VAN ES Redactie-u/isseling I van Baerlestraat 59, tel. 20140 Het ging werkelijk niet meer. Ik heb geprobeerd de A.F.C.-Schakel nog zo goed mogelijk te redigeren, maar als je een keer de drukproeven heb moeten corrigeren op je knieën in een hotsebotsende autobus hetgeen de correctie niet ten goede gekomen moet zijn en je hebt een paar keer de drukker op een voor hem hoogst ongelegen moment moeten bellen, dat de boel één dag later kwam, omdat je echt en heus niet weg kon, dan wordt het tijd, om te bedanken. Maar er is toch meer. Alles bij elkaar heb ik 16 jaar de Schakel geredigeerd en dan geloof ik, dat je het werk moet overlaten aan een jongere kracht. Niet om dat je eigen krachten te kort zouden schieten -ik zou haast zeggen integendeel, omdat juist ervaring en rou tine toch ook belangrijke factoren zijn maar omdat een jongere kracht de zaken eens fris kan aanpakken en met geheel andere kijk op de dingen. En daarom juich ik het toe, dat de redactionele leiding van ons clubblad overgaat naar een in jaren jonge, maar in clubjaren niet zo jonge A.F.C.'er, aan mijn zoon en collega George Wijnand. Het is natuurlijk een bezwaar, dat hij in Den Haag woont, maarAmsterdam en A.F.C. zijn grote trek pleisters en zo af en toe spreken hij en ik elkaar ook wel eens. Ik vertrouw dus, dat hij het zal rooien en ik hoop, dat de vele medewerkers, die de A.F.C.-Schakel tot een, naar mijn idee, toch wel leesbaar blad maken, hem dezelfde steun zullen geven als ik in zo ruime mate mocht ondervinden. Dit is het laatste nummer, dat onder mijn redactie uitkomt en waarin dus lekker niemand in mijn copy kan schrappen. Ik wou dan in dit afscheidstukje schrij ven, dat ik mij zorg maak over de ontwikkeling van de voetbalsport en over de ontwikkeling in A.F.C. Wat de ontwikkeling in de Nederlandse voetbalsport aangaat, bedoel ik niet het vertrek van prominente voetballers naar het buitenland, om daar enige jaren voetbal als beroep uit te oefenen. Het komt mij voor, dat iemand, die zou weigeren om voor een speciale aanleg, die hij heeft meegekregen, in drie jaar tijd een kleine ton guldens te krijgen, een volslagen idioot is. Maar als ik lees, dat een speler overschrijving aan vraagt, omdat zijn club zich niet aan de belofte gehou den heeft, zijn meisje een kapperszaak te geven, dan wordt het toch wel griezelig. Want als de competities dan gevormd worden door clubs, die met kapperszaken jongleren en door clubs, die het beneden hun opvattin gen zouden vinden, om de spelers na afloop van de wedstrijden een kop thee of een borrel uit de clubkas" aan te bieden, dan is men toch wel bezig, om liters en meters op te tellen, hetgeen nog nooit gelukt is En nu mijn, Uw, ons oude A.F.C. Jaap van Nek had toch eigenlijk gröot gelijk, toen hij een paar maanden geleden schreef over de „eerste elftalziekte" in ons clubje. Zijn wij een organisatie tot het behalen van een maximum aantal winstpunten in voetbalcompetities of zijn wij een Club, vormen wij te zamen de A.F.C.? De vraag rijst dan, wat men onder een club moet verstaan. Dat kunnen wellicht het beste aanvoelen zij, die vaak buiten het clubleven staan, omdat hun werk hen veel doet reizen. Als ik uit een paar persoonlijke ervaringen mag putten, dan denk ik aan die jonge liaison-officer", die ik in Bandoeng meekreeg voor de reis naar en besprekingen in Cheribon. Dan denk ik aan een jonge ingenieur, die in zijp eentje op Oost- Java een machinefabriek aan het (zoals dat in modern afgrijselijk Hollands heet) „rehabiliteren" was. Aan de resident van West-Java, waarmee ik een avond zat te praten. Aan een K.L.M.-steward in Rio de Ja neiro en aan zo vele anderen. En waarom? Als je de rimboe ingaat, of de lange reis op moet en je prevelt tegenover je metgezel zo iets van „aangenaam" dan wil je wederzijds wel weten: met wat voor rare snoeshaan je nou weer op stap moet. Want het kan wel zijn, dat je met die vent ergens moet overnachten in een pasangrahan, omdat het „boven" gebanjird heeft. Het kan ook zijn, dat een of ander knaapje op je wil schieten. Het kan ook zijn, dat je met die man een diepgaand onderhoud moet hebben en liever niet bij voorbaat moet denken, dat je er inge legd wordt. Wel, je praat dan zo'n beetje met elkaar en dan merk je toch al gauw, wat voor vlees je in de kuip hebt. In die gevallen, die ik even aanhaalde, bleken het leden of oud-leden van voetbalclubs te zijn bekend om de sportieve school, die zij hun leden lieten door lopen. „Ik ben (of was) lid van H.B.S., van Concordia, van H.F.C., van U.D., van V.O.C., van A.F.C." Dan vraag je niet, in welke K.N.V.B. competitie het eerste elftal van die club nu speelt, maar dan denk je wederzijds: „Zó, kom jij uit dat nest. Ik weet niet, waar en hoe het leven je gekneusd of gebeukt heeft, maar je komt uit de school van Jac. Lamey, dr. Thomee, dr. Spoel- der, Lugard, Dirk van Prooije en Schaf Scheepens. Je moet dus óóit een fijne vent geweest zijn, anders had je je niet door die „school" aangetrokken gevoeld. En waarschijnlijk kan ik op je rekenen, wanneer we op de reis trouble krijgen Nog waait bij A.F.C. de vlag van het amateurisme. Nog voelt A.F.C. de grote paedagogische taak, die zij als oudste voetbalclub in Amsterdam te vervullen heeft. Nog begrijpt A.F.C. dat die drie letters ver uit gaan boven een club in een competitiestand, zoals ook de letters U.D., H.B.S., H.F.C. e.t.q. „in Nederland, in Oost en West, op zee of waar ook ter wereld" veel meer betekenen dan het gespeeld zoveel, gewonnen, gelijk, verloren zoveel en dat is het aantal winstpunten. Maar we zijn zo krampachtig geworden. We hebben zo weinig tijd meer voor elkaar. Voor de bottertocht de glorieuze zeiltocht, waarvan de onvergetelijke Piet Vermeulen schreef, dat „dan alle kurken, waarop A.F.C. drijft, zelf gaan drijven" is geen gelegenheid meer. Gezellige avonden zijn er niet meer. Een „ronde tafel" op clubavond is er niet meer men „vergadert", men moet „moeilijkheden uit de weg ruimen", „partijen tot elkaar brengen Drie dagen per week windt men zich op over de vorige wedstrijd van het Eerste, de volgende drie da gen windt men zich op over de komende wedstrijd van het Eerste. En de tribunes moeten volstromen, want anders, nietwaar „kan A.F.C. niet bestaan". A.F.C., weest op Uw hoede J. H. WIJNAND I

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1949 | | pagina 7