Een praatje bij de haard
Onze dank
Wanneer zo tegen Kerstmis de nieuwe Schakelredac
teur per epistel je huis komt binnenstormen met een van
enthousiasme doordrenkt verzoek om iets voor de Jubi
leum-Schakel in te zenden, is je eerste opwelling hieraan
te voldoen. Er moeit niet gezegd kunnen worden „wat was
dat vroeger anders, toen zijn vaderlijke voorganger der
gelijke werkjes opknapte". Let op, George kan het ook
wel. Bon sang ne peut mentir. Het lijkt mij echter niet
zo eenvoudig voor hem, wanneer vijf jaar geleden de
AFC-geschiedenis in de lengte en in de breedte uitge
sponnen is.
Ik zit dit neer te krabbelen op de ochtend van de twee
de Kerstdag met het gezicht naar het AFC-veld. De vlag
gen zijn uigestoken, waaruit kan worden afgeleid, dat de
we.dstrijd van het eerste tegen Rapiditas vanmiddag
doorgaat. Het wordt tijd. Over een paar dagen is het
Nieuwjaar en van de wintig zijn pas acht wedstrijden ge
speeld. Indien vroeger de andere velden in Amsterdam
werden afgekeurd, was het AFC-terrein nog bespeelbaar.
Ons hoofdveld is nu toch wel slecht. Dit is geen verwijt
aan de Commissaris van Materieel. Na het veelvuldig ge
bruik, speciaal bij da avondtrainig, was het onvermijde
lijk. Toen wij lang geleden een lichtinstallatie kregen, had
de opzet voorgezeten niet alleen de veldtraining bij
avond mogelijk te maken, maar ook om de verlichting
met avondwedstrijden productief te maken. Van dit laat
ste! is in feite nooit veel gekomen, zodat het oefenen
hoofdzaak is gebleven. Toen na de oorlog de verlichting
weer in orde moest worden gebracht en verder werd ge-
perfectionneerd, kon deze niet zo maar eens naar een
bij -terrein worden overgebracht, daar de grondleidingen
enz. zich om het hoofdveld bevonden en het overbrengen
daarvan naar een andere plaats wel zeer kostbaar zou
zijn geworden. Met dat al zitten we nu met de narigheid,
waarin wellicht verbetering gaat komen, wanneer het
plan om een hulpverlichting op één der bijterreinen te
doen verrijzen, doorgang heeft gevonden.
Terugblik
In het bijzonder zo tegen de jaarswisseling bestaat de
neiging een terugblik in bet onmiddellijk verleden te
werpen. Je wordt er dan opnieuw aan herinnerd, dat die
goeie Frans van Dijk toch wel erg gemist wordt. Voor
onze club stond hij altijd klaar. Wat beeft hij mij altijd
fijn geholpen, niet in het minst toen ik penningmeester
was. Nooit was hem iets te veel. Wel kon hij zo heftig
verontwaardigd zijn wanneer ik weer te veel kaartjes had
laten verkopen en de mensen niet meer op de overdekte
konden worden ondergebracht. Na afloop dronken we sa
men een borrel en was Frans even blij als ik, dat zonder
brokken ite hebben gemaakt de entrées nog wat waren
opgevoerd.
En dan Bubi Sabelson. Dat is dubbel tragisch vanwege
zijn nog jeugdige leeftijd. Wanneer op hem een beroep
werd gedaan, dan was het altijd goed. Hij vond dit van
zelfsprekend; het was toch ook zijn club. Iemand die zelfs
met AFC in de vierde klas nimmer langs de lijn zou
hebben ontbroken met zijn ver boven alles uitklinkende
aanmoediging „Vooruit AFC-ers". Gedeelde smart is hal
ve smart. Weest er van overtuigd. Fred en Nel, ook wij
zullen Bubi nimmer vergeten.
