Met nieuwe moed naar een nieuw seizoen
Met de jeugd kamperen te Maarn
2
Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö
De titel verraadt al mijn bedoeling
om dit epistel aan het voorbije en
het nieuwe te willen wijden.
Op het ogenblik voltrekken zich twee
phases, die wij het beste als het ten
einde lopen van het „oude" en het
inluiden van het „nieuwe" voetbal
seizoen kunnen bestempelen.
Onwillekeurig komt een soort Oude-
jaarsstemming over ons, die je tot
nadenken stemt, en je peinst nog
eens over het voorbije. Ieder van ons
vrage zich ernstig af: „Was het al
lemaal O.K., had ik nog niet zus of
zo kunnen doen; was ik wel actief
genoeg" en zo rijzen er tal van vra
gen, die toch corrigerende betekenis
voor ons dienen in te houden.
Het clubleven bracht ook dit jaar on
getwijfeld ups and downs. Er was
winst, maar ook verlies. Daar ont
komt een club als A.F.C. evenmin
aan. Wij hebben geen gemakkelijk
seizoen achter de rug, maar geluk
kig zijn wij allen met voldoende club
liefde bezield om het A.F.C.-belang
boven het persoonlijke te stellen.
Nol Eysvogel
Zo waren wij de jaarlijkse algemene
vergadering genaderd. Het was een
groot verlies, dat Nol Eysvogel na
zestien prachtige dienstjaren om
het met de geijkte term te zeggen
zich, omdat hij buitenman geworden
is en het wenselijk oordeelde, dat het
secretariaat in Amsterdam geves
tigd bleef, niet meer herkiesbaar
stelde. Laten wij ons nog eens goed
realiseren, hoeveel uurtjes vrije tijd
hij aan A.F.C. gespendeerd heeft.
Nol, nogmaals hartelijk dank!
Gelukkig hebben wij in Wim van
Teunenbroek een waardig plaatsver
vanger gevonden, want als 2e secre
taris heeft hij reeds eerder getoond
kwaliteiten voor een belangrijke
functie te bezitten. Er was nog een
lichtpunt, namelijk de benoeming van
Gerrie Stallman als 2e secretaris.
Niet alleen, dat het Bestuur daardoor
weer een jonge veelbelovende kracht
rijker geworden is, maar ook de om
standigheid, dat hier een rasechte
A.F.C.-er een benoeming aanvaard
heeft, en de taak serieus op zich ge
nomen heeft, sluit een belofte in voor
de toekomst.
Rest voorts de nieuwe commissiele
den, die allen ongetwijfeld de op zich
genomen taak ambitieus zullen ver
vullen, hartelijk welkom te heten en
de uittredende commissieleden op
rechte dank te brengen voor hun goe
de werk, waarbij ik bijna zou willen
zeggen „tot weerziens".
Weest eensgezind.
En zo gaan wij dus opnieuw onge
merkt naar het nieuwe toe.
Vanaf 15 Juli j.l. is men alweer ern
stig met de training begonnen en be
driegen de voortekenen ons niet, dan
wordt er hard aan een goede voorbe
reiding gewerkt.
Laten de spelers van onze elftalien
toch vooral bedenken, dat voor het
behalen van successen een enorme
energie aanwezig moet zijn. Weet,
dat bij het spelen van wedstrijden het
krachtsverschil vaak maar 1 of 2%
bedraagt. Het gaat dan om dat klei
ne beetje „meer" te kunnen geven,
hetgeen jullie kunnen bereiken door
constant teamwork; dit aangevuld
met fighting spirit zal de Balans ten
gunste van dat elftal doen overslaan
dat deze eigenschappen in toepassing
brengt. Een eensgezind, goed voorbe
reid en hard werkend elftal moet met
de beste tegenstanders kunnen wed
ijveren.
De technische commissie, die zeker
geen gelegenheid onbenut zal laten
om in hechte samenwerking met
spelers en trainer „onze kerels" ter
zijde te staan, wens ik bovenal wijs
heid toe.
