Uit het land van de zon en de palmen
Bequnstiqinq van onze aöveRteenöeRS, houöt öe schakel in stanö
Toen op Goede Vrijdag de Paas-
groet van A.F.C. voor de „Heren Ze
ventien" in de bus aan het C.S. gleed,
was dit de eerste maal in het 3-jarig
contact met onze jongens „over
there", dat deze „Heren 17" niet
compleet waren. Er waren er slechts
16 en nu ik dit schrijf, is gelukkig
teken dit getal zelfs ingeschrom-
peld tot 15 stuks, t.w. 5 militai
ren (het hoogste aantal ooit bereikt
was 11) en 10 burgers door Henk
Kappelhoff in de dubbele cijfers ge
komen. De brieven voor Graanboom
en Van der Neut kwamen met het
stempel „gerepatrieerd" retour; met
laatstgenoemde mocht ik inmiddels
persoonlijk contact hebben. Inmid
dels is, op het moment dat ik dit
schrijf, Maandagmiddag 15 Mei, de
Tabinta met J. J. C. Brand aan boord
binnengelopen, die ik ook langs deze
weg hartelijk welkom heet!
A. J. Bos schrijft, dat hij deze maand
eveneens hoopt thuis te varen en ook
Bennie Tromp e.a. laten het hoop
volle geluid horen van „tot binnen
kort". Zodat van de militairen alleen
A. Rimini en F. van der Hurk over
blijven. Dat zijn nog altijd een do
zijn Indische A.F.C.-ers, doch of de
correspondentie straks met de 10 „ci
vilisten" zal worden voortgezet,
hangt geheel van deze laatsten af.
Het moet mij van het hart dat ik
van dit tiental taal noch teken ver
neem op de brieven die ik hun regel
matig doe toekomen. Hieruit moet ik
tot mijn spijt wel de conclusie trek
ken, dat men van die zijde blijkbaar
geen prijs stelt op verdere correspon
dentie, want het - overigens begrij
pelijke - excuus „drukte" mag toch
niet ten eeuwige dage blijven gelden
Onvoorziene omstandigheden voor
behouden, zal dit dan ook wel mijn
laatste „Tropenbrief" zijn, die in de
Schakel wordt afgedrukt. Zo ja, dan
neem ik bij deze hartelijk afscheid
van allen, die mij gedurende enkele
jaren ettelijke onvergetelijke momen
ten hebben geschonken met het be
antwoorden van mijn brieven. Het al
lerbeste, Indische vaderlanders;
maak er onder de huidige, zo moei
lijke omstandigheden van, wat een
echte Hollander er bij tegenslagen
toch altijd nog van weet te maken.
Good luck! Wat de corresponden
tie betreft, op 12 Februari schreef
H. L. Schoonevelt, ook inmiddels
reeds gerepatrieerd en in levende
lijve „zich gemanifesteerd";
„...Van de week ontving ik in Oen-
garan pakket No. 3 (nieuwe telling),
dat natuurlijk weer pico bello was.
Alle medewerkenden dank ik hierbij
hartelijk voor alles wat ze voor mij
tijdens mijn tropendienst gedaan
hebben. Het was in één woord: AF!"
En v. d. Neut schreef, toen nog als
bruinverbrande Javaan, dd 16 Febru
ari: „Vlak na elkaar kreeg ik van de
A.F.C. weer een pak tijdschriften en
een pakketje, dat No. 3 gemerkt was.
Dat beide zendingen prima waren en
in de smaak vielen, hoef ik niet meer
te vertellen. Wilt U namens mij de
A.F.C.-leden voor de zoveelste keer
weer hartelijk bedanken...?"
Op 17 Februari een heel lange brief
van Bennie Tromp uit Bandoeng. Hij
was ietwat down, wat de beste kan
gebeuren, kwam doornat thuis en.
„Maar, wat zag ik? Een luisterrijk
pakket, dat alles nog luisterrijker
maakte toen het open was. Er zat
een papiertje in, een dóódsimpel pa
piertje. „Geschenk A.F.C.", stond er
op. Ik heb even diep adem gehaald;
deed me erg goed. Ik weet niet pre
cies hoe ik allen, die hieraan hebben
medegewerkt, moet bedanken. Laat
ik volstaan met te zeggen, dat ik er
heel erg blij mee ben, niet alleen om
alle fijne dingen die erin zaten, maar
ook om de gedachte. De gedachte,
dat je hier toch niet vergeten wordt.
Geeft je weer moed. Heb je hier trou
wens wel nodig. Ziet U, als het hier
niet regent, dan staat het op 't punt
van regenen; het is hier zelfs koud.
Misschien zit ik hier wel op een ide
ale plaats op de hoogvlakte in Pen-
galengan, waar je 's avonds je trui
aan hebt en de open haard aan is.
