U/at ieder A.F.C.-er behoort te u/eten
begunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
Het was een uitstekende gedachte van het Bestuur
van de Afdeling Amsterdam van de K.N.V.B. om ter
ontlasting van de Algemene Vergadering de uitreiking
van de Kampioensdiploma's op een afzonderlijke avond
(in het restaurant van het Stadion) te arrangeren.
.Niet alleen bespaarde men daardoor veel tijd, doch te
vens had men nu de gelegenheid om niet alleen de
verenigings-afgevaardigden, maar ook de aanvoerders
dezer kampioenselftallen uit te nodigen en bovendien
het geheel nog bijzonder aantrekkelijk te maken door
deze uitreiking te combineren met een lezing van In
specteur Kupers en de huldiging van een serie spelers
van het Amsterdamse elftal, die minstens 10, enkelen
zelfs 25 wedstrijden voor Amsterdam in binnen- en
buitenland hadden gespeeld. Het is duidelijk, dat het
speciaal voor de aanvoerders der jeugdige kampioens
elftallen bijzonder aantrekkelijk was, om persoonlijk
uit de handen van het Bondsbestuur het diploma,
waarvoor men zo hard had gewerkt, in ontvangst te
mogen nemen.
Wat moet het overigens voor Arie de Wit, als Ajax-
official, een trots gevoel zijn geweest om met 8 aan
voerders naar voren te mogen komen. Acht Kampioenen
in de A.V.B.En wel: 1 seniores-, 3 juniores- en 4
adspirant-elftallen! Een prachtige sportieve prestatie,
waarvoor ik Arie- gaarne en welgemeend mijn grote
respect en bewondering heb betuigd! Men moet toch
wel over een uitzonderlijk bekwame en perfecte' voet-
bal-organisatie beschikken, van mensen met liefde voor
hun club en voor het spel, om zulke schitterende resul
taten te kunnen bereiken. Resultaten, welke de be
lofte, neen, de zekerheid geven, dat Ajax zich nog vele
jaren aan de top van het Nederlandse voetbal zal kun
nen handhaven, zoals het dat al zovele tientallen jaren
op unieke wijze heeft kunnen doen. Op deze plaats nog
maals: mijn compliment!
Misschien zullen sommige lezers zich afvragen, waar
om ik zo uitvoerig bij die eenvoudige uitreiking van
kampioensdiploma's blijf stilstaan. Welnu, ik wil daar
mede de eerzucht van onze A.F.C.-officials en -spelers
prikkelen en tot nadenken erover brengen, hoe een der
gelijke prestatie mogelijk is. Er moeten toch algemene
richtlijnen zijn, welke te volgen een eerste vereiste moet
wezen om een dergelijk succes te benaderen. Discipline,
paedagogische ervaring om met jeugdige en oudere
voetballers om te gaan, grondige kennis van het spel
en niet het minst het prefereren van de kwaliteit boven
de kwantiteit. (Ik zie mijn vriend Jo, onze ex-redacteur,
reeds de wenkbrauwen fronsen!) Maar toch dient het
weer eens te worden gezegd en ik kan nu eenmaal
mijn mening in dit opzicht geen geweld aandoen het
selecteren van de kwaliteit in technisch en mentaal op
zicht speelt nu eenmaal een overheersende rol. Ook de
beste talenten gaan in de triomf der middelmatigheid
onder!
Voor ditmaal wil ik er niet verder op ingaan, ho
pende dat deze enkele opmerkingen voor spelers van
hoog tot laag en voor hen, die de taak op zich hebben
genomen om deze spelers de weg naar succes te leren
en te wijzen, een aansporing moge wezen om zich nog
eens extra op de toekomst te bezinnen.
We moeten in het komend seizoen nu eenmaal ons
uiterste best doen. In de vorige Schakel sprak ik reeds
over de plannen om tot een wijziging in het systeem
te komen. Interessant is het, dat ik ergens gelezen of
gehoord heb, dat blijkbaar niet alle leden van de F.E.K.
het met de voorgestelde' 4 grote 1ste klassen eens zijn.
