U/at ieder A.F.C.-er behoort te u/et en
BT-yiaat"
- "•'grz"TT
Bequnstiqmq van onze aöveRteeRÖeRS, houöt öe schakel in stanö
Voetbal blijft toch een eigenaardig spelletje. Dat we
van het wel uiterst matig spelende Rapiditas wonnen,
was op zichzelf natuurlijk verheugend maar was geen
prestatie om er bijzonder over te roepen. De nederlaag
tegen Zaandijk, welke daarop volgde, was vanwege de
hoge cijfers eenvoudig alarmerend. Om van te rillen. En
ziet, even vrolijk slaagden wij er vervolgens in om een
der sterkste tegenpartijen, het zeer hoog geplaatste
D.W.V., er volgens de regelen der kunst onder te hou
den. Een overwinning om er trots op te wezen. Dat
D.W.V. schijnt in de wedstrijden tegen A.F.C. aan het
zelfde euvel mank te gaan, als vroeger bij ons in de
wedstrijden tegen het Gooi het geval was. Herinnert U
zich wel, dat die ontmoetingen voor ons ook evenzove'e
nederlagen betekenden? Zelfs als we bij de rust met
3-0 voor stonden, gingen we er in de tweede helft toch
in. Thans bleek een 1-0 voorsprong voor D.W.V. niet
voldoende te zijn. Toen de gelijkmaker al spoedig was
gemaakt, was de zaak gauw bekeken. D.W.V. voelde
als het ware de nederlaag, het verband raakte hopeloos
zoek en met paniekvoetbal kom je nu eenmaal niet
bijster ver. Al met al staan we ongeveer even ver van
de onderste als van de bovenste plaats. Een eigenaar
dige situatie, want goed beschouwd maken we waar
achtig nog een kans, indien er tenminste geen enkele
nederlaag meer volgt. (Helaas... - Red.)
Schutters
Misschien lijkt het een beetje arrogant om thans nog
dergelijke illusies te koesteren. Men weet echter hoe
ik er over denk, d.w.z. dat ik ons elftal in staat acht,
iedere tegenstander in onze afdeling te slaan. In tech
niek behoeft men waarlijk niet voor de anderen onder
te doen, de geest lijkt goed en voldoende enthousiasme
aanwezig. Ik heb Zaandijk (gelukkig) niet gezien, dus
ik weet niet wat er toen aan haperde. Het wil mij ech
ter voorkomen, dat onze schotvaardigheid, de bekwaam
heid in het benutten van kansen momenteel danig te
wensen overlaat, zodat de overigens goede eigenschap
pen van het elftal niet de daarbij passende bekroning
vinden.
Het was jammer, dat de terrein- en weersomstandig
heden het spel in de jubileumswedstrijd tegen Be Quick
danig beïnvloedden. Toch had ook dit weer zijn voor
deel. want we konden constateren, dat we langzamer
hand weer over een stelletje spelers gaan beschikken
wier balbehandeling een belofte voor de toekomst in
houdt. Ik vond het wel aardig dat enkele jongelui zich
zo echt in het dribbelen met de bal uitleefden! Daar
voor is ons voetbal nu eenmaal in de eerste plaats ge
noegen en ontspanning. Voor competitie-voetbal komt
echter wat anders kijken. De tegenpartij zit er feller
op en bovendien heeft zij gelegenheid om voor goede
(vervolg 5e elftal)
felle wind dwars over het veld. Al spoedig bleek, dat
we deze dag niet bepaald op dreef waren. We kwamen
met 1-0 achter te staan, doordat ondergetekende royaal
miste. Er speelden zich nog meer hartverzwikkende to
nelen voor ons doel af, maar het deed mij bepaald aan
genaam aan, dat het elftal zo volkomen begrijpend met
de hoofden knikte, toen ik na afloop van de wedstrijd
de oorzaken van één en ander gaf.
Nog voor de rust maakten we gelijk. Het verslag van
de gang van zaken na de hervatting kan kort zijn: het
was en het bleef slecht, met als uizondering het spel
van Leman en Frits van Klinken. Vooral door hun werk
kwam het tot een puntenverdeling (1-1).
En het einde van deze wedstrijd tegen prettige tegen
standers kwam met een door T.I.W. gemiste kans voor
open doel in de laaste seconde, een aanbieding die ge
daan werd door het
SPILLET JE
dekking te zorgen, als je de bal te lang bij je houdt. Ook
hier is de gulden middenweg het juiste.
