Meditatie
Haat vooRneveló
5
UttClt
't voetbalveld regeren,
Uw fietsen repareren.
v. Tuyll v. Serooskerkenplein I
Telefoon 91590
"Begunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
In de vorige verschijning van ons blad heeft het over
zicht van het vijfde geschitterd door afwezigheid. Een
samenvatting van de tot voor 14 dagen geleden ge
boekte resultaten van dit elftal kan echter zeer kort
zijn. Er werden vijf wedstrijden gespeeld en verloren
met alle narigheden van dien. Het ergste was nog, dat
minstens drie, zo niet vier nederlagen te danken zijn
geweest aan eigen schuld, aan het gemis aan enige
wilskracht, want werkelijk, al onze tegenstanders wa
ren, met één uitzondering, niet sterker dan wij.
23 October zouden wij aantreden tegen C.N.P. II uit.
Moeilijk was de eerste en laatste beslissing van de
scheidsrechter op deze middag echter niet; hij keurde
het „bassin" af en zo konden wij ons huiswaarts spoe
den om ons te verschonen. Maar ook deze middag was
er weer iets niet in de haak bij ons. Wij stonden er met
zeven mensen, terwijl het veld niet door de Bond was
afgekeurd. Net zo goed en gemakkelijk als de zeven
aanwezigen te weten waren gekomen, dat de scheids
rechter het veld ging keuren, hadden de thuisblijvers
dit kunnen vernemen. Indien de arbiter had besloten
(zoals zovelen die middag gedaan hebben!) om toch
te laten beginnen, hadden wij twee strafpunten opge
lopen.
Lid zijn van A.F.C. geeft rechten, meer dan één, maar
probeer niet van iedere plicht af te komen. Maar al te
veel lieden denken nog steeds, dat wanneer zij van
plan zijn hun diploma te gaan betalen, zij het recht
„gekocht" hebben om te doen en te laten wat hun per
soonlijk het prettigst voorkomt. Deze mensen kunnen
A.F.C. een grote dienst bewijzendoor te bedanken
voor hun lidmaatschap! (Zeer juist. Red.)
Herstel
Onder geheel andere omstandigheden begroetten wij
de week daarop op ons veld het nog ongeslagen TIW II.
Na het winnen van de toss begonnen we onmiddellijk
goed te voetballen tegen een vrij stevige wind in.
Reeds in de eerste helft waren wij onze tegenstanders
de baas en uit één van onze talrijke goede aanvallen
bezorgde Weijers ons de leiding. Achter zat het „pot
dicht", mede door de belangrijke versterking van Van
Driel onder de lat. Hoopvol begonnen we, gesteund nu
door wind en de 1-0 voorsprong, de tweede helft. Maar
deze was geen 10 minuten oud of T.I.W. maakte fraai
gelijk. Het volgende kwartier bewezen we tegen deze
tegenslag opgewassen te zijn en toen we een straf
schop toegewezen kregen, benutte Chiel deze, na
dat hij zelf letterlijk (en de penalty figuurlijk) enige
voeten in de aarde had.
Deze 2-1 voorsprong hebben we stug en met succes
verdedigd. Maar mogelijk evenveel vreugde als van de
eerste overwinning hadden we van het feit, dat deze
punten behaald waren door een eensgezinde ploeg, die
het veld was ingegaan met het plan om er voor te
„knokken". Dit is de enige manier om tot resultaten
te komen en als wij dat Zondag in, Zondag uit doen,
kunnen we ervan overtuigd zijn, dat bij het verschij
nen van de volgende Schakel een belangrijk gedeelte
van onze huidige achterstand is weggewerkt.
SPILLETJE
Er heeft me van de week een A.F.C.-lid door de tele
foon met „Dame" aangesproken. En nu vind ik het
opeens heel erg moeilijk om een stukkie te schrijven,
want het Dame-zijn brengt loodzware verplichtingen
met zich mee. De hele avond zit ik al te tobben met
wat ik allemaal niet mag schrijven, en nog staat er
niets op papier. Ik wilde boudweg iets keurigs uit de
Libelle overschrijven, maar die tip van Mevr. F. (wij
danken haar voor deze goede raad!) om een klontje
boter bij het aardappelwater te doen, lijkt me óók weer
niet zo énig voor onze Schakel
Stapelgek word ik ervan! Over Dick Bessem durf ik
niet meer te schrijven, hij wordt beslist kwóód als ik
over die zwemmerij begin! En het was toch zo aardig!
Al die sport-officials aan het afzwemmen. Het ging
heel plechtig: daverende namen werden afgeroepen,
fotolampen flitsten. Ach ja, zo'n shownummertje heb
ben ze met basketball ook al eens uitgehaald. Dick nam
op zijn beurt een stoere duik, maar kwam terug om
zijn pijp op de kant te leggen. Mijn plons niet meege
rekend, was het hele basin gevuld met de roem van
Neêrland's Sportwereld en alles poogde dapper een
baantje schoolslag te trekken. Als je 't mij vraagt,
leek het wel gehè,kt, zo vol was het. Jacques Kohier, die
alles van waterpolo afweet, vond het veiliger, om naast
de Minister gezeten, toe te kijken.
Plotseling moesten we draaien en op de rug verder.
Daór begon de ellende pas goed: met de regelmaat van
een klok kreeg ik de voeten van mijn voorganger op
m'n knar gestampt, en alles wat nog niet blauw was,
maakte nu een kans. Ik zag Dick zwoegen, en gaf hem
stiekum zetjes. Er werd geleden en gestreden, het was
zwemmen of verzuipen, maar we hóófden het!
Nu kwam onze grootste stunt: watertrappen met
vingertjes in de hoogte. We waren dapper aan het hup
pelen in het water, maar Dick hing te tobben met een
geknapt elastiekje en kon niet bij z'n handen. Ik vond
het maar griezelig en bleef een beetje uit de buurt.
Maar toch sneu voor hem, dat gehijs (in Kopenhagen
had hij óók al zo'n pech Toen de examinator hem
gebood: „Menéér, handen omhoog!", heb ik maar met
mijn tenen langs Dick z'n oren gewapperd en hij slaagde
Cum Laude; z'n eer was tévens gered
EEN AANGETROUWDE.
3