Vervolgens denk je er weer aan, dat trainer Booth zo
goed in ons milieu paste en onze vereniging nog zulke
goede diensten had kunnen bewijzen. Hij was vol goede
voornemens en vol hoop t.o.v. het opgroeiend AFC-ge-
slacht. Ik heb hierbij niets ten nadele van de nieuwe
oefenmeester in gedachte, daar deze bij ons ook wel zijn
weg zal vinden.
Wat is er in die vijf jaar na de bevrijding weer veel ge
beurd. Een paar keer bijna kampioen, éénmaal bijkans
weer in de hoogste afdeling terug en zelfs roken we een
keer aan de derde klas. Wat een moeilijkheden en toch
kwam alles weer op z'n pootjes terecht. Als ik zo aan het
peinzen ben. moet de wedstrijd tegen Rapiditas nog wor
den gespeeld en stel ik vast, dat wanneer ons eerste elf
tal weer op eigen terrein wint, dat de eerste keer is sinds
het begin van 1949. Echt weer eens wat andrs.
Ik ben vanmorgen niet te vroeg opgestaan en het is tijd
om naar het AFC-terrein te gaan, voordat ik mijn stukkie
afheb. Dan later maar even afmaken. Op naar het veld.
Aldaar aangekomen is het 'eerste wat ik te horen krijg,
dat Joh. Wijnand granny geworden is. Onze Schakelre
dacteur is een zoon geboren. Van harte, jongelui! Nu be
grijp ik waarom George de laatste tijd zo iets degelijks
over zich kreeg, dat was n.l. vanwege de uitoefening van
ouderlijk gezag in het onmiddellijk verschiet.
Maar tevens snap ik dan, dat mijn tweede jeugd ge
ducht aan het verbleken is, wanneer iemand, die ik voor
kort nog voor een blaag versleet, zich tot grootvader
beeft opgewerkt.
In het clubhuis leg ik nog even het oor te luisteren. De
jeugd-commissie onthult, dat AFC in 1952 in de -eerste
klas terug is. Ik reken er op en bij leven en welzijn vier
ik het feest mee.
De wedstrijd van vanmiddag zit er weer op. We hadden
met 8-0 of zo iets kunnen winnen, maar onze voorhoede
vond 3-1 welletjes. Opnieuw konden in ons elftal een
paar mannetjes worden waargenomen, die rijp worden
voor het in 1952 te behalen resultaat. Na afloop was Ernst
van Ooy nog even bij mij thuis. Hij had een klein half
uurtje de tijd. Het zijn enige grote halfuurtjes geworden
en we hebben weer eens gezellig de goede oude tijd op
gehaald. Ernst spreekt nog steeds met een tempo van vijf
kwartier in het uur en is blijven volharden in het niet
afwijzend staan tegenover een alcoholische versnapering.
Ik zou zo nog wat kunnen doorgaan, maar ik moet re
kening houden met de toegemeten ruimte. De mij gege
ven opdracht luidde het over de periode van mijn voor
zitterschap te hebben, maar ik heb mij v-ermeteld dit
maar achtrwege te laten. Wij gaan nu, zij het op beschei
den wijze, feest vieren en ik wil daarbij niet uit de toon
vallen. Niet dat uit die tijd mij ook geen aardige dingen
zouden zijn bijgebleven, b.v. wanneer ik met de brain-
trust op stap was en daarbij o.m. circus-voorstellingen
bijwoonde, die je hartverzwikkingen bezorgden niet min
der dan 's Zondags op de tribune, wanneer de AFC ach
terhoede aan het switchen is.
Eigenlijk zou ik nu nog een opschrift boven deze rom
melige bijdrage moeten zetten, maar dat laat ik nu maar
over aan de mensen van de opmaak. Ik hoop, dat zij niet
zo onwelvoeglijk zullen zijn om er b.v. „Gezwam in de
Ruimte" boven te plaatsen. (Dank U voor de tip, Red)
A. METS
De in deze Jubileum-Schakel geplaatste cliché's zijn
welwillend ter beschikking gesteld dooi' het Weekblad
„Het Lichtspoor".
18