i
Mixed Pickles
Begunstiging van onse Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
Sfeer.
Er wordt een algemene vergadering gehouden, waarvoor eigenlijk weinig belangstelling bestaat. Statutair
schijnt A.F.C. er sinds jaar en dag twee algemene vergaderingen op na te houden. Iedere club heeft er één,
maar er zijn in A.F.C. zóveel dingen anders dan in een normale club, dus waarom zouden wij er geen twee
algemene vergaderingen op na houden?
Enfin. Laat ons arrogant zijn en dan maar zeggen, dat die vergadering op 21 October aan kwaliteit had, het
geen zij aan kwantiteit miste. Nu was die vergadering ook belangrijk, want de begroting zou worden voor
gelezen. Het griezelige bij ons is, dat niemand zich wat van de begroting aantrekt. In iedere normale club
had een begroting, als penningmeester Woudstra afdraaide, tot urenlange debatten aanleiding gegeven. Ge
zwegen van amendementen, moties en zo.
Ha, ha! schijnen onze leden te denken. Die grappigerd, die guit, die olijke penningmeester toch. Wéér zoveel
duizend gulden tekort? Om te lachen - horen we ieder jaar. Maar we hebben nog een eerste elftal en dat
maakt ieder jaar voetbal-Mokum gek. Of we staan onderaan en dan komt heel Amsterdam ons aanmoedigen,
omdat hot publiek het geen stijl vindt, als we degraderen of we staan bovenaan en dan komt de gehele
zwik ons aanmoedigen, omdat we toch eigenlijk in de Eerste Klasse thuis horen. Nee, dat zal best weer mee
vallen. Maar kijk uit, A.F.C.-ers. Het kan ook eens tegenvallen en dan is de klap raak!
En dan gaat dat hele gekke, onverantwoordelijke, prachtige, niet-te-verslane stel bij van Tuijll een afzakker
tje kopen. Zóveel tekort en er is deining met het eerste en niemand weet, hoè het eerste samengesteld is
straks in de wedstrijdMaar die wedstrijd is pas 36 uur later (ging overigens niet door wegens het
noodweer, maar dat wisten we toén nog niet) en dat tekort op de begroting, oh, la, la - dat valt misschien
nog wel mee.
En dan wordt het daar bij van Tuijll ineens een jongens-feest. Dan is daar een sfeer, een stemming, zoals je
eigenlijk nergens in het hele Koninkrijk, inclusief de overgebleven gebiedsdelen, hebt.
A.F.C., denk je dan vertederd. Wat bén je een sofclub, maar wat ben je groots en onvervangbaar. Grillig
ca onberekenbaar. Ach, eigenlijk logisch, want club is vrouwelijk volgens onze taalregels.
Peet Scheepens.
Nu ik het toch over die algemene vergadering heb, wil ik even zeggen, dat de huldiging voor ons erelid
J. F. („Peet") Scheepens, waarbij hij onze tweede ridder werd, mij ontroerde.
Ridder wordt iemand bij A.F.C. als hij vijftig jaar - een halve eeuw! - lid geweest is en in die halve eeuw
zowel als speler en als organisator een grote rol gespeeld heeft. Jac. van Ooij viel als eerste die eer toe,
nu was het de beurt van Peet Scheepens.
Laat mij eerst even de nadruk leggen op de achternaam: Scheepens. Tientallen jaren heeft A.F.C. geheten:
de club van de Scheepens. Er waren er drie: Schaf, Nic en Peet. De drie gebroeders Scheepens hebben A.F.C.
gemaakt. Schaf, de gevoelige - Nic, de zakelijke - Peet, de bescheidene.
De gebroeders Scheepens waren volkomen verschillend geaard. Dat wij nu Peet Scheepens mochten huldi
gen en eren, zal ieder, die langer in A.F.C. meeloopt en beseft, dat die club ver uitgaat boven een combinatie
van hun eigen ijdelheid nastrevende voetballertjes, deugd gedaan hebben.
Want wij huldigen de bescheidene, de trouwe. Ik herinner mij nog, Peet, hoe „paf" jij in 1924 stond, toen
een deputatie van A.F.C.-ers naar Hilversum toog om je te vertellen, dat je erelid geworden was. En even
„paf" stond je op 21 October 1949, dat je ridder van A.F.C. geworden was.
Maar wil van ons aannemen, dat die benoemingen zo gemeend van ons en zo verdiend voor jou waren en
zijn. Tegenwoordig schijnt het vaak zo te zijn, dat je van je club wat eist. Jij hebt nooit iets van A.F.C. ge-
eist. Peet, je hebt alleen je club gediend. Gediend - en dat is toch het mooiste, wat iemand kan doen. Dienen,
een ideaal, zijn land, zijn gezin of gewoonweg zijn club.
J. W.
(Kapiteinshut)
vervolg van pag. 1
raffineerd samenspelen zullen wapens blijken te zijn,
waarmede wij onze tegenstanders zullen moeten be
strijden.
Nog even wil ik er op wijzen, dat ik in mijn vorige
beschouwing het persoonlijk element beslist buiten ge
sloten had.
Ik heb, op mijn woord van eer, slechts de algemene
bedoeling gehad, om de verschillende karakters ten op
zichte van beslissingen, uit te beelden. Men moet mij
daarvoor kennen om te weten dat ik objectief en eer
lijk de belangen van A.F.C. wil dienen.
Niet onvermeld mag ik laten, dat mij op de verga
dering van 21 October j.l. de eer te beurt viel, ons ere
lid, de Heer J. F. Scheepens, tot ridder te slaan.
Wat hij in de prille jaren voor A.F.C. gedaan heeft,
kan elk lid tot voorbeeld strekken.
Ook de eenvoudige huldiging, die wij de scheidende
Hoofdredacteur van „De Schakel", de Heer J. H. Wij
nand, bereid hadden, was hartelijk en gemeend.
Na afloop hebben wij nog even met de kern nage-
boomd en hierover zal elders nog wel wat meer ver
teld worden.
Door dergelijke figuren gedragen, zal A.F.C. niet
versagen.
G. H. HAUBER