Zo u/erkte de Commissie Indië Komaan, rustig wat Bij de herdenking van het 55-jarig bestaan van onze goede A.F.C. wil de Commissie Indië niet achter blijven haar gelukwensen aan rte bieden. Want wie en wat heeft de Commissie in staat gesteld haar mooie werk voor de jongens in Indië te doen. Dat is A.F.C. en wie A.F.C. zegt, die weet, dat daarmede bedoeld wordt de goede geest, die bij haar heerst. De geest, die altijd bereid is te offeren voor die leden, die, om een of andere reden in minder prettige omstandigheden zijn komen te verkeren. Dit is bij verschillende gelegenheden tot uiting gekomen. Denk nog maar eens, om één van die gelegenheden te noemen, aan de hongerwinter. Menig A.F.C.-er, zowel gever, als ontvanger, zal daar nog met genoegen aan terugdenken. Voor velen is A.F.C. dan ook een stuk van hun leven geworden en zouden dit niet gaarne willen missen. Om nu te blijven bij het werk van onze Commissie: Wij heb ben nooit een lijst gepubliceerd van de ingekomen gelden. Wij waren daar principieel op tegen. Elk bedragje of be drag is gegeven naar draagkracht en soms zal het kleine bedragje wel eens moeilijker geweest zijn dan het grote bedrag. Wanneer wij A.F.C.-ers 's Zondags op de tribune zitten en de wedstrijd van het 1ste elftal volgen met de ge dachte; zouden wij dit keer winnen en de dames zenuw achtig gillen en haar buurvrouw blauwe plekken knij pen. wanneer de bal weer net tegen de lat of paal vliegt en het weer mis is, dan zullen er op dat moment weini gen zijn, die denken aan onze jongens, zo ver van huis en onze goéde A.F.C. Wij zijn allen, vooral bij de thuiswedstrijden steeds present, gebruiken in de rust onze heerlijke warme soep van Pijl en na afloop roddelen wij tot laat in de avond. Wij hebben steeds A.F.C.-ers om ons heen. Maar wanneer dan via de Schakel of een bridgedrive een beroep op de leden werd gedaan voor onze jongens in Indië, ja. dan gingen onze gedachten naar de jogens over zee uiit en vele beurzen werden geopend en mpn gaf met gulle had. „Voor onze jongens was dan het parool" en men ging b.v. na een bridgedrive voldaan naar huis. Wij waren weer eens gezellig bijeen geweest, maar onze jongens, die mis schien op dat moment op zeer eenzame posten stonden, dachten meit een groot gevoel van warmte in hun hart aan de ..Good Old" die hun al deze lekkernijen zond en waaruit steeds weer bleek; „Wij vergeten jullie niet, al zijn jullie tijdelijk uit ons midden weggehaald' Grote voldoening hebben ons steeds de enthousiaste brieven gegeven, wanneer de jongens weer eens „per plex" hebben gestaan over hetgeen het A.F.C.-pakket be vatte. Vooral cigaretiten waren zeer gewild, ook voetbal- noppen en voetbalveters werden met groot gejuich ont vangen. Men kon dan weer eens een balletje itrappen, hoewel het mij een warm gedoe lijkt, maar je kon je dan weer eens heerlijk uitleven, want dat hebben de jongens daar nodig. Wanneer zij soms twee uur lang een wacht kloppen in de rimboe met niette om je heen dan de stilte vn de tropische nachten, die zo beangstigend kunnen zijn, dan is het voor zo'n jongen toch een heerlijk idee, dat hij daarna even kan genieten van een „saffie' uit dat tinne tje,, dat je A.F.C.-vrienden weer hebben gezonden. Sportiviteit uit zich niet alleen op het speelveld, maar is een vorm van innerlijke beschaving. Wanneer men ergens teveel over praat dan begrijpt ten slotte niemand waarover het eigenlijk gaat. Zo is het ook met het amateurisme. Het felste geluk is een doelpunt. Jammer, dat zo iets maar vijf seconden duurt. Een zestal jongens zijn weer teruggekeerd op het A.F.C.