Er komen nog enkele oefenwedstrij.
den en dan zal op 27 Augustus met
het vermaarde AROL.tournooi het
officiële voetbalseizoen weder een
aanvang nemen. Aan het hoofdveld
en de accommodatie is in het zomer
seizoen de nodige zorg besteed. Laten
wij bedenken, dat alles zoveel moge
lijk practisch gebruikt moet worden
en men het veld bij slecht weer ont
zien moet. Dan laten wij onze spelers
dus weer los en zij zullen draven en
rennen, dat het een lust is, en voor
alles zullen zij zich één hoofdgedach
te voor de geest moeten houden, n.l.
om zich tijdens de wedstrijden de vol.
Ie 90 minuten van ganser harte te
willen geven, want dan alleen kun
nen zij zegevieren.
Als al onze spelers met deze over
tuiging, vastberaden het nieuwe sei
zoen ingaan, dan moeten ongetwij
feld voor henzelf en voor de A.F.C.
goede resultaten bereikt worden.
Ik wens allen een voorspoedig en
gunstig voetbalseizoen toe'.
G. H. HAUBER
Om maar meteen met de deur in huis
te vallen, geloof ik niet te veel te
zeggen, wanneer ik beweer dat het
jeugdkamp in alle opzichten geslaagd
genoemd mag worden.
Du mededeling van het bestuur, dat
in principe besloten was om mede te
doen aan een kamp met de vereni
ging H.B.S. en Quick was simpel ge
noeg, maar dit was dan ook het eni
ge dat wij te horen kregen, want na
dere bijzonderheden waren nagenoeg
niet bekend.
Doch dank zij de onvolprezen hulp en
medewerking van onze nieuw be
noemde secretaris, kwam er na ette
lijke telefoontjes en besprekingen
meer licht in de zaak, en de laatste
in Den Haag gehouden bespreking,
waar wij tot grote verbazing van on
ze H.B.S.-vrienden reeds om kwart
voor elven aan onze kuiten trokken,
iets, wat zij van A.F.C.-ers niet ver
wacht hadden, doch waartoe wij
door de omstandigheden gedwongen
werden, was zeer vruchtbaar en wij
kwamen met vele nuttige wenken in
de snelle wagen van Tim weer op
de uitgangsbasis terug.
Aan de oproep tot deelname, die in
middels in het bulletin verschenen
was, werd niet in die mate gehoor
gegeven als wij verwacht hadden,
maar om eens een „populaire" uit
drukking té gebruiken, de wegblij
vers hadden ditmaal ongelijk, want
onder de meer dan voortreffelijke
leiding van onze trainer Steeman en
Chris Geluk, die zich spontaan be
schikbaar hadden gesteld, daarmede
een groot gedeelte van hun vacantie
opofferende, hebben de jongens een
prachtkamp medegemaakt.
Het is hier dan ook zeer zeker de
plaats om deze leiders van harte
dank te zeggen voor dit werk waar
mede zij zich niet alleen tegenover
de jongens, maar ook tegenover de
A.F.C. zeer verplicht hebben ge
maakt. Het begin was niet zo mooi.
Op een gure, regenachtige Dinsdag
morgen verzamelde zich tegen negen
uur een uitgelaten troep jongens op
het Scheldeplein, uitgeleide gedaan
door enige moeders, die toch wel
graag zo op het laatste moment nog
enige meer of mindere ernstige ver
maningen aan hun zoons mede wil
den geven. En daar verschenen ook
de „sleeën" van Dick Bessem, Joop
Hurwits, Jan Meyer en Teun v. Veen,
die zo vriendelijk waren om de kna
pen op meer dan vorstelijke wijze
naar het kamp te brengen. Op dit
moment dreigde er een kink in de
kabel te komen daar één der wagens,
ondanks positieve toezegging, niet op
appèl verscheen. Doch ziet, een red
dende engel was direct aanwezig in
de vorm van Cor Quint, die met
vrouw en zoon ook even was aan ko
men lopen om van het „dramati
sche" afscheid getuige te zijn.
Een wagen te kort, geen nood zei
Cor, en hoewel buiten zijn program
ma haalde hij zijn „car" om de ont-
(vervolg op pag. 6)