Marshall Schorsing van het R.C.H.-bestuur Schakelende WAT HANGT ONS BOVEN HET HOOFD? plannen Sportschoenen NIC. LELOUX ZEILSTRAAT 46 AMSTERDAM-Z. Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakeL in stanö Het lid-zijn van de K.N.V.B. subs, het vervullen van een bestuursfunctie in een bij deze vooruitstrevende bond aangesloten vereniging begint ang stige vormen aan te nemen. Reeds is het voltallige bestuur van R.C.H. drie maanden „de klos" om dat zij vergat contróle uit te oefenen op het feit of de spelers al of niet him dinergeld werkelijk in eetbare waar omzetten. 't Kesumsie-bonnetje. Laat ons vooral volstrekt eerlijk zijn. Ook onze spelers van het eerste lie pen destijds na de wedstrijd rond met de beroemde consumptiebonnetjes. Ook, en dit overigens vlot terzijde, al zal het eeuwig de pijnlijke vraag blij ven, wie er na de wedstrijd geestelijk en lichamelijk beroerder aan toe wa ren: de spelers of zij die de match van de kant moesten aanschouwen. De spreekwoordelijke dorst, ons A.- F.C.-ers immer eigen, waarborgde echter steeds het feit, dat dit luttele aantal bonnetjes, goed voor koffie, thee, limonade of mannelijker vocht, daadwerkelijk werd besteed en in vloeibare vorm in de daarvoor be stemde keelgaten verdween. Het is verre van mij onze spelers (lees: leden) deze versnapering één moment te misgunnen, doch in vele opzichten ware het verstandiger al dat soort „beloningen" volmaakt ach terwege te laten. Wie zal immers zeggen, of de héél slecht voetballende doch hardzwoe- gende linksbuiten van het achtste of negende elftal niet veel en veel meer beloond zou moeten worden Er is een periode geweest, dat spe lers, bestuur en supporters na de wedstrijd als één familie aan één (of 10 of 12) tafel zich verenigden en op aangename wijze van gedachten wis selden. De bijenkorf. Momenteel lijkt het clubhuis Zon dagsmiddags meer op een crèche, waar het in eerste instantie reeds moeilijk is voor een ouder lid een zit plaats te krijgen, laat staan een ge schikte ruimte te vinden, zulk een prettig samenzijn vakkundig te ar rangeren. Dat wij dan ook onlangs in het ove rigens zo lezenswaardige weekblad „Sport", naast een stom berichtje dat er op het gebied van zomersport wei nig in Nederland valt te beleven(!) een ander stukje gewaagt van kla- verjaswedstrijden tussen voetbal teams, is hoogst verwonderlijk te noemen. Verwonderlijk omdat het zelden of nooit voorkomt, dat voetballers met hun tegenpartij na afloop van de match gezellig-samen blijven toeven. Hoe anders is dat met hockey, roeien tennis of cricket, waar juist dat sa menzijn het hoogtepunt van de sport dag wordt. Waar juist de eerste of hernieuwde kennismaking de funda menten vormen van de grote kame raadschap en het sportieve plezier dat beoefenaren van deze sport zo boeit. En weer komen wij terug op dat ar me R.C.H.-bestuur wiens schorsing ons doet huiveren bij voetbal enige gezelligheid te entameren. En nu kolder! Even aangenomen, dat het dus wél toegestaan is spelers enkele guldens ter hand te stellen voor een schamel dinertje, dan zie ik met angst en be ven het volgende toneel: Een gedeelte van de spelers heeft het Leidseplein tot eetplaats gekozen. Een ander gedeelte ligt slordig ver spreid. Penningmeester Lou Woudstra heeft de algehele contróle, bijgestaan door Hauber, v. Teunenbroek, Holtzappel en anderen. Hij begeeft zich allereerst naar Lido. En Warempel! Daat zit Paul Mey er te eten. Althans hij heeft voor een riks op, zodat een kwartje resteert. „Je zult eten!" buldert Lou. „Maar ik kan hier voor een kwartje niets krijgen!" jammert Paul. „Ober!" gilt onze centenbaas, een flauwte van angst nabij. „Dan des noods een halve croquet, maar die f 2.75 zullen aangegeten worden." Van Lido naar Broodje-Kootje. Daar staat Hauber met potlood en papier. Chris Geluk worstelt amechtig met zijn zevende broodje half-om. Sata nisch volgt Hauber iedere beweging van kaak en mond. Een nieuw seizoen brengt onvermij delijk nieuwe plannen en ideeën voort. Soms zijn ze zelfs wel eens bruikbaar. Welnu, in de Schakel gaat een ru briekje groeien onder de titel: „Gre pen uit het A.F.C.-gedoetje." Een ie der die de geest krijgt (niet geeft) en erin slaagt zijn clubgenoten in een gierende scheur te doen splijten, wordt verzocht hiervan kond te doen aan de redactie teneinde de (lach) spiegel van ons clubleven aan elk voor te houden. Arolaria Ons aller Chiel van Driel had bij de 28e Arol een jobje naar zijn hart. Hij stond namelijk voor de microfoon ten einde den volke informaties te ver strekken omtrent elftalopstellingen of ijverigs functionnarissen naar het clubhuis te dirigeren. Sprak een snaak op de trap: „De enige baan, waarbij Chiel niet wordt tegengesproken." „Zo", zegt hij. „Dat zit er weer in voor vandaag! En denk er om, vol gende week niet smuichelen, Chris. Ik heb je vies door, dat merk je wel." En wat dan te zeggen van de soms wat dromerig aandoende, doen in we zen uitgeslapen Disselkoen? Deze bestelde in ,,'t Gekroont Spin- neweb" een vol-au-vent van champig nons a raison van 6 gulden. „U is royaal deze week, meneer" vond een „vrije" ober. „Ja, ik neem het er eens van. Volgen de week is A.F.C. namelijk vrij, zodat ik voor twee weken voedsel tot mij neem!" We kunnen met deze kolder gevoege lijk stoppen. Iedereen za-1 het begrij pen! Het einde van deze sportwaan- zin is en blijft radicaal zoek. Ziet, hoe simpel Joop Stoffelen, Joop Zimmermann, Guus Drager, Adje Waldeck en Teun Wiggemansen plus de keurig bekend staande arbiter Ka. reis er in Zandvoort am See „einge- laust" zijn. Alleen bij de gedachte ga je al „fascistisch" schrijven. Hoe veilig en Kipslekker zullen de Heren Triebei en Herberts zich ge voelen, nu hun zorgen overgeheveld zijn naar onze grote vriend Burgwal en de Willem Il-er Harry Mommers. Onze K.N.V.B. stelt haar idealen langzaam doch zeker. En toch zitten alle tribunes iedere Zondag weer vol, terwijl zwoegende spelers en Bestuur zich angstig af vragen, hoe lang hun kostelijke vrij heid nog getolereerd zal worden. Wat hangt ons boven het hoofd? Jhr. van ROSSUM DE GAULIN. 7

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1950 | | pagina 7