„De Cricket-moordrel" A.F.C. Resideert, Organiseert.. Lieert Als u en ik nog aan vacantie denken, en, naar ik hoop, ook aan vacantie doen, staat Koning Voetbal ons alweer te wenken voor Zijn entree in 't komende seizoen. Een moordrel is het inderdaad. De in het stukje van Jhr. van Strottum genoemde cricketers gingen dan ook dadelijk na lezing in comité-generaal. Het was wel warm met die gesloten deuren, maar daardoor alleen waren de hoofden niet verhit. Het was gewoonweg een opluchting als iemand in de vellen ging zoeken, dan ging de deur n.l. even open. Scheelstra leidde de bijeenkomst met straffe be roepshand en mij werd verboden te notuleren, dus viel ik in slaap en droomde: Aaijer heeft het woord en stelt voor, door publicatie, alles maar ruiterlijk te bekennen (omdat ze toch al zo veel weten). Hij wil dan een prof elftal oprichten en hij komt meteen met een plan en berekening waaruit blijkt, dat wij ieder ca. 15.000,per zomer netto zul len verdienen en 's winters fijn naar het amateurvoet- balgedoe kunnen gaan kijken. „Laten zij maar voetbal len en er niets aan verdienen", zegt hij, „en wij cricketen en dik verdienen." „Ben je nou helemaal bedman", zegt Aarel Kalland, „ze weten nog niets. Dat haar op Maafie z'n hoofd groeit helemaal niet, dus is er geen bewijs. Je moet nooit wat toegeven en als we het officiéél gaan doen, cricketen we voor Dieflink." „Vind ik ook", zegt Maafie, „niet voor de belasting werken. Als Aarel zich steeds goed scheert loopt het wel los met die sigarenbandjes. „Toch link", zegt Scheelstra, „dat ze die gelijkenis hebben ontdekt." „Och", zegt Joop Hurkwits, „je hebt een porum of je hebt het niet, maar wat ik nou zo gek vind is, dat Jhr. van Schottum, die zelf zo slank is, naar herencorsetten kijkt. Mijn plaatje staat er op, maar niet als het wordt verkocht. Ze leveren het er los bij en als de gebruiker echt pleizier van z'n corset heeft, plakt hij het uit dankbaarheid op, nou vraag ik me af waar zag de jonker die foto." Dick Bedaare had nog steeds niets gezegd, maar be gon opeens onbedaarlijk te lachen en zei: „ze moesten eens weten van die bustehouders." Toen hij het ons had verteld, was het vijf minuten stil, en cricketers zijn toch geen kleine jongens. De voorzitter nam weer het woord, z'n stem was een beetje schor, ik denk van de emotie. „Nu ik dit alles zo heb aangehoord", zei hij, „lijkt het mij het beste, dat we de kaarten maar eens op tafel leggen." Maafie (altijd de grootste mond) be gon: „Ja, van die 1000,die ik met het secretariaat verdien, kan ik niet leven, dus doe ik er het één en ander bij." Aayer vindt, dat het herenteam te weinig in klin kende munt betaalt, maar te veel in natura. Kalland z'n vrouw zegt elke Zondagavond: „als je voor je baas een hele dag moest cricketen, dan zou je zeggen ik verdhet." „Daarom", zegt Aarel, „sta ik op die sigarenbandjes, nu brengt het iets meer op dan bij mijn baas." Zo gaf ieder z'n motivering en lezerde juiste cijfers, die ik niet mag publiceren. Het bleek, dat een juiste reclame geld opbrengt, als je maar aan de goede kant zit. Op dit moment kwam Mr. Degendochter binnen. Hij gaf ons de raad niet al te veel in de purée te roeren, dat gaf maar stank en afgunst en de Jonker Strottum („doe jij het", zegt Jurkwits adrem). „Wat", vraagt Mr. Degendochter, en schroeft z'n televisie-apparaat op groot ontvangst, „de jonker strotten", zegt Jurkwits, waarop ieder hoopvol lacht, maar Mr. Degendochter wil liever geen cliënt worden van een confrère (te duur) en tenslotte verdient hij niets extra's meer door cricket. „Ik bedoel maar", gaat hij onverstoorbaar ver der, „dat de jonker niet veel zal durven ondernemen, want hij heeft boter op z'n hoofd." Als roddelende vrou wen staken we de hoofden bij elkaar om dat verhaal te horen. Jammer dat mijn hoofd er steeds tussen uit gleed en ik dus niet alles goed kon horen wat Mr. De gendochter fluisterde. Het was me 1000,van mijn cricket-gage waard geweest, als ik het apparaat van Mr. Degendochter had kunnen lenen. Maai ik hoorde iets van 25.000,als mannequin op de damesbeurs voor vermageringspillen, maar zeker weet ik het niet, ik bedoel of hij model stond vóór of na het gebruik, maar model stond hij met z'n adellijke bloed omspan nen door een strak velletje. Toen we dit wisten zakte de spanning en we durfden weer een borreltje te pik ken. We besloten alles maar op z'n beloop te laten. „A propos", zei de voorzitter luid, en ik schrok wak ker, „we moeten ieder nog 25,lappen, want er zijn weer extra uitgavenen zo is de realiteit. SAMEDAP Het zijn de Reds, die Hij heeft uitverkoren, naar de traditie wil, voor dit joyeus entrée. King Soccer schonk bereids de (zilveren) sporen - die zij verdiende! - aan de A.R.O.L.-A.F.C. Om ieder jaar de Vorst weer in te halen schept ook verplichtingen, en niet zon paar. Het A.F.C.-bestuur, ook de zeer kalen, zit dan ook jaarlijks met de handen in het haar. Voor ditmaal gold dit weer eens de tribune, dat zorgenkind, in d'oorlog trouw bewaakt. Maar 't diligent bestuur vulde ook die lacune; waaruit weer blijkt dat 't zijn plichten niet verzaakt. We gaan nu spelen in Dick Bessem's „huis met Ituintje". Voor wie de sfeer mist, klinkt dit tóch bijzonder Iknus. Bedenkt, voor Woudstra is dit so-wie-so 'n ajuintje want, reken maar, het wordt weer veertig plus! Hoe zou 't ook anders kunnen nu een Ajax naast D.W.S., Blauw-Wit, K.F.C., West-Frisia mèt H.B.S. weer deelneemt ja, ik ga straks reeds vroeg) naar A.F.C.Zeeburgia! Moge Rood-Zwart t weer een heel eind schoppen, het Stadion, weet IIligt deze knapen wel; moge, na afloop, veel „penanties" zijn te stoppen Maar hoe dan ook, wij allen hopen op een: WAARACHTIG, MACHTIG, MOOI EN EERLIJK A.R.O.L.-SPEL! B. S. LE MARCHé 6

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1949 | | pagina 6