U/at ieder A.F.C.-er behoort te u/eten Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöecs, houöt 6e schakel in stanö Wanneer deze Schakel onder de ogen van de lezer komt, zal de be slissing omtrent de uiteindelijke plaats onzer K.N.V.B.-elftallen wel gevallen zijn. Het eerste heeft een voorsprong van vier punten op num mer 10, d.w.z. eigenlijk op nummer 8, 9 en 10, die alle een gelijk aantal punten hebben. Al geeft deze voor sprong een veilig gevoel, toch zijn we nog niet in veiligheid. Er moeten dus nog enkele wedstrijden worden ge wonnen. Het elftal is er best voor in staat, doch dan moet de geest ook vaardig worden. Laat ons hopen dat dit het geval zal zjjn. Ja, van geest gesproken! Wanneer ik zo de stand b.v. van ons derde elf tal bekijk (het is vandaag 21 Maart) dan zie ik dat dit elftal één wedstrij 1 en één punt achter is op D.W.V. 3. Wint het derde dus van Ajax 3, dan is het definitief in veiligheid. Met zo een belangrijke wedstrijd voor de boeg, zou men mogen verwachten, dat de opkomst op de Woensdag avond avond-training voor het derde daverend zou wezen. Naar ik hoor is er echter geen enkele derde elftalier aanwezig geweest. Ik vind dit een voudig ontstellend en zelfs de meest verstokte genoegelijkheidsvoetballer moet dit met mij eens zijn. Met een dergelijke geest is eenvoudig niets te bereiken. Dit klinkt hard en toch moet het gezegd worden. Heeft men geen ruggegraat genoeg om voor een betere en hogere plaats in de voet balwereld te strijden, stelt men zich met een bescheidener plaatsje tevre den, is men al dik tevreden als men maar een partijtje voetbalt, welnu, laten we dan niet op twee gedachten hinken. Laten we dan geen dure ac- comodaties onderhouden, geen kost bare trainers etc. bekostigen. Dan behoeft het Bestuur zich om de cen ten ook niet zoveel kopzorgen meer te maken. Al waren die derde elftal- Iers ook maar alleen bij elkaar geko men om met elkander de komende beslissende wedstrijd te bespreken - want met een uurtje trainen ben je ook niet meteen in conditie! - dan zou daardoor reeds de band van ka meraadschap verstevigd en de kan sen op een mogelijk succes vergroot zijn. Want stel U eens voor dat na de degradatie van het tweede en het vierde nu ook nog het derde in dit afglijdingsproces betrokken zou wor den. (Gelukkig hebben de spelers van het derde elftal de situatie be grepen door zich in de wedstrijd tegen Ajax 3 zó tenvolle te geven, dat tegen een sterkere tegenstander een 0-0 resultaat werd bereikt. Red.) Ik neem het heus geen speler kwa lijk wanneer het nu eenmaal niet met zijn bijzondere opvatting omtrent amateur-voetbal overeenkomt, om zich voor die sport bijzondere opof feringen te getroosten. Maar dan mag hjj ook niet de minste aanspraak erop maken om in een hoger elftal te worden opgesteld. Laat hij dan maar in een Zaterdagmiddag-elftal of iets dergelijks gaan spelen, des noods elders zijn heil zoeken, maar niet door zijn opvattingen een orga nisatie, welke in de 55 jaar van haar bestaan er steeds voor gestreden heeft om zich eervol te handhaven, of zo mogelijk hogerop te komen, in gevaar brengen langzaam maar ze ker tot een niveau af te zakken, waarbij wü alles wat ons in de loop van tientallen jaren zo lief is gewor den, zouden moeten opgeven. Genoeg hierover. Hopen we het beste. Laten we eens zien wat er waard is in onze Schakel te worden vermeld. In de eerste plaats is dit wel: de Kampioenschappen van Ajax en Blauw Wit. Ieder rechtgeaard Amsterdams voetballiefhebber zal zich erover verheugen, dat daarmede Amsterdam weer aan de top van het Westelijk voetbal is gekomen. Ook van deze plaats aan beide clubs onze hartelijke gelukwensen en onze op rechte hulde voor die geweldige prestatie. Vergeten we ook de Vole- wijckers niet, die verleden jaar in degradatie-gevaar, dit seizoen Ajax steeds op de voet bleven