Wat ieder A.F.C-er behoort te weten BeQunstiQinq van onze aövecteeRÓeRS, houöt öe schakel in stanö 5 Tevreden, maai' niet voldaan! I)at was ongetwijfeld de stemming bij de A.F.C.-aanhang bij het verlaten van liet veld van Watergraafsmeer. De eerste overwinning in het nieuwe sei zoen was een feit. Men was al blij dat de eerste puntjes binnen waren, maar de grootste chauvinist zal zich heb ben gerealiseerd, dat we dat ene be slissende goaltje aan een misver stand van die overigens uitstekende W'meer goalie te danken hadden. Na tuurlijk was die zege niet onverdiend. Daar niet van. Onze jongens toonden zich technisch superieur, ze waren meestal in de meerderheid, al leek deze meerderheid ook groter doordat W'meer kennelijk het accent meer op de verdediging legde. In de buurt van het strafschopgebied gekomen was het echten mis met onze voor hoede. Alleen schutter Disselkoen toonde met enkele ouderwetse scho ten, dat hij het nog niet verleerd is, maar ze kwamen van vrij grote af stand en de reeds gememoreerde goe de keeper van W'meer wist deze ko gels op vakkundige en zekere wijze te keren. Schaarse oogst. We staan dus voor het feit, dat ons overigens lang niet slechte elftal in 3 competitiewedstrijden uit eigen kracht maar 2 doelpunten heeft we ten te scoren. Een waarlijk pover re sultaat voor spelers die zeker tot meer in staat zijn. Verleden jaar had den we feitelijk precies hetzelfde ver schijnsel. Meestal in het veld sterker, vrij behoorlijk, zij het ook weinig temperamentvol voetbal, een verdedi ging sterk genoeg voor de 2de klas, doch die voorhoede zet de kroon niet op het werk. Géén critiek. Waar zit dat toch in? Wanneer ik een poging waag om de oorzaak van dit falen bloot te leggen, dan wil ik uitdrukkelijk vastleggen, dat hierme de allerminst critiek op spelers of commissies is bedoeld. Integendeel. Maar de toestand is toch zo, dat het voor iedereen duidelijk moet wezen, dat we met een oogst van 2 punten en dat nog wel dank zij een ge lukje uit 3 wedstrijden weer drei gend gevaar zien opdoemen. Daarom lijkt het mij verantwoord dit probleem eens in de Schakel aan de orde te stellen, te meer omdat er enkele kwesties bij ter sprake komen, welke ook voor de lagere elftallen van be lang kunnen zijn. Het systeem. Naar mijn smaak ligt de voornaam ste oorzaak van ons falen in het feit, dat onze binnenspelers geen binnen- spelers zijn. Nu behoeven we geen be schouwingen over magische vierkan ten etc. te gaan houden, doch ieder een snapt wel dat binnenspelers en vleugelhalves aan bepaalde eisen moe ten voldoen, al was het alleen maar omdat de bal zich gedurende een wed strijd het meest op dat deel van het speelveld bevindt, hetwelk door die 4 spelers wordt bestreken. Nu is Dick Disselkoen m.i. een uitgesproken mid denvoor, zelfs een bijzonder goede als hij wil, en Geluk is nu eenmaal een uitgesproken buitenspeler en al doen beiden op de binnenplaatsen nog zo hun best, ondanks al hun ijver vol doen zij niet aan de eisen welke aan een binnenspeler worden gesteld. Ik herhaal uitdrukkelijk: dit is geen cri tiek. De elftalcommissie voelt dit blijkbaar ook wel, want anders is het ook tegen Watergraafsmeer toege paste systeem van vooruit geschoven binnenspelers volmaakt onverklaar baar. Kennelijk wil men schutter Dick buiten de stopperspil-bewaking bren gen. Voor mij staat het als een paal boven water, dat dit systeem alleen desil lusies MOET brengen. Wat zien we b.v. de buitenspelers doen? Zij trek ken zich ver terug om tenminste enig contact met de winghalves op te ne men. Bij normale opstelling worden ze door de backs van de tegenpartij in de gaten gehouden. Dacht U nu dat deze backs zo ver mee naar voren trekken als die vleugels naar achte ren gaan? Natuurlijk niet; het is ook niet nodig, want voorlopig is zo'n bui tenspeler op zijn eigen helft vrij on gevaarlijk. Wat is het gevolg? Dat onze