z.v.v.
van de elftalcommissie. T. Wiggemansen komt als toe
gevoegd secretaris in zijn plaats. W. van Dijkhuizen
bedankt als lid van de elftal commissie; de gebrs. Ter
Horst vragen overschrijving aan naar Ajax; de spelers
verdroegen elkaar niet ten volle en vormden zeker
geestelijk niet een geheel. Waren dit evenveel aanlei
dingen voor het slechtere spel of was het juist omge
keerd? Wij zullen er wel nooit achter komen. Wellicht
bestond er tussen al die feiten een zekere wisselwer
king. Of kon men de tegenslag in de eerste wedstrijden
niet verdragen? Eén ding is zeker, dat onder de bezie
lende leiding van captain Stallmann sedert 17 Februari
de ene overwinning op de andere volgde, dat men meer
en meer gevoelde één team te moeten zijn en ook be
gon te zijn en dat de ware animo terugkeerde mQt de
wil om te winnen en tenslotte nog een eervolle plaats
in te nemen, ook al waren er mensen, die vonden, dat
men nu het toch al zo laat werd onder de competitie
maar een heel dikke streep moest zetten."
Deze mensen, die dat zo vonden, hebben wel heel erg
ongelijk gekregen, want in datzelfde seizoen werd be
wezen wat een elftal vermag, waarin de echte stem
ming terugkeert. A.F.C. boekte de ene overwinning na
de andere en kreeg op het eind van de competitie de
kans in eigen hand met de wedstrijd A.F.C.-K.F.C.
voor de boeg. Deze wedstrijd vormt zelfs nu nog soms
de hoofdschotel van het gesprek en in de toenmalige
Schakels zijn toekomstige Grootvaders aan het woord
geweest om hun hunkerende kleinzonen op de hoogte
te stellen van de hartverzwikkende situaties, die zich
toen op ons veld hebben afgespeeld. Op 26 Mei ge
beurde het. De tribunes bezweken amper onder de last
der toeschouwers, die op ouderwetse wijze na&r onze
„snake-pit" waren toegestroomd om die wedstrijd van
het seizoen te aanschouwen. De kaarten gingen via de
opkopers voor de zwarte prijs van 25.— van de hand.
Laat ons even eerlijk zijn, het is natuurlijk a-sociaal,
maar wat waren we er trots op! Enfin, met de rust
stonden we met 2-0 achter. De Rogers juichten, wij
snikten. Tweede helft. A.F.C. sterk in de aanval, uit
val van K.F.C.3-0 achter. Bekeken, hè. Aardig ge
probeerd vonden alle A.F.C.-ers, toch een aardig sei
zoen gehad. Nog een kwartier te spelen. Sonnevelt
schiet plotseling: 3-1. (Wat spannend hè, weet U al
hoe het afloopt?) Applausje van het publiek. Nog tien
minuten te spelen:
Chris Geluk ging op onderzoek uit en het was 2-3.
Nog niets loos, want we moesten winnen en anders
had het nog geen zin. Even later kreeg Dik Disselkoen
de bal. Het publiek, dat al half bij de uitgangen stond
verslikte zich: 3-3. En nou ja, laat ik 't maar kort ma
ken, U weet tenslotte wat er gebeurd is.
Henk Sonnevelt kreeg op 25 meter afstand de bal,
hij zette er zijn schoen onder en die arme Koogse kee
per hoorde 'm fluiten. Vier-drie gewonnen. Sneu voor
de Rogers, die de muziek al hadden besteld en be
paald fnuikend voor de overdekte, die toch de beste
jaren van zijn leven al ver achter zich had.
Op 2 Juni wonnen we met 4-0 van W.F.C. en zo
konden we aantreden voor de grote beslissingswed
strijd in het Olympisch Stadion op Zaterdagavond 8
Juni, kwart voor zeven. Beslissingswedstrijd om het
Kampioenschap van de afd. A. van de 2e klasse van
District I. Er waren 45.000 mensen naar het Stadion
gekomen voor de grote wedstrijd A.F.C.-K.F.C. Na
vijf minuten dank zij Sonnevelt 1-0 voor, na een kwar
tier Geluk 2-0 en vlak voor rust weer Sonnevelt 3-0.
Rustig werd de thee genuttigd. Drie nul voor, mooi
weer en het publiek mee. Ge weet het verloop van de
tweeede helft. Dick Disselkoen scoorde uit een pe
nalty het vierde doelpunt, terwijl de Koog met twee
doelpunten de eer meenam, maar het kampioenschap
aan de Wandelweg liet, waar het gevierd werd met
het knallen der kurken en het schallen der liederen.
