Wat ieder A.F.C.-er behoort te weten De terugkeer tot de oorspronkelijke zuivere pyrami- devorm van ons competitie-systeem, opgebouwd uit af delingen van 10 elftallen zonder automatische promo tie-degradatie, beteliende natuurlijk een versterkte de gradatie over de gehele linie. Het eerste jaar van ver snelde degradatie ligt nu achter ons. De zes 1ste klas afdelingen zijn op 10 elftallen teruggebracht en van het jaar komen de 2de klassers aan de beurt. En zo zal het nog enkele jaren duren alvorens het beoogde doel be reikt is. Met prijzenswaardige standvastigheid heeft het Bestuur van de KNVB ons voetbalvolkje duidelijk gemaakt, dat het niet van plan is ook maar een haar breed van de voorgenomen gedragslijn af te wijken. In feite komt het hierop neer: Geen automatische promo tie-degradatie, dan afdelingen van maximaal 10 elftal len. De veelal maanden in beslag nemende promotie degradatie wedstrijden laten nu eenmaal geen grotere competities toe. In het verleden hebben wij herhaaldelijk betoogd in woord en schrift dat deze regeling niet in het al gemeen belang is. De tegenstand van de 1ste klassers, alsmede de angst van de zwakke broeders in de lagere afdelingen, deden de pogingen om tot een gezondere organisatie te komen, herhaaldelijk falen. Men kon of wilde nu eenmaal niet inzien, dat het van primair be lang is, dat de gezonde en krachtige elementen onbe lemmerd naar voren komen en dat het bemoeilijken van de promotie ook, diegenen treft, die door toevallige, tij delijke factoren gedegradeerd zijn en die bij herstel van krachten, op hun beurt weer die lastige promotie wedstrijden op hun weg vonden. V ruchtdragend. Maar ziet! De voornoemde standvastigheid van 't Be stuur heeft reeds het eerste jaar vruchten gedragen. Het begint te dagen. Uit pers- en radio-berichten heeft men kunnen vernemen, dat de Federatie van Eerste Klassers reeds bereid is de automatische degradatie te aanvaarden, mits het aantal eerste klassers op 15 worde gebracht! Zij het dan ook, dat het aantal eerste klasse afdelingen van 6 op 4 wordt gereduceerd. Nu er gerede kans bestaat, dat de opbrengsten uit de pu blieke belangstelling zonder welke de meeste grote clubs eenvoudig niet kunnen bestaan zich in dalen de lijn zullen begeven, beseft men dat 9 thuiswedstrij den toch wel een heel mager programma opleveren. Eén Zondag van slecht weer en 10 Pet. van je inkom sten zijn naar de bliksem. En de mooiste tijd van het jaar kan door vele clubs niet worden benut om aardige wedstrijden te spelen, omdat er dan een rijk program ma van kampioens- en promotie-wedstrijden wordt af gewerkt, welke uiteraard de publieke belangstelling hoofdzakelijk tot zich trekken. Welnu, gezien de belangrijke rol, welke de financiën (lees publiek) in de huishouding van onze grote en mid delgrote clubs spelen, is het duidelijk, dat men tot een groter aantal thuiswedstrijden over de gehele lijn moet komen. Dat kan alleen maar door vergroting der af delingen met automatische promotie en degradatie. Aan de degradatie is men reeds toe, doch dat is slechts een deel van de noodzakelijke herziening. De club die er het hele seizoen voor gewerkt heeft om een kam pioenschap te behalen, HEEFT OOK RECHT op auto matische promotie. Wanneer er 4 1ste klassers degra deren, dan is het toch te gek, dat 12 of 13 kampioenen eerst nog eens moeten uitmaken, wie diie 4 plaatsen zullen innemen. Een ding is duidelijk, dat indien in een hogere klasse een afdeling met 2 daaronder staande afdelingen correspondeert, de beide kampioenen dier afdelingen de plaats van 2 elftallen uit de hogere klasse moeten innemen. Eerst dan heeft men de gezonde py- ramide met regelmatige roulering van sterk