WJaarom u/ij faalden
27e Jaargang Mei 1949 Nr. 9
Redacteur: J. H. Wijnand. Roerstraat 522 Plaatsvervangend Redacteur: W. G. Staats. Churchill laan 25a
Administrateur: J. F. Bakker. 2e Jan v.d. Heijdenstraat 21 Gem. Giro B 2096,
Postgiro 375600 Ned. Handel Mij. ten gunste van J. F. Bakker
Typografie Drukkerij Joh. Meijer Zoon, Kanaalstraat 132, Telefoon 80710, Amsterdam W.
Het seizoen loopt ten einde; met als resultaat:
le elftal: een behoorlijke 3e plaats;
2e elftal: gedegradeerd;
3e elftal: zich keurig gehandhaafd;
4e elftal: achter in de degradatiestrijd.
Dit geheel geeft aanleiding tot veel beschouwingen
en het verdient de moeite, oorzaken en gevolgen vast
te stellen, waarbij ik behalve elftallen, spelers, aan
voerders, trainer ook bestuur en E.C. de revue moet
laten passeren.
Het eerste.
Toen het seizoen moest beginnen was een ieder na
de A.R.O.L. Beker wedstrijd tegen Volendam een zeker
pessimisme toegedaan. De E.C. had zich echter op het
standpunt gesteld, dat de A.R.O.L. Beker wedstrijden
tot de voorbereiding behoren en niet tot het werkelijke
serieuze begin. Direct daarop begon de strijd met voor
zichtige hoop. Wij waren ervan overtuigd een goed ge
traind elftal te hebben zonder veel uitblinkers, een
elftal, dat tot redelijke resultaten zou kunnen komen
bij sterke inspanning en volledige concentratie.
De resultaten zijn een ieder bekend. Het werd een
seizoen met veel hoop en verwachting en tevens met
een grote desillusie.
Is nu deze desillusie verdiend, of was zij te verwach
ten? Mijn volmondig antwoord daarop is „ia". Het
ontbreken van grote innerlijke eenheid is de oorzaak.
Mijn persoonlijke mening was na de incidenten in het
begin van het seizoen tegen W.F.C. uit en hoofdzake
lijk buiten onze schuld tegen Velox thuis, dat na gede
cideerd optreden een goede sporteenheid met gezonde
opvattingen was ontstaan.
Het einde van het seizoen bracht mij de verstoring
van deze illusie want het gebeurde in de wedstrijd
tegen H.V.C. thuis (zowel in de rust als na afloop)
zal ik nimmer vergeten. Er was iets kapot, ook bij mij
en mijn mede-commissieleden. Veertien dagen lang is
getracht tussen de wedstrijd H.V.C. thuis en Volen
dam uit een afdoende oplossing te vinden. Het toe
val wilde echter anders en zelfs moest ik Donderdags
voor de laatste competitiewedstrijd loslaten en de op
stelling van het elftal aan anderen overlaten. Met als
gevolg zelf niet naar Volendam. Ook daar ontbraken
de grote allesbeheersende bezieling en het honderd pro
cent doorzettingsvermogen.
Alles bij elkander: een seizoen met mooie hoogte
punten en met grote dieptepunten, maar een seizoen,
dat afgezien van het slechte slot, toch aan de vereni
ging en aan de spelers zelf veel vreugde en spanning
heeft gebracht, een seizoen dat ons geen degradatie
vrees doch alleen kampioensspanning bracht.
De leiding.
Was er beter eindresultaat te verkrijgen geweest?
Ja, is het antwoord hierop en dan zoek ik het allereerst
bij de leiding.
De aanvoerder heeft zeer afwijkende ideeën over trai
ning, concentratie, nabeschouwing of voorbeschouwing
van wedstrijden, en deels door zijn werkzaamheden niet
voldoende toewijding voor zijn zware taak. Hij heeft
als speler een hoge score op zijn naam en is, ook toen
hij niet 100 pCt fit was door ons opgesteld. Daarnaast
stel ik zelf heel hoge eisen aan de aanvoerder. Het is
de man, die moet trachten van 2-4 uur alles prachtig
te doen lopen, die voor en na de wedstrijden contact
met spelers moet hebben en contact met de E.C. De
man, die met deze eigenschappen toegerust, de hoog
ste ogen kan gooien, komt tot zijn doel. En met alle