Grepen uit het A.F.C. gedoetje* Jan Bont vertelt systeempjes Bequnstiqinq van onzelaöveRteeRÖeRS, houöt öe schakel in stanö Kleedkamer. Wie soms mocht denken, dat er in de kleedkamer uitsluitend grimmige ge zichten te vinden zijn, slaat de plank een eindweegs mis. Men slaat er zel den de handen op elkaar om middels dit stimulerend torentje een ferm mo reel op te bouwen, dat elke tegen stander achteloos van de sokken werpt. In de kleedkamer, trouwe schare, die zich langs de lijn opstelt, zijn de gesprekken meestal niet pu- blicaal, hetgeen zo jammer is omdat je meestentijds splijt van de gekke opmerkingen. Zo, die brave jongen, die in de onschuld van zijn jaren aan een vriendje vroeg tegen wie hij de volgende week wel moest spelen. ,,Wij spelen tegen niemand," luidde het subtiele bescheid. „Zijn ze volledig?" was de weder vraag. „Hangt er van af, hun linksbinnen heeft griep." Ook nederlagen worden met een he melse blik verwerkt. Toen een onzer elftallen een sombere nederlaag had opgelopen, zei een der spelers terwijl hij z'n schoen uitwierp: „Abekewalda is zwaar hoor, uit win je niet van die kerels." E.C.-se. Dat onze elftalcommissieleden van een Germaanse hardheid zijn, mag als bekend worden verondersteld. Dat echter hun echtgenoten, diezelfde on verzettelijkheid vertonen niet, uiter aard. Een der spelers van het derde zegde af onder het motto: „Ik heb drie rib ben gekneusd," waarop de goede vrouw antwoordde: „Is dat alles, kom maar eens terug als het er vier zijn." Personalia. De Heer en Mevrouw Timmermans geven met grote vreugde kennis van de geboorte van hun zoon: Timotheus, Hendrik, Amsterdam, 18 Sept. 1950. Jubileum. Joop Gilkens, ons aller goede Joop heeft in het zoeklicht van „the news" gestaan. Dat las ik in een dagblad, waarover een onzer oudere leden wel eens een enkele keer spreekt. Joop Gilkens is door de A.V.R.O. gehul digd vanwege het feit, dat hij daar 25 jaar, een kwart eeuw, heeft ge werkt. Joop, van harte gefeliciteerd, je score is 25 not out en wij hopen dat je nog een lange tijd te spelen hebt. Na clubavond. Wat klopt het hart van een A.F.C.- er toch warm voor zijn gezin! Wat zijn wij toch eigenlijk een voorbeeld voor al die schavuiten, die maar Schiedam beminnen, die, ja, lezer, schrik niethotel-café-restau rants bezoeken! Wat zijn wij toch een sereen voorbeeld van trouw en aan hankelijkheid aan onze gade's. Iedere avond zijn wij thuis, zitten minzaam rond de haard, lezen een waardig boek en vragen belangstellend naar de vorderingen van de borstrok, die de ega zo vredig breit. Steeds maar kommer omtrent het gezin. Laatst kwam een lid (een werkende uiter aard) na clubavond thuis, doch werd na herhaald bellen niet opengedaan. Het perceel was in duister gehuld. Het belendende eveneens. In paniek ging hij de straat uit, schoot een agent aan en vroeg assistentie. Te zamen belden zij nogmaals. Géén ge hoor! Belden de bovenburen uit de warme sponde. Beukten op de por taaldeur. Géén gehoor! Belden de buren van de aangrenzen de eerste etage uit het kuis etui. Po gingen om via de waranda thuis te komen. Kón niet. Trap naar beneden gesleurd. Halsbrekende toeren. Raam ging niet open. Bijl bij buren ver zocht. Alle medewerking. Tezamen met agent raam opengewrikt. Wit van zenuwen naar binnen geklom men. Agent mee. Naar de slaapka mer gerend. Deur opengesmeten. Een slaperige echtgenote kwam overeind. Agent zei: „goede morgen" en ver trok met een héél wijs gezicht. Broek. Toen de derde prijswinnaar