Mixed Pickles 1
Deze pickles zijn dan heel weinig „mixed" want zij hebben maar eigenlijk één onderwerp, de verschillende
jubilea, die ons goede oude A.F.C. gevierd heeft.
Zo af en toe krijg je als man het gevoel, dat je iets volwassens begint te krijgen. Dat kan gebeuren, als ze
je bij een thuiswedstrijd van je eigen club komen vertellen, dat je grootvader geworden bent dank U voor
de goede wensen, met mij gaat het goed, en hoe is het met U zelf?
En dan krijg je een invitatie, om deel te nemen aan te nemen aan de feestelijkheden, verbonden aan het
vijf en vijftigjarig bestaan van de Amsterdamsche Football Club. Het is dus veertig jaar geleden, dat je
iets begreep van een A.F.C.-jubileum
VIJFTIEN JAAR
Inderdaad. De herinneringen gaan terug naar een dampige dag in Januari 1910. De A.F.C. bestaat vijftien
jaar. Je bent nog maar een heel klein knaapje, maar je merkt toch wel wat van dat jubileum. Je vader heeft
verschillende „bittertjes" -tegenwoordig zeggen we „borreltjes" maar het komt eigenlijk op hetzelfde
neer in het „Rechthhuis" gedronken. Er schijnen heel veel mensen prettig en gelukkig te zijn. Scheepens
en van Gessel, Ouwehand en Togneri, Pasteuning en Lameerkortom, je hebt zo het idee, dat heel Wa
tergraafsmeer en onderhorigen bijv. Amsterdam verschrikkelijk blij zijn.
De grote dag voor mij, als klein A.F.C.-joggie is de jubileum-wedstrijd tegen U.D. Het Deventerse U.D. is
de beste en de grootste club uit het Oosten. Thuis hoorde ik, dat die lui met een echt kanon kwamen en
schoten, als ze een doelpunt maakten. Ik schrok mij dood. Voordien had ik alleen maar mijn grootmoeder
gevreesd, want die kwam af en toe uit Delft over. En in Delft zat „Concordia" met Jan Thornee en zo.
„Achilles", Rotterdam, was ook een kwaje en „Ajax" Leiden met van Santen in de goal nou, berg je
maar
En daar kwam nu zo maar U.D. uit Deventer. Met een kanon. Enfin, we zijn er heen gegaan en we hebben
gebruld en geschreeuwd stel je voor, dat zo maar lui uit Twente zouden winnen van ons Amsterdam
mers (Lugard, please excuse) en A.F.C. won met 4-1. Dat was wat. Als bijzonderheid stond op de reclame
biljetten, dat er „plankier"rond het terrein was
Van het twintig-jarig bestaan kan ik mij weinig herinneren. Dat was dus in 1915. Ik neem aan, dat ver
schillende van de ouderen het wel bruin gebakken zullen hebben, maardat jubileum viel in het eerste
jaar van de mobilisatie het eerste elftal speelde in een noodcompetitie en de Effectenbeurs was geslo
ten. Ik was bezig met domweg op te groeien en al met al zal dit twintigjarig bestaan niet in mijn herinnering
blijven voortleven.
ZILVEREN JUBILEUM
Hoeveel sterker blijft in de herinnering de viering van het zilveren jubileum van onze club. A.F.C. gepro
moveerd naar de Eerste Klasse. A.F.C. lid van „Het Gouden Hoofd", in de vorige seizoenen meegedongen naar
het Kampioenschap van Nederland en een grote, gerespecteerde vereniging.
Voor het eerst vier je bewust een dergelijk groot feest van je club mee. We zijn in de „boom"-periode na
de eerste oorlog. Als jonge vent pik je ook een graantje mee. Is dat niet geweldig, om zó maar uit te gaan
tegen je tafeldame te kunnen zeggen: Wil je „Graves-Superierur"
Je heb die dagen van dat zilveren feest een kleur van opwinding. Dat maak je nu zo maar mee, dat feest
van A.F.C..
Je geniet van alles. Van de openingswoorden van Schaf Scheepens van die stem, die je ontroerd heeft
en die je zal ontroeren, tot je die nooit meer horen kan en bij de herinnering waarvan je altijd weer ont
roerd zal zijn. Wat sprak Schaf slecht dat voelde je als jongen al maar wat gaf zijn stem je warmte
en clubliefde en het idee, dat je al je vrije tijd, al je overbruisende energie zou geven aan A.F.C.
Je geniet van het „Menuet van Bocherini" gedanst door wijlen Piet Vermeulen en zijn vrouw. Ze stappen
daar uit die omlijsting van een schilderij en het is om nooit te vergeten, zo mooi, als je het vindt.
En die middag die 18de Januari 1920 heeft A.F.C. met 3-2 van Blauw-Wit gewonnen. Dat wil dom
weg zeggen, dat A.F.C., jouw club, potverdorie dat A.F.C. nog aan toe eerste klasser blijft. Schin-
üeler keepte en van Diermen was hun aanvalsleider. Maar wat sta-je mee te hossen en mee te dansen:
„Zeg het voort, zeg het voort, heb je t wonder al gehoord,
A.F.C. heeft blauw Wit verslagen ja t is waar, al klinkt het raar,
A.F.C. heeft dik gescoord en we hebben Blauw Wit verslagen
Dit schoons dan op de melodie van wijlen Louis Davids: „In het Bosch, in het bosch, in het wondergroene bosch.
En je gaat naar huis erg blij met A.F.C., erg blij met zulke feesten, en een beetje blij misschien ook mat jezelf.
10