-nest en wanneer wij de juiste daitum van terug keer wisten, hebben wij ze met bloemen begroet. Allen waren vol lof over de grote vriendschap, die ze van U allen mochten ontvangen door de toezending van de pak ketten, brieven en schakels. Onze leuze is nog steeds: „Hoera, wij leven mee met de jongens van A.F.C. niet al leen hier, maar ook over zee". A.F.C. gaat nu zijn 56ste jaar in. In dit jaar zullen on ze jongens terug zijn. Daarmee zal ons werk een einde vinden. Wij beeindigen dan onze aangename taak, met het idee, dait wij ons steentje hebben bijgedragen om de A.F.C.-familie te binden C. I. „It came over me" om mat Barrie te spreken. Ik dacht aan de verruwing van het voetbal, zoals „men" dat pleegt te noemen; de spelers maken tegenwoordig het spel zo ruw, beweert die bovenbedoelde „men". Hoe zou hat dan vroeger geweest zijn? Ik kan me zo echt voorstellen, hoe dart er toeging. Speler A van de „Sorry, boys" schiet de bal op nauwe lijks een meter langs speler L van „Never mind", om pre cies .te zijn op 14° Westerlengte van diens linkerknie schijf. Ja, op 14° W.L., 'it is geen drukfout! L. itrekt dan ook een van pijn verwrongen gezicht: de man lijdt. Onmiddellijk fluit scheidsrechter Fluitmans het spel dood. Epeler A. spoedt zich haastiglijk naar L. en smeekt hem, met tranen in zijn stem. vergiffenis voor zijn onvergevelijke onbesuisdheid. Scheidsrechter F. beeft een harde rtrek om de arbitrale mond en wijst de roekeloze A onvrbiddelijk deJa. hoe heette zoiets in die praehistorie? Kleedkamers kende men niet; volgens de overlevering verkleedden de teams zich langs de sloot kant. Dus de scheidsrechter zal hem wel de slootkant ge wezen hebben. Moreel geknakt en met het diepgebogen hoofd tussen de hoge schouders, begeeft de snoodaard zich slooftwaarts. Strenge ogen zijn op z'n armzalige ge stalte gericht. Het spel kan hervat worden. De gebles seerde L. hinkt wat rond. Tja, voetbal kan ruw zijn Maar wat zal de voetballende mensheid over een eeuw presteren, zo tegen de tijd, dait A.F.C. 150 jaar bestaat. Stel U voor; velden van gewapend beton en spelers met een ietwat veranderde voetbaluitrusting. De voetbalschoe nen zijn vervangen door laarzen, met aitoomsplitsende neuzen en noppen, bij tijd en wijle gecontroleerd door de scheidsrechters, of er niet teveel uranium uitsteekt, loden body-prctectors ter bescherming van het lichaam tegen de electronenbeschietingen van de tegenpartij, die natrap pen te ouderwets en te weinig effectief vindt, en niet te vergaten de electrische verbandtrommel onder de oksels. Weke spelers, zonder raketbenen, hebben geen kans voor het eerste elftal, alleen de super rauwe-betonvreters. De scsheidsrechter, Ko Lere, voorzien van een amphi- bietank en een sirene bestraft een speler, die in overtre ding is, ter plaatse met de kogel. De speler, die een pe nalty veroorzaakt wordt echter mat een bren gefusileerd en in een iets gunstiger geval (hands b.v.) wil hij nog wel wat door de vingers zien; dan amputeert hij alleen maar een der onderste extremisteiten. Kankeren vinden de spelenden niet leuk meer: ze slaan nu acuut eikaars hersens in. Stopperspillen zijn vergeten, iedereen stopt en knokt. Neen, nu ik het zo zie, zeg ik meer dan ooit: behoedt U voor ruw spel. „Men" heeft gelijk. JAJA 19

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1950 | | pagina 19