Ook de jeugd draagt het rood en zwart WAAROM WIJ FAALDEN? U kent de langzamerhand traditionele voorspelling, die ieder begin van het seizoen weer alom vernomen wordt: „Dit jaar worden we kampioen". Heit elfde lustrum doet ons even stilstaan en omkijken: We werden het slechts één keer echt; het doet ons overdenken, waardoor dit veroorzaakt werd, het doet ons zoeken naar een remedie: voetballer onzer jeugd verloren te laten gaan, omdat die kloof er nog is; het onze eerste vier elftallen vul lend reservoir is lek en moet door IJ allen geheeld wor den. Trekt de jeugd in Uw kring en bezoekt hun wed strijden. Tot Januari 1948 werkte de technische leiding onzer A.F.C., te veel verdeeld in drie commissies, te veel naar de beste resultaten in het lopende seizoen met volko men verwaarlozing van de verdere toekomst en met te weinig oog voor de grote invloed van psychologische factoren. (Het gemiddelde technische peil onzer spe lers is en was goed.) Daarom bracht een vierde com missie een verslechtering, met degradatie van A.F.C. II en een narrow escape van A.F.C. IV. Daarom zal een belangrijke verbetering reeds ingetreden zijn, nu de technische leiding in handen van één commissie is, die op initiatief van Lou Woudstra door Jaap van Nek uit de vier elftalcommissies is gevormd. Behalve één maan delijkse vergadering werken deze vier commissies zo hecht samen, dat reeds van blokvorming wordt gespro ken. Daarom zal een verbetering intreden, omdat die commissie van 14 systematisch naar een sterk en ho mogeen eerste-klasseteam met goede mentaliteit werkt. Daarom zal tenslotte meewegen, verzorgen en verbete ren van die goede mentaliteit naar verbetering leiden. Uiteraard zal de voorzitter van de jeugdcommissie, die altijd op langere termijn most werken, die het stre ven naar goede mentaliteit als een onderdeel van haar paedagogisbe taak ziet en behandeling van haar pro blemen en spelers door de technische leiding interes sant vindt, dit systeem met voldoening onder Uw aan dacht brengen, en aanbevelen. In de twiniger jaren was het jeugdwerk in A.F.C. on voldoende, wat o.a. als oorzaak van de slechte resulta ten van A.F.C. in de eerste dertiger jaren moet worden gezien. Staats c.s. brachten later, door intensivering van de zorg voor de jeugd, betere resultaten van A.F.C. in de laatste der dertiger jaren, toen hun jeugd onze K.N.V.B. elftallen kwam bevolken (1937 A.F.C.II promo veert, 1938 A.F.C. IH promoveert, 1940 A.F.C. I kam pioen, 1941 A.F.C. IV promoveert ten tweede male). Langzamerhand dringt door, dat de jeugd de toekomst heeft, zodat we ca. 5 jaar later zelfs een keer echt kam pioen worden (1946). Gezien deze samenhang tussen jeugdzorg en prestaties van ons eerste elftal enkele ja ren later, zou de jeugdcommissie na de sub. 1 be schouwde grotere interesse der technische leiding, de gehele A.F.C. willen mobiliseren. Zij juicht de zorg van Jan Snelleman aan de jeugd, op clubavonden be steed, van harte toe. Zij zag onze trainer, de heer Stee man, met voldoening tussen de junioren zitten, toen wij kienden. Jan Snelleman maakte daar een pracht beurt, door de junioren een niet gewonnen prijs te schenken. Dat zijn gesten, die de grote kloof tussen ju nioren en senioren vernauwen. Die kloof moet weg; de junioren moeten al in onze A.F.C. opgenomen zijn, voordat de overgang naar de senioren daar is. Daarom moet iedereen meehelpen. Velen Uwer hebben critiek op samenstelling en pres taties onzer K.N.V.B.-elftallen. Steekt de hand in eigen boezem, werkt mede om geen Hst aantal gelegenheden, waar ieder A.F.C.-er, ook de junior, de gehele A.F.C. kan ontmoeten, moet wor den uitgebreid. Naast de clubavonden, de kienavond en de Nieuwjaarsreunie, zouden b.v. een boottocht als slot en een dansavond als begin van heit seizoen heit contact tussen de spelers onderling en enerzijds de officials an derzijds kunnen verinnigen en voornoemde kloof kun nen vernauwen. Van de spelers zouden we wat meer bewijzen willen zien, dat trainer en elftalcommissies zich beijveren, A.F.C. ht stopperspilsysteem te doen spelen. Te veel wordt in de buurt lopen van de tegenstander als dek ken gepresenteerd. Het vierkant van binnenspelers en kanthalfs is niet mobiel genoeg, de drie overige voor spelers ontlopen hun tegenstanders te weinig. In dit verband herinneren we ons de wedstrijd van het bonds- elftal tegen Djumgaarden. De Zweedse linksback dekte Van der Gijp zo afdoen de. dat rechtsbinnen Van Steenbergen zijn eerst tien passes onderschept zag. Die Zweedse middenvoor wist, dat Terlouw hem eigenlijk moest dekken, dus bleef hij achter de voorhoede, zodat Terlouw hem practisch nooit dekte. De twee Zweedse binnenspelers trokken beiden in de voorste lijn op en Terlouw liep van het kastje naar de muur, tot ruim twintig minuten na het begin De Vroet dit in de gaten kreeg en deed wat m.i. het enige wapen hiertegen was: Hij ging tezamen met Terlouw die twee binnenspelers dekken. Jammer dat zij dit weer zo half deden. We hadden graag gezien, of de Zweden nog een zet in petto hadden en zo ja, welke. Het leerzame was, dat die Zweden met hun kunstje de Nederlandse achterhoede volkomen desorganiseer den en; dat de Nederlanders niet genoeg hun verstand gebruikten om de juiste tegenzet goed te kunnen uit voeren. Als nu befaamde spelers als Van der Gijp en Van Steenbergen niet merken, dat de tegenpartij het systeem goed speelt en anderen niet merken, dat de Zweden hun systeem op de proef stelden, dan zitten hier kan sen in voor ons, die door onze werkkringen gewend zijn aan het constant gebruiken van ons verstand. Dat is waar wij met onze spelers naar toe moeten: Voortdurend nadenken! Onze drie backs moeten het systeem tot in de perfectie gaan spelen, opdat zij inzien, dat dat de basis van onze aanvalskracht is. Het magi sche vierkant moet inzien, dat zij, als de tegenpartij de bal heeft, hun tegenstanders vierkant moeten dekken; komen wij in de aanval dan is ieder systeem in het voordeel van de systeem spelende tegenstander. De voorste drie spelers moeten verder zo systeemloos mo gelijk spelen, om dezelfde reden. (vervolg pag. 9, 2e kolom) 7

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1950 | | pagina 7