öRukkeRi] Cricket Positie der reserve-elftallen IN TECHNIKOLDER joh. meijeR zoon Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöens, houöt 6e schakeL in stanö door Jhr. Van Hittum tot Zesmaer J.l. Zondag vond op de prachtig ge legen grond van de Twentse Bank de grote wedstrijd plaats tussen de Am sterdamse Krekelvereniging en een pas beginnend stelletje jongelui. De baan was gemaakt van steenpoeder en mooi gelijk gerold. Ook de witte schermen zagen er goed verzorgd uit. Het was echt alles op tot datum. Krekels winnen opgooi. Om elf uur werd opgegooid en deze opgooi werd gewonnen door A.K.V. Zij verkoos te slaghouten. A.K.V. had haar veld prima uitstaan. Een diepe punt naast twee rechtse achteruit glijders, een puntbedekking en een extra puntbedekking. Een gekke-mid- den-dicht-erop, een vierkant been en een middenrechtsvooruit. Voorts maakten de opgooier en de houtwerkwachter een verzorgde in druk. Om 11.05 uur betraden twee houtsla gers de baan. Kort daarop werd de schrijfjongelui gevraagd of ze klaar waren en onmiddellijk kwam de eer ste aflevering. Het eerste punt was een enkeling tussen puntbedekking en diepe punt, een hoeksnijbal, gevolgd door een slim hoekje naar midden- baander. Jansen bleek uitstekend te zijn in late snijballen tussen de uit glijders door. De derde man en de meeuwachtige stonden gewoon voor gek. Bijna ging hij omgepaald door de houtwerkwachter, die prima hield. Kort daarop werd Jansen verrast door een kruiper, die zijn houtwerk vernielde. Stand achttien punten voor het verlies van één houtwerk. Even later ging Pietersen vrij stom uitge lopen. Daar stond echter tegenover, dat een der gooiers herhaaldelijk te ver liep met als gevolg, dat hij regel matig ge-neen-bald werd. Het behoeft geen betoog, dat deze neen-ballen vlot over de grens gingen. Houtwerkwachter waardeloos. Bepaald'spijtig was het afzakken van de houtwerkwachter. Uiteraard ho pen voorbij-bal-punten. Ook de gooi ers werden vermoeid en tezamen met een aantal wijden was de stand bij het schaften 79 punten voor 4 hout slagers. Klaassen ging even voor de schaft been-voor-houtwerk. (De wedstrijd duurt voort). Maatstaf voor Kracht. Herhaalde malen hebben wij in de A.F.C.-Schakel gewezen op het grote belang van sterke reserve-teams en met grote zorg slaat iederen, die het wel met A.F.C. meent, het afzakken van onze reserves ga-de. Vaak is daarbij de vraag gerezen: „Waar moeten onze reserve-teams eigenlijk zijn ingedeeld? Wat is de normale stand van die ploegen?" Aan de actieve secretaris van V.V.A., Plemper van Balen, komt de eer toe, hiervoor een systeem te hebben op gesteld, dat aan de practijk ge toetst verrassend juist blijkt te zijn. Normaal. Plemper van Balen heeft zich eer3t afgevraagd, wat in het Westen een normale indeling voor de reserve- ploegen is. Hij komt tot de volgende, o.i. volko men juiste „normale" opstelling: Het tweede elftal van een eerste klasser behoort te spelen in de reser ve eerste klasse K.N.V.B., het derde in de reserve tweede en het vierde elftal in de reserve derde klasse. Het tweede elftal van een tweede klasser behoort te spelen in de reser ve tweede klasse K.N.V.B., het derde elftal in de reserve derde en het vier de elftal in de reserve eerste klasse van de „afdeling." Puntenwaardering. Bij die indeling krijgt ieder elftal 5 punten. 3 x 5 15, gedeeld door 3 is weer 5. De club, wier reserve-elf tallen zijn ingedeeld volgens deze sleutel, heeft dus een „innerlijke kracht" van 5. Is één elftal een klasse hoger inge deeld, dan krijgt het een punt méér, is het een klasse lager ingedeeld, dan een punt minder. A.F.C. had dus in 1949-50 een mner- iijke kracht van 5.66 (5 pnt voor het tweede, 6 voor het derde en 6 voor het vierde-; 17 gedeeld door 3 is 5.66). In het volgend seizoen vallen wij te rug op 5.33. (5 5 -j- 6 16 3 5.33). De Practijk. In een zeer interessant artikel in het V.V.A.-clubnieuws heeft Adriani En gels het systeem aan de practijk ge toetst. Welnu, de uitkomsten zijn ver rassend. In het afgelopen seizoen werden Ajax en Blauw-Wit die beide 5.33 no teerden kampioen, terwijl 't Gooi en Zeeburgia met 4.33 voortdurend in moeilijkheden zaten. Zeeburgia de- Voor al Uw drukwerken Kanaalstraat 132 Amsterdam -W. Telef. 80710 gradeerde tenslotte. D.O.S. met 5. was een veilige „midden-motor." In de tweede klasse gaat Adriani Engels verder waren de laatste jaren D.W.V. (6), A.F.C. (5.66) en de Spartaan (5.66) gemiddeld steeds in de running voor het kampioen schap. D.W.V. met zijn prachtige 6 is nu eerste klassers. Zaandijk (4) en Hercules (4) verkeerden steeds in de gradatiegevaar. In de derde klasse waren H.R.C. (5.66) en Helder (5.33) geregeld genshebbers. Alkmaarse Boys (4.66) is na een paar goede seizoenen afge zakt bij gebrek aan reserves en te ruggevallen tot het niveau, dat door het gemiddelde aangewezen werd. H.M.S. (4.33), Succes (3.66) en Scha- gen (3.33) kenden vrijwel stééds moeilijkheden met hun eerste elftal. Hun resèrves kwamen tempo te kort. Leerzaam. Dit systeem „klopt als een bus" ais wij het op A.F.C. toepassen. Enige jaren hadden wij een indeling, zoals alleen A.D.O., Ajax en Feijenoord die kenden. Ons tweede speelde in de re. serve eerste klasse K.N.V.B. en het derde en vierde beide in de re serve- tweede. Volgens de sleutel- Plemper van Balen was onze inner lijke sterkte (6 6 7) 3 6.33! En juist in die jaren scheelde het maar een haar, of we waren eerste klasser geworden. Met het afzakken der reserves kreeg ook het eerste het moeilijker en vol gend jaar zijn wij met 5.33 bijna door onze veiligheidsmarge heen. Volledig onderschrijven wij de con clusie waartoe Plemper van Balen en Adriani Engels komen: „Het eerste elftal moet door de kracht der reserves naar boven wor den gestuwd. Ais de reserves te laag ingedeeld zijn, wordt de club naar be neden gesleurd." Laten wij het cns voor gezegd hou den! J.W.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1950 | | pagina 7