Café Restaurant
Amsteiveenseweg
begunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
5
De heer Segelaar: „Deze vraag had U niet behoeven te doen,
want dat zullen wij hem heus wel vragen. Overigens moet ik U
zeggen, dat ook al zal de Commissie kennis nemen van de door U
overgelegde brieven, wij zelfs een Mommers in dit geval als pu
bliek moeten beschouwen.
(Uiteraard is dit. reglementair juist, maar het maakt toch op
de gewone voetballeek een iets te starre indruk. Er waren brieven
bij, die eenvoudig verpletterend waren voor de Velox-grensrech-
ter. Zo had de heer Hauber twee brieven overhandigd van be
zoekers van de open tribune, waarin zij het volgende verklaarden:
Ik riep tegen de grensrechter, dat het tijd was. Hierop riep de
grensrechter van Velox terug: „Dat weet ik, maar de A.F.C.-
grensrechter heeft al gevlagd, dus dan hoef ik het niet meer te
doen." Zeer opmerkelijk is, dat één der briefschrijvers hierbij
aantekent, dat hij géén lid is van A.F.C., óók geen supporter,
maar oud lid van D.W.V., onze grote concurrent. Red.)
De volgende getuige was captain Disselkoen. Hij was bereid
onder ede te verklaren, dat er geen afspraak met de grensrechter
is gemaakt. „Ik weet het daarom zo positief, omdat ik met mijn
collega Guus van Asten van Velox bij de heren stond te praten.
Van Asten vroeg mij hoe het met mijn blessure was, en tot vlak
voor de aftrap stonden wij te praten. Wanneer er dus een afspraak
was gemaakt, dan had ik dat gehoord." In zijn verdere betoog,
verklaarde de heer Disselkoen met nadruk, dat de grensrechter
van Velox tegenover hem verschillende verklaringen heeft afge
legd, waarbij hij elke keer een andere tijdmarge noemde.
De heer De Grood: „Heeft U ook gezien of de scheidsrechter
zijn horloge in de hand had?"
De heer Disselkoen: „Tja, daar let je als speler niet zo op-. Je
bent helemaal op het spel geconcentreerd."
De heer De Grood: „Inderdaad, dat ben ik met U eens. Heeft
één der andere heren het misschien gezien?"
Mr Eysvogel: „Ja, ik heb het toevallig gezien. Hij had het in
een borstzakje van zijn trui."
De heer Breethoff: „Als oud scheidsrechter eerste klasse en
als oud-controleur van de scheidsrechters, let ik automatisch
steeds meer op de scheidsrechter, dan andere bezoekers. Ik zou
het van de daken willen schreeuwen, dat er vijf minuten te lang
is gespeeld. Er is absoluut voor tijd gevlagd, want er was geen
enkele andere reden om te appelleren."
Mr Eysvogel: „Inderdaad, ik heb het vlagsignaal van de Velox-
grensrechter ook gezien en het was een typisch voorbeeld van
een appèl voor het overschrijden van tijd."
De heer De Grood: „Waarom hebben de grensrechters geen tijd
vergeleken bij het begin?"
De heer Disselkoen: „Het is jammer, dat het practisch nooit
gebeurt. Na deze kwestie vraag ik het vóór iedere wedstrijd aan
de beide grensrechters."
De heer Van den Berg: „In de tweede helft kwam de scheids
rechter wél naar de beide grensrechters toe en vooral tegen het
slot van de wedstrijd. Zo deed hij dat één minuut vóór tijd."
schijnbaar te veel. Maar goed, we kregen
een vrije schop tegen, die rechtstreeks in
een doelpunt werd omgezet. Ma-ar nog
speelden we 3 minuten verder, voordat we
konden gaan rusten. Inplaats van 10
voor, stonden we 11. Over deze tegen
slag zijn we niet heen gekomen. In de
tweede helft scoorde Velox heel gelukkig
21. Wel kwamen we nog opzetten. Maar
of het nog niet genoeg was, onthield ge
noemde scheidsrechter ons nog een ge
heide strafschop. Was het zo gek, dat de
Sportkroniek schreef: „Na afloop volgde
het onvermijdelijke protest van A.F.C."
De andere wedstrijden.
De week daarop kwamen wij thuis te
gen H.V.C. Nu zijn de wedstrijden tegen
H.V.C. voor ons altijd moeilijk. We onder
vonden verbeten tegenstand en achter
rammelde het geducht. Erger was, dat
verschillende spelers meenden dit elkaar
te moeten vertellen. De stemming werd
geprikkeld en inplaats van elf knapen, die
gezamenlijk streden, waren het nu elf spe
lers, die ieder voor zich zelf speelden. De
rust bracht ons een 10 achterstand. Het
eerste kwartier na de rust ondervonden
wij de reactie van onze houding. Volkomen
verdiend stonden we plotseling met 30
achter. Toen eerst kwam de geest weer
over een ieder van ons. H.V.C. kreeg
geen kans meer, verbeten vochten ze met
de rug tegen de muur. Tot tweemaal toe
doorbraken we die weerstand, maar ver
der kwamen wij niet. Een 32 nederlaag
dus. Inplaats van 3 punten voor stonden
we nu na deze beide wedstrijden met één
punt achter, toen de wedstrijd tegen -Vo-
lendam begon. D.W.V. moest naar H.V.C.
er was dus nog een redelijke kans. Dit
voelden alle A.P.C.-ers en zo togen we
met ons honderden naar Volendam.
Volendam deed zijn sportieve plicht en
speelde uiterst correct. We waren door
lopend in het offensief, maar konden de
juiste richting niet vinden. Plots een Vo
lendam uitval en we stonden met 10
achter. We kwamen terug, zelfs fel, maar
de aanvallen misten de laatste beslissen
de trap. Een omzetting in het elftal mocht
niet baten, zoals die dag niets lukken
wilde. De tweede goal van Volendam telde
niet meer mee, al was 't alleen voor de
uitslag. Verslagen en teleurgesteld ver
lieten we het veld, in afwachting van wat
Jo Wijnand ons uit Amersfoort zou bel-
Van Ti
hoek Stadionplein