vooruitgeschoven binnenspelers in werkelijkheid niet door twee, maar door vier tegenstanders worden ge dekt en zodoende voor een hopeloze taak komen te staan. Men heeft het tegen W'meer kunnen constateren. En die teruggetrokken „zwervende" middenvoor? Nu, het moet al een kei van een speler zijn om de goede oplossing voor zo'n zwa re taak te vinden. Er zijn natuurlijk nog tal van variaties op dit thema denkbaar, doch ik geloof dat het bo venstaande voldoende is. Het spijt mij altijd, dat Disselkoen zijn aversie tegen de bewaking door een stopperspil niet kan overwinnen. Ik was er verleden jaar al van over tuigd Dick zal zich ons gesprek in het Minervapaviljoen herinneren - dat indien hij toen de middenvoor plaats had willen bezetten, wij toen nog een prachtkans hadden om kam pioen te worden. Een speler van zijn kaliber heeft maar enkele kansen in een wedstrijd nodig om evenzovele doelpunten te maken. Met binnenspe lers die de kunst verstaan de bal in de open ruimte naast of achter de stopper te plaatsen, komen er kansen genoeg om de bewaking te ontlopen. Beweeglijkheid en anticiperen op de pass in de open ruimte is het enige vereiste. Wanneer trouwens de bal over de vleugels wordt gespeeld, het spel dus voldoende open wordt gehou den, heeft de midvoor ten slotte slechts één tegenstander te passeren. En Dick is nog altijd goed genoeg om één mannetje, zelfs een goed manne tje, in de luren te leggen. Ik meen hiermede de kernfout te heb ben aangetoond, waaraan we sinds lang laboreren. Ons materiaal is heus niet slecht, zelfs beter dan van de meeste onzer tegenstanders. Neem b.v. eens G. ter Horst, die Zondag op zijn oude plaats weer een voortreffe lijk partijtje speelde. Ook zijn jeug dige partner op de linkerkant begrijpt het spel, al trof het mij dat hij tégen het einde kennelijk uitgespeeld raak te. Dat mag bij zo'n jonge knaap toch niet voorkomen. Maar misschien wordt de taak der vleugelhalves zon der normale aansluiting op de binnen spelers wel nodeloos verzwaard? Het is maar een vraag. Zo'n ter Horst en Feldman hebben de juiste feeling om een bal in de open ruimte te spelen. Wordt die dan een prooi van de tegenstander, dan is dat meestal niet HUN fout, doch van hun medespelers die afwachten, inplaats van al naar die open plaats op weg te zijn. Tactiek. Dan is er nog iets en dat betreft de tactiek. In de eerste helft speelde on ze rechtervleugel heel aardig. Ze had den toen de dwarse wind mee. Maar dat ook in de 2de helft de bal voort durend naar rechts werd geplaatst, terwijl het duidelijk zichtbaar was, dat men de grootste moeite had om de bal behoorlijk voor te zetten, kijk, dat was nu zo'n grove tactische fout. Disselkoen had het ook door, want ik hoorde hem roepen: „Op links spe len". Wat ik nu zeg geldt voor alle aanvoerders. Zij moeten tijdens de wedstrijd het gehele spelbeeld in zich opnemen, de zwakke plekken in de vijandelijke opstelling naspeuren, in overeenkomst daarmee en met de weersomstandigheden het spel over rechts of links leiden, zonodig tijde lijk in de verdediging gaan, of alles op alles zetten als de tegenpartij de kluts kwijt raakt. Eigenlijk geldt dit niet alleen voor de aanvoerders maar voor alle spelers. Men moet al voet ballende ook voetbal „denken". De een heeft het bij intuitie, maar de ander kan het door goed op te letten een heel stuk leren. Ik zal de eerste zijn om mij erover te verheugen, indien het elftal ondanks de naar mijn mening aanwezige ge breken, Zondag toch een flinke over winning behaald. Laten we echter niet vergeten, dat hebben we verle den jaar nu en dan ook gedaan. Denk maar aan D.W.V. Doch ik blijf erbij, dat we op de duur niets zullen berei ken, indien er geen verandering in de ze opstelling komt. Critiek ligt niet in mijn bedoeling. (vervolg pag. 6, 3e kolom onderaan)

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1950 | | pagina 5