Me dunkt dan ook, dat de systematische opbouw,
rc-sp. verjonging van onze hoogste elftallen, zoals de
elftal-commissie deze voor ogen heeft, in grote lijnen
wel juist is. In tijden van tegenslag lijkt het aantrekke
lijk om veel te experimenteren, vooral indien het spel
van enkele juniores rijk aan beloften is. Dat men dit
niet doet is juist. Er zijn bezwaren aan verbonden om
een jeugdig speler te vroeg in een hoger elftal te doen
uitkomen. Maar al te dikwijls falen zij, zakken weer
af en je ziet ze nooit meer terug. Toch behoeft men
niet al te schroomvallig op dit punt te zijn. Men moet
geval tot geval bekijken. Is er een redelijke kans, dat
een jeugdig speler mee kan komen en zich kan hand
haven, welnu, geef hem de kans. De K.N.V.B.-junioren
competitie is er indertijd m.i. aan te gronde gegaan,
dat men - op enkele uitzonderingen na - in deze junio
ren-omgeving ook als junioren bleef spelen, zonder tot
die hardheid te komen, welke nu eenmaal in hoger
voetbal absoluut vereist wordt. Onwillekeurig denk ik
dan aan mijn eigen ervaring met spelers als David
Huyer en Piet Bos, die reeds in hun prille jeugd d.w.z.
op 15-jarige leeftijd onder mij als aanvoerder in het
derde elftal uitkwamen (res. 2e klasse) en binnen een
zeer korte tijd naar het eerste elftal overgingen. Ik
weet zeker dat ze direct heel prettig in die hogere
elftallen hebben gespeeld, waarmee ik maar zeggen
wil, dat veel van hun medespelers en aanvoerder af
hangt en wel in die zin, dat men zulke jongens moet
aanmoedigen en zeker niet op onaangename wijze even
tuele fouten becritiseren. Ook de manier waarop men
buiten het veld met hen omgaat is van bijzondere be
tekenis, al ligt het tegenwoordig ook op de weg van
de jeugdleiders om op dit gebied een oogje in het zeil
te houden.
Ach, de gehele organisatie was in die oude tijd nog
niet zo perfect als tegenwoordig en toch wil het mij
voorkomen, dat een goed mens als Piet Wessel heel
veel met de jeugd heeft bereikt. Was er iemand ooit
zo populair bij de jongens?
Idealen.
In de Jubileum-Schakel schreef ik reeds: Leer onze
jeugd idealen hebben! Breng hun het besef bij, dat hun
grootste sportieve eer erin bestaat, indien zij niet in de
eerste plaats zichzelf, doch vóór alles hun club, him
A.F.C. met ere doen noemen. We zijn nu eenmaal een
voetbalclub, welnu laten we dan ook zo goed mogelijk
voetballen. De rest, hoe prettig ook, komt pas in de
tweede plaats. Trouwens hoe meer succes op de velden,
hoe gezonder de vreugde.
Vandaag las ik in de Daily Express dat Tom Bro-
milow als manager van Newport County, bij welke
club h(j sinds Mei 1946 werkzaam was, is afgetreden.
Kijk, zo'n berichtje, dat je toevallig onder de ogen
komt, wekt direct weer herinneringen. Hoe lang is het
geleden, dat Tom bij ons als trainer werkzaam was En
hij was een prima trainer! We hadden toen heus niet
zo'n best spelers-materiaal, zodat Tom in de loop van
de competitie, toen we vrijwel onderaan bungelden, dol
van vreugde was toen Charles Lungen weer bereid
bleek om ons te helpen en ons de weg naar de over
winningen wees. Herinnert TT zich nog, dat om Tom
met Hollandse opvattingen bekend te maken, de Heer
Eotsy zich bereid verklaarde om met Glendenning een
avondje te komen en na afloop zijn toenmalige donder
rede in verkorte en voor A.F.C. speciaal geschikt ge
maakte vorm hield?
Het deed me bijzonder genoegen, dat Charles nog
even in het Minerva-Paviljoen kwam kijken. Hij was
toch een uitzonderlijk voetballer! Wie onzer jongens
voelt er voor om dit voorbeeld te benaderen?
I. H. GALAVAZI