volgen en daarmee een herstel te zien gaven, dat ieders bewondering moet af dwingen. Wanneer Stoffelen in de prachtige Ajax-revue op een gege ven moment zegt: „En er is nooit iemand jaloers op ons geweest!" dan zou ik haast eerlijk willen beken nen: „Stoffelen, neem het me niet kwalijk, maar ik ben heus wel een beetje jaloers op jullie organisatie, jullie strijdlust, jullie krachtige wil om je Club aan de top van het Ne derlands voetbal te brengen en te houden!" Het is altijd goed om zich de sterke tot voorbeeld te stellen. Competitie-systeem. De Amsterdamse voetballiefheb bers gaan met deze beide kampioen schappen een schone tijd tegemoet, want er zullen dus 10 wedstrijden in Amsterdam te genieten zijn 5 thuis wedstrijden van Ajax en 5 van BI.- Wit. Met de memorering hiervan ko men we meteen op de plannen tot wijziging van 't competitie-systeem. Zoals men vernomen zal hebben, gaat de buitengewone K.N.V.B.-vergade- ring, welke over deze plannen te be slissen zou hebben, op 25 Maart niet door. Gebleken is immers, - en dat was ook wel te verwachten - dat men het in de hogere zowel als in de la gere regionen allerminst eens is. Ik geloof ook niet dat men er zo komt. Zoals ik reeds in een der dagbladen uitvoerig mocht uiteenzetten za-1 men uiteindelijk toch aan een topklasse moeten geloven. Wat is nl. de bedoe ling. Men is het er algemeen over eens dat het aantal eerste klassers momenteel veel te groot is en tot een vervlakking naar beneden van het spelpeil leidt. Maar of het nu 60 of 40 zijn, zelfs dit laatste aantal is veel te groot. Waarmee heeft men nu rekening te houden: 1. Men wil een selectering van de eerste klassers om tot verbetering van spelpeil te komen; 2. De K.N.V.B.-organisatie berust op zes zelfstandige districten; 3. Het Bestuur van de K.N.V.B. wenst terugkeer tot de zuivere pyra- midevorm d.w.z. 1, 2, 4 en 8 afde lingen van 10, zo mogelijk van 12 elf tallen; 4. Het lagere voetbal wenst de vol ledige afschaffing van ae promotie- en degradatie-wedstryden, in afde lingen van 12 clubs waarvan ieder seizoen de twee laagst geplaatste elftallen, door de beide kampioenen der volgende afdeling vervangen worden. Dus ook geen beslissings wedstrijden, etc. Maar met zes afdelingen heeft men ook zes pyramiden, daarom volgt daarop een kampioenscompetitie van zes elftallen, welke minimaal tien wedstrijddagen nodig hebben. Deze kampioenen spelen dus in totaal achttien competitie- en tien kam pioenswedstrijden, totaal achtentwin tig wedstrijden, hetgeen men veel te veel noemt, al is er natuurlijk geen eerste klasser die er ondanks alle ongerief niet graag aan zou willen deelnemen. Het is duidelijk, dat in die tijd van kampioens-promotie- en degradatie wedstrijden de rest van het Neder lands voetbal eigenlijk uitgevoetbald is. Een bekercompetitie, welke b.v. in Engeland het neusje van de zalm Is, is dan ook in Nederland steeds een mislukking geweest, m.i. omdat het publiek liever naar de sensationele kamp'oens- of promotie-wedstrijden gaat, ook al betreft het lager geklas seerde clubs dan naar een beker wedstrijd van goede elftallen, waar bij geen sensaties te beleven zijn. En als er geen publiek komt, hebben de clubs er helaas ook geen belangstel ling meer voor. Naar mijn rotsvaste overtuiging is de oplossing voor al deze moei lijkheden dan ook alleen te vinden, indien men inplaats van de thans gebruikelijke kampioenswedstrijden tot een kampioenscompetitie of na tionale competitie overgaat, bestaan de uit de twee hoogst geplaatsten van ieder der zes districten. Tot nu toe stuitte men steeds op de vrees, dat een hoofdklasse langzamerhand door clubs uit bepaalde sterke distric ten zou bestaan, dus op de degrada tie. Welnu, indien men ieder jaar de slechtst geplaatste van die beide 6

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1950 | | pagina 6