van het tafeltennis-tournooi een voetbal broekje kreeg, lichtte Jan Snelleman vriendelijk toe: ,,'t Kan geruild wor den." Siem de Waal: „Voor mijn broek." Jan Snelleman: „Dan denkt die jongen, dat 't altijd Zaterdag avond is." Jan Bont zat waardig op de tribune en keek met begrijpende kijkertjes naar het spel van het eerste. Naast hem zat een collega in de voetbal- technische wetenschappen en met een hovaardige glimlach wisselden zij ter zake doende kreten uit. Jan riep een enkele maal met ver heffing van stem: „Henk, lijn hou den." Henk, gehoorzaam en mee gaand als een eerste elftalspeler is, sprak onmiddellijk: „Ja meneer," knielde en hield de lijn vast. „Neen, Henk," zei Jan Bont snedig, „dat bedoel ik niet. Op pagina 1 van het technische boekje staat, dat je niet teveel naar binnen moet gaan. In verband met de gaten op het mid denveld." „Juist, meneer", sprak Henk, ging nochtans naar binnen, pikte een toe gespeelde bal op en klinkerde hem uitdagend lachend in de rechterbo venhoek. (1-0). „Die jongens leren het nooit, mijns insziens deugt het systeem niet." „Volkomen juist,", antwoordde zijn buurman en klopte Jan even op de schouder. „Ik ben een voorstander van het O-systeem, met dien verstan de, dat het uitsluitend betrekking heeft op de rechtervleugel." „Ik ben het volkomen met je eens," antwoordde Jan, die geërgerd toekeek hoe Henk in de binnenpositie het tweede doelpunt in de touwen kleun de. „Vergeet niet," zo vervolgde hij, „dat uit het O-systeem voor de rech- terwing automatisch het H-systeem voor de linkerwing volgt." De beide mannen keken elkander een ogenblik diep in de ogen, knikten en werden slechts ten dele afgeleid, toen Henk uit de binnenpositie nummero drie er in dreunde. „Dat kan nu wel aardig zijn," zo ver volgde de buurman van Jan Bont, „maar wij moeten ons niet laten ver blinden door een enkel doelpunt, dat kan volgen uit een verkeerd sys teem." Jan dacht even na en diepte toen uit zijn bontjas een krentebol, waar hij met een zekere geroutineerdheid de krenten uithaalde. „Kijk," zei Jan, „wanneer ik deze krent hier zet (en hij legde het krent je even op de hoed van zijn voorbuur man) en deze krent hier, dan krijgen wij een lijn, lopende van deze krettt naar die andere krent." „Verrassend!" mompelde zijn buur man. „Nietwaar?" sprak Jan, „nu nemen wij een derde krent die leggen wij hier, op het randje van de gleuf. Wan neer we de krenten nu verbinden krij gen wij uiteraard een geheel ander beeld." „Natuurlijk," was des buurmans be scheid. „Volledigheidshalve zeg ik er bij, dat we nu een driehoek krijgen. Zie je, dat is het O-systeem. Nu nemen we de vierde krent en die leggen we even in de nek van die meneer daar. Wat zie je nueen vierkant!" De buurman was in extase. „Ik zie het nu duidelijk voor me," riep hij vrolijk uit, „nu een krent op de neus van die da-me daar, een korst je brood in de buitenzak van die me neer op de tweede rij en je krijgt lo gischer wijze het H-systeem." Op dat moment gaf Henk uit de bin nenpositie een verfijnd schuivertje in de hoek (4-0) en sprong de gehele tribune van vreugde op. De krenten vlogen in het rond. „Snap jij die mensen nou, ze juichen om aanwijsbare fouten," zei Jan. „Ja," zuchtte zijn buurman, „dat is de tragiek van deze vereniging. Ove rigens, jammer va-n die krentenbol." „Speelt geen rol voor mij," zei Jan mompelend en zette de tanden gretig in een Kerstbrood. FREDERIKJE. 11

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1950 | | pagina 11