Heus waar!! En dat allemaal hoog in
de bergen met schitterende verge
zichten, dalen, ravijnen en wegen, die
hardnekkig weigeren horizontaal of
recht te lopen. Maar ja, al is het hier
dan niet zo warm, je zit nog een heel
eind van het A.F.C.-veld af en al
duurt het nu niet lang meer, veel lol
is er niet aan. Ik verkeer in de ge
lukkige omstandigheid, dat voetbal
len de sport is, hier. Vlakbij is een
aardig voetbalveldje („aardig", naar
Indische begrippen). Waar de uitlij
nen wel is waar het begin van ravij
nen vormen, maar waar toch maar
iedere dag ware veldslagen geleverd
worden tegen andere posten en lui
van de ondernemingswacht. Vooral
de laatsten hebben een „machtig"
team en omdat we zo goed als iedere
middag tegen die lui spelen (Hoort,
hoort! Jaap van Nek. - Le M.) wor
den we allemaal keien van spelers.
Ik heb tenminste nog nooit van mijn
leven zo veel gevoetbald..."
A. J. Bos sluit dan voor ditmaal de
rij met een schrijven van 8 Maart uit
Poerwakarta: „I.v.m. de ontvangst
van pakket no. 2, hetwelk ik vorige
week in goede staat ontving en i.v.m.
mijn spoedige repatriëring naar Hol
land, even de pen ter hand genomen
om U enkele bijzonderheden mee te
delen. Het pakket heeft zo in de loop
der weken enkele omzwervingen ge
maakt. Sumatra, Java, tot het hier
arriveerde. Maar een pluimpje voor
de Heer NesVroy voor de wijze
waarop de A.F.C.-nakketten worden
verpakt. Want ondanks deze iange
reis, was er niets beschadigd of be
dorven. Wel een bewijs voor de deug
delijkheid. Een compliment ook voor
de gehele A.F.C., want ook hieruit
blijkt, dat als A.F.C. wat doet, ze het
goed doet. Als gewoonlijk was het
weer zeer welkom en het is met
smaak verorberd en opgerookt. Nu
iets over mijn terugkeer naar Hol
land. Met aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid kan ik U meede
len, dat ik begin volgende maand
(dat zou April zijn, echter nog niets
naders vernomen. - Le M.) de loop
plank afloop en begin Mei in Hol
land arriveer. Dit i.v.m. het opzenden
van pakketten en de Schakel; laat U
dit dus stopzetten, want anders ben
ik vertrokken. (Is gebeurd, maar
waar is de gerepatriëerde - Le M.)
De data van vertrek en aankomst
deel ik U t.z.t. wel mee, zodra ik al
les zeker weet. De uitslagen over
A.F.C. hoor ik regelmatig via P.C.J.;
van de lagere elftallen echter bericht
geving nihil
Tja, wat dit laatste betreft, over
die uitslagen van de lagere elftallen
kreeg ik meer „klachten". In mijn
laatste brief heb ik de uitslagen ge
geven t.m. 9 April. Ik hoop, dat de
redactie er plaats voor heeft, dan
volgt hier: Uitsl. 16 April: A.F.C. 2
O.S.V. 2 0-1; A.F.C. 3—D.W.V. 3
1-2; Rapiditas 3-A.F.C. 5 1-1; A.F.C.
6A.S.R. 3 1-2; Jun. A.F.C.—V.V.A.
0-3; Adsp. Neerlandia-A.F.C. 2 1-1;
V.V.A. 3A.F.C. 4 4-0; Rapiditas 4
A.F.C. 6 1-3; Zat. A.F.C.-A.S.V.
7-2. 23 April: A.F.C. (Zat.)—Victo-
rianen 0-0; Jun. R.K.A.V.I.C.A.F.C.
2-0; Adsp. A.F.C.Ajax 1-5; A.F.C.
4Aalsmeer 4 3-1; Beker D.E.C. 2
A.F.C. 5 7-2; A.F.C. 6T.W.M. 3 1-1;
W'meer 6—A.F.C. 7 3-3; Jun. A.F.C.
2—N.F.C. 2-4; Lijnden—A.F.C. 3 1-1;
Adsp, BI. Wit 3—A.F.C. 2 4-1; D.V.
O.S.A.F.C. 3 7-1. 30 April: A.F.C. 4
W.F.C. 2 1-0 (def. veilig!); Jun.
Ajax-A.F.C. 9-1; Adsp. B. Wit-A.F.C.
3-1; Zeeb. 5—A.F.C. 4 0-1; A.F.C. 5—
Z.S.G.O. 6 5-0; Beker A.F.C. 5Ger
maan 3 3-1; A.F.C. 6Fokke 4 7-1;
AF.C. 7Germaan 4 0-2; Jun. A.F.C.
3Uithoorn 1-4. 7 Mei: P. D.
A.F.C. 3—H.F.C. 2 1-3; Beker A.F.C.
5S.D.W. 3 5-2; Rivalen 3A.F.C. 6
1-4; Rodi 3—A.F.C. 7 3-4.
Voor de adressen verwijs ik in
hoofdzaak naar de November- en ten
dele naar de Februari-Schakel.
B. S. LE MARCHé
12