van je eigen tijdgenoten 50 geworden en je kan Dick niet „oud" vinden. Om de donder niet. Want je bent het zelf bijna En dan is Joop Gilkens 25 jaar bij de A.V.R.O. Nou, van harte Joop en je realiseert je niet, dat de meer derheid van de leden, waarvan A.F.C. het moet hebben, niet eens 25 jaar in leeftijd is. Dan hoor je, dat Arnold Eysvogel en Jo Nestelroy uit het bestuur getreden zijn, nadat ze daarin een jaar of vijftien hun beste krachten voor A.F.C. gegeven hebben En als je dan nog hoort, dat de telefoniste van „De Telegraaf", toen er naar Wijnand gevraagd werd, met charmant zangerig stemgeluid zei: „Senior of junior, meneer?" en een collega zei: „Nee, ik moet niet de jonge Wijnand hebben maar de ouwe" -dan besef je zo langzamerhand, dat we in de tweede helft van onze wed strijd spelen, die wonderlijke wedstrijd met en soms tegen het leven. Wij worden ouder. Wij, die dan toch maar menen, die club van ons geleid te hebben. Ergens prijkt een ere diploma tegen de wand, ergens hangt een bord van Delfts blauw of tikt een horloge of ligt een boek met opdracht. Te weinig beseffen wij, dat wij een tikje uitgeschakeld werden. Dat wij tot die ouderen behoren, waarvan men zegt: „Toch leuk, dat ze op clubavond komen; toch wel aardig, dat ze zich druk maken over professionalisme, over de opstelling van het eerste..." De dageraad duurt. Een club als A.F.C. blijft zich verjongen. Gelukkig, dat dit het geval is. Gelukkig, dat wij, ouderen zeggen: „Wie is dat?" Bewijs, dat er altijd weer jongeren zijn die onze gelederen aanvullen en ver sterken. Voor ons ouderen de vreugde, A.F.C. zich steeds te zien verjongen en de illusie te hebben, toch nog iets voor die onvergetelijke en onsterfelijke club van ons te mogen blijven betekenen. Te weten, dat de jeugd zal zeg gen: „Weten ze véél", te hopen, dat de jeugd zal vragen: „Hoe zoudt U dat aangepakt hebben, wat denkt U er van?" Politiestaat. Men vraagt zich af, of de K.N.V.B. bezig is, een soort politiestaat te worden. Eens was er een tijd, dat de Bond er was voor de clubs, dat de clubs het logisch achtten, een Bond te stichten, die zou zorgenvoor een goede en regelmatige afwerking van de competities, die de clubs wilden organiseren. De situatie is wél veranderd. Zo min de Staat er is voor de burgers, waar de burgers er blijkbaar zijn voor de Staat, is de Voetbalbond er niet meer voor de voetballers, maar zijn de voetballers er blijkbaar voor de Bond. De ambtenarij viert hoogtij. Een speler, die zich misdraagt, wordt voor een paar wedstrijden geschorst, maar een „familie-elftal", dat ergens in de Peel tot grote vreugde van de dorpelingen een wedstrijd speelt, krijgt evenveel maanden schorsing als «en voetbal-proleet weken. Een stel vacantiegangers, dat elkaar in Zandvoort treft (spelers van Ajax, Blauw-Wit en A.F.C.) en tegen een stel andere badgasten gaan voetballen recette voor de liefdadigheid, scheidsrechter de pur-sang ama teur Kareis ziet zich met schorsing bedreigd, omdat „geen goedkeuring voor die wedstrijd bij de K.N.V.B." was aangevraagd. Een afgevaardigde in de afdelingsvergadering van Afdeling H, die een frappant staaltje vertelt van over treding der amateurbepalingen, wordt door voorzitter Burgwal hevig doende om naast zijn elf of daar omtrent functies in de K.N.V.B. het hoogste te bereiken, wat hij wil: opvolger van Karei Lotsy te worden „op de bon geslingerd." Het gaat niet goed in de K.N.V.B. Het gaat niet goed, omdat men de ambtenarij in de Bond hoogtij doet vie ren. Wanneer de Staat zich belangrijker acht dan de burgers, kan het de Staat niet goed gaan. Wanneer de K.N.V.B. zich als Bond belangrijker acht dan de leden, dan kan het de K.N.V.B. niet goed gaan. Pas op, oudjes! Wij hadden het zo juist over ons, ouderen. De vergelijking is bijna onbeleefd en niet als zodanig bedoeld! het gaat de oudere clubs in de K.N.V.B. bepaaldelijk slecht, een enkele uitzondering (bravo, H.F.C.) buiten beschouwing gelaten. In dit jaar degradeerde „Victoria" (Hilversum) naar de plaatselijke bond. (Dit heet tegenwoordig: „afdeling" maar de degradatie naar de vroegere U.P.V.B. is er voor „Victoria" niet minder beroerd om). „Bloemendaal" en „Concordia" het roemruchte Concordia van Jan Thomee! komen dit seizoen in de vierde klasse uit. „V.Ó.C." en „U.D." staan onderaan in de derde klasse. Het is niet prettig, om dit te constateren, want hieruit blijkt, dat de clubs die hun leden willen recruteren uit de kringen, die het voetbal in Nederland groot maakten, het over het algemeen zéér moeilijk hebben. Er zijn naar ons gevoel, aan beide zijden fouten gemaakt. De K.N.V.B. heeft de fout gemaakt, alleen te letten op uitbreiding van het aantal voetballers. Dat voetbal „het" spel werd voor de volksjongen, juichen wij van harte toe. Maar dat de K.N.V.B. niets gedaan heeft, om anderen voor het voetbalspel te behouden, kan hem stellig verweten worden. Maar ook aan onze kant zijn fouten gemaakt. Over het algemeen vergeten de zogenaamde „oudere clubs" dat voetbal een der mooiste en mannelijkste sporten is, die in Nederland beoefend worden. Zij zijn te „week". Een enkel voorbeeld: Het nu 75-jarige U.D. is het prototype van een oude, echte amateurclub, een vereniging met historie en traditie. In het befaamde „U.D.-Kanon" met onvolprezen ijver door collega Lugard geleid neemt voetbal nog slechts één of twee pagina's in. De rest van het blad wordt gevuld met familie-berichten en algemene lectuur. Het is heel mooi, „de band, die bindt." Maar dit bruisende leven, ook het voetbal-leven, kan alleen gevoed worden door prestaties. Om die prestaties te bereiken, is er meer nodig dan ansichten naar clubhuizen te stu ren of naar reunistendiners te gaan. Daarvoor is nodig: Volledige opofferingsgezindheid van alle leden, n'im- porte of zij speler zijn of bestuurslid, zitting hebben in een commissie of in een werkcomité. A.F.C., strijdt voor de best mogelijke prestatie! V" J.W.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1950 | | pagina 7