En zo luidde de eindstand van dat opwindende seizoen:
A.F.C.
21
16
0
5
69-38
32
K.F.C.
21
14
2
5
73-27
30
Volendam
20
13
2
5
67-54
28
West Frisia
20
10
1
9
57-50
21
Z.F.C.
20
6
7
7
35-41
19
D.W.V.
20
7
5
8
38-39
19
O.S.V.
19
7
4
8
35-40
18
20
7
2
11
43-50
16
Alkm. Boys
20
5
5
10
45-56
15
W.F.C.
19
4
6
9
24-41
14
Alc. Victrtix
20
3
2
15
34-84
8
De Promotie-competitie begon
op 15
Juni met
de
wedstrijd tegen T.O.G. in het Stadion, een wedstrijd,
waarin wij na met 1-0 met de rust te hebben achter
gestaan met 3-1 wonnen. De uitwedstrijd tegen 't Gooi
werd een appèl aan het zenuwgestel, maar de score
bleef 0-0 en zo was iedereen vol goede moed en dachten
we al iets te veel aan de eerste klasse. De return
wedstrijd tegen 't Gooi werd eerst op 13 Juli vastge
steld, wederom in het Stadion en na hardnekkige te
genstand ,,brak" het elftal en wist 't Gooi tenslotte
met 4-2 te winnen. Nog hadden we een kans, want
met een wedstrijd voor de boeg (tegen T.O.G.) konden
we de poort der eerste klasse nog betreden.
De stand zag er namelijk zo uit:
't Gooi 3 111 5—4 3
A.F.C. 3 111 5—5 3
T.O.G. 2 10 1 3—4 2
Die laatste wedstrijd tegen T.O.G. op 20 Juli in het
Stadion bracht voor ons dc beslissing. Een A.F.C.-er,
die niet in Nederland was tijdens die wedstrijd ontving
een telegram met de uitslag: „A.F.C.-T.O.G. 0-5 stop
A.F.C. wel opgekomen."
Het was een hard gelag om vlak voor de haven te
stranden en het moet voor Jo Broeksmit, die er zoveel
voor heeft over gehad en voor de spelers een grote te
leurstelling zjjn geweest. Maar de humor, die in boven
staand telegram tot uiting kwam, geeft de stemming
weer, die er toen in de club leefde. Verloren, jammer,
we gaan 't weer proberen. Maar het elftal, dat zo ge
vochten heeft voor de terugkeer naar de eerste klasse
moge hier niet ongenoemd blijven. Dodo Bote Geisler,
Wim Pogge, Johnnie Claus, Gerrie ter Horst, Gerrie
Stallmann, Cor ter Horst, Chris Geluk, Henk Sonne
velt, Dik Disselkoen, Karei ter Horst en Jaap Dissel
koen hebben gedaan wat ze konden en meer kan men
èn in het dagelijks werk èn op een sportveld nooit ver
langen.
Dat seizoen onderscheidde zich op meer punten dan
het voetbal alleen, want in dat zelfde jaar herrees de
aloude „A.F.C.-Schakel". In het jaarverslag schrijft
de secretaris hierover: „De nieuwe uitgave mag er we
zen. Je bent opnieuw verheugd als 't weer de vijftien
de van demaand is, want dan krijg je dat ding weer
in de bus gestopt."
Erg vriendelijk, maar ehheeft U 't gelezen Die
meneer spreekt van „dat ding". Is-ie nou helemaal
enfin, daar kom ik nog wel eens op terug!
In dat jaarverslag staat trouwens nog iets heel op
merkelijks, te weten: „de CLUBKAS heeft een bijzon
der goed seizoen meegemaakt." „Ach, ja", hoor ik nu
velen van U zeggen, „waar blijft de tijd". Een teken
des tijds was de installatie van de Zuiveringscommis
sie. Een hoogst onaangename taak, waarvoor wij de
heren Wijnholds, Emeis, ten Houten, G. van Nigtevegt
en Hoogenberk niet dankbaar genoeg kunnen zijn, dat
zij bereid waren de oorlogserfenis op te ruimen.
Het eerste na-oorlogse jaar was er dus wel een van
veel ups en downs. Dat is niet te verwonderen, want
dat is de gehele A.F.C. geschiedenis door het geval ge
weest en dat het seizoen 1945-'46 hierop geen uitzon
dering maakte bewijst, dat de club zijn weg weer her
vonden had, zowel op het gebied van de sport als op
4