Er zouden districten zijn, of beter: groepen van 1ste
klassers, die vrezen met die van andere districten ver
mengd te worden, omdat zij daarvan achteruitgang van
hun spelpeil duchten, aangezien zij die anderen als niet
volwaardig beschouwen. Maar dat is juist wat ik jaren
lang heb betoogd; speciaal in verband met het op deze
indeling berustende stemrecht in de Bondsvergadering.
Natuurlijk zal er van competities van 15 clubs niets
komen. Men heeft hiervoor evenveel wedstrijd-Zonda
gen nodig als voor 16 clubs, dus 30 wedstrijddagen. Als
men dan nog denkt aan de steeds te verwachten slecht-
weer periode, interland- en vriendschappelijke wedstrij
den, dan is het duidelijk, dat dit aantal veel te groot is.
Opmerkelijk is ook, dat er dan blijkbaar geen tijd
meer voor een Kampioenschap van Nederland over
blijft. Ik weet niet hoe men deze kampioen wil bepalen.
Deze competitie legt thans met 6 kampioenen beslag
op 10 wedstrijddagen en speelt daarom ook in de week.
Maar bij 4 kampioenen heeft men toch nog altijd 6
wedstrijddagen nodig.
Vroeger was ik een tegenstander van een hoofd
klasse, doch ik raak er thans van overtuigd, dat de
oplossing alleen in een hoofdklasse ligt.
Trouwens, de tegenwoordige kampioenscompetitie is
practisch reeds een soort hoofdklasse, welke mits
normaal verspeeld 10 wedstrijddagen in beslag neemt
en in feite een onevenredig grote beloning voor deze
kampioenen is. Verre reizen zijn tegenwoordig geen
bezwaar, want deze kampioenen zien er ook geen been
in en spelen bovendien soms 3 wedstrijden in 8 dagen!
Bij eennormale hoofdklasse zouden die extra verre
reizen ook slechts een enkele maal per seizoen voorko
men. De kampioen van de hoofdklasse is dan tevens
Kampioen van Nederland!
Ik ben er niet blind voor, dat de promotie-degradatie
regeling voor een dergelijke hoofdklasse allerhand pro
blemen doet rijzen, vooral als men tot afschaffing van
de promotie-degradatie-wedstrijden zou komen, en de
indeling in districten wil handhaven. De mogelijkheid
zou immers bestaan, dat de degradatie-candidaten
hoofdzakelijk tot één district behoren, in welk geval
een verschuiving naar een ander district zou moeten
volgen.
We zullen er maar niet verder op ingaan en deze
moeilijke materie aan het beleid van Bestuur en Bonds
vergadering overlaten.
Van vergaderingen gesproken, ware het niet dat de
kwestie Kraak-Stormvogels op de vergadering van
district I aan de orde was gesteld, dan zou deze verga
dering niet veel om het lijf hebben gehad. Opmerkelijk,
dat er altijd nog lieden zijn, die maar niet kunnen be
grijpen dat de K.N.V.B. bij interland-wedstrijden zijn
gasten niet met een „broodje-pekel" kan afschepen,
doch inzake receptie verplichtingen heeft, waaraan hij
zich niet kan onttrekken.
Dit is het eerste artikel, dat ik aan George Wijnand
moet inzenden, die zijn Vader als redacteur van de
A.F.C.-Schakel heeft opgevolgd. Vanzelfsprekend gaan
mijn gedachten dan terug naar de vele jaren, dat ik
met Jo mocht samenwerken en onze A.F.C.-Schakel
zich in de belangstelling van velen in voetballend Ne
derland mocht verheugen. Veel is er veranderd en toch
zijn ook vele problemen dezelfde gebleven. Me't wee
moed kan ik terugdenken aan de tijd, dat wij dikwijls
zo militant waren, samen optrokken, ook al verschil
den we van mening, maar ons toch één wisten in onze
bedoeling om op eerlijke wijze ons bescheiden steentje
bij te dragen tot de bloei van voetbal in het algemeen
en van onze club A.F.C. in het bijzonder.
Jo, bedankt! Het moge je een voldoening wezen je
zoon als opvolger te zien optreden. Moge hij evenveel
succes hebben; op mijn medewerking kan hij rekenen.
I. H. GALAVAZI
2