en zwak, welke niet anders als in het belang van spelpeil en or ganisatie kan wezen. Op de helling. Het is zonder meer duidelijk, dat om dit te bereiken, ons gehele competitie-systeem op de helling moet. Dit zal grondig, objectief en vakkundig moeten worden be keken. Volkomen begrijpelijk heeft het Bondsbestuur dan ook bekend gemaakt, dat deze belangrijke materie zal worden bestudeerd en op een buitengewone Alge mene Vergadering begin 1950 zal worden behandeld. Misschien zullen dan de verder gedaalde inkomsten de geesten rijp hebben gemaakt, om een oplossing in het algemeen belang te accepteren, waartegen men zich tot nu toe met hand en tand heeft verzet. Het alge meen belang is immers uiteindelijk steeds ook het wel begrepen eigenbelang! Het zij volgaarne toegegeven, dat de oplossing van dit probleem in de jaren vóór de oorlog gemakkelijker was, dan heden ten dage het geval is geworden. Door de fusie is immers het aantal clubs in de lagere afde lingen enorm uitgebreid, al is door het scheppen van een 6e district de moeilijkheid gedeeltelijk opgevangen. Wanneer men thans terug wil naar 4 districten en dat is toch de feitelijke consequentie van het voorstel van de F.E.K. dan zouden die 4 pyramiden een nog bredere basis verkrijgen, al geldt dit ook voor alle districten niet in gelijke mate. De geografische gesteld heid van ons land maakt de zaak niet gemakkelijk. Trouwens voor de objectieve beschouwer zijn de be staande 6 districten ook lang niet van dezelfde beteke nis. Hoeveel grote en uiterst sterke 2e en 3e klassers vindt men niet in het Westen, welke in menig ander district in de hoogste klasse zeker geen slecht figuur zouden slaan. Dit is echter weer een andere questie, welke ik vroe ger meer in het bijzonder bij mijn critiek op de sa menstelling van de Bondsvergadering, welke iedere verbetering tegenhield, naar voren heb gebracht. Zo als men weet correspondeert de samenstelling van de Bondsvergadering met de Districten, waarbij de 1ste klassers precies evenveel stemmen uitbrengen, als die enorme massa van soms zeer krachtige 2e, 3e en 4de klassers. Maar dit is thans niet aan de orde, alhoewel het ook niet van het probleem der competitie-indeling te scheiden is. Wat er uit dit alles nog zal geboren worden ligt in de schoot der toekomst verborgen. Laten we ons erover verheugen, dat de drang der omstandigheden tot het gebruik van het gezonde verstand dwingt. Paraat blijven. En wat AFC betreft, blijven we paraat! Ook het ko mend seizoen staan onze KNVB-elftallen weer aan ver sterkte degradatie bloot. Is dit het eerste motief om ons beste beentje voor te zetten, het tweede is nog be langrijker nl. dat we ervoor moeten zorgen om zo moge lijk aan de top te komen omdat men nooit kan weten tot welke oplossing of wijziging men voor het probleem der competitie-indeling voor seizoen 1950-1951 moge lijkerwijze kan komen. Dit vereist inspanning en opof fering zowel van de spelers als van alle betrokken in stanties. Niet het minst van de aanvoerders, welke straks geropen zullen worden om de elftallen in het veld te leiden. Zij moeten door hun voorbeeld bij training en wedstrijden hun medespelers tot grotere prestaties op voeren, door verstandig beleid, kameraadschap en saam- horighidsgevoel aankweken en tijdens de wedstrijd de strategie bepalen, waardoor menige schijnbaar verlo ren wedstrijd nog in een overwinning kan worden om gezet. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat wanneer men van Bestuur en Elftalcommissie het uiterste ver wacht, zulks zekers niet in mindere mate bij de aan voerders het geval is. I. H. GALAVAZI

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1949 | | pagina 2