Uit de Tropen De ingooi KERSTPAKKET 1948 13egunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand. Als deze Schakel verschijnt, zal het waarschijnlijk reeds bekeken zijn. Ik bedoel of A.F.C. beslag zal heb ben gelegd op dat waarop alle A.F.C.-ers vurig hopen. Lukt het niet, welnu, dan zijn er wat deze rubriek betreft toch promoties gemaakt. A. J. Bos en Lex Ri mini wens ik hierbij namens de gehele A.F.C. van harte geluk met de promotie tot resp. korporaal en sergeant. A. J. Bos, de op een na jongste telg der „Heren Ze ventien" schrijft d.d. 15 Januari uit Medan: Wij zijn nu reeds enige wekén verstoken van elke be richtgeving met Holland, dus ben ik niet op de hoogte met de successen van de club, in het bijzonder van het eerste. Ik hoop maar, dat zij mij niet zullen bescha men en nog steeds aan de kop gaan. Maar voetbal is wisselvallig, dus kan er wel een grote verandering heb ben plaats gehad. Jongens, geeft al je clubgenoten hier in Indië een mooi geschenk; verder behoef ik niets te zeggen, vooral nu de competitie al aardig naar het einde loopt. Weest ook zo vriendelijk mijn gelukwensen over te brengen aan Gerrie en Dick met hun huwelijk. Ver der is hier geen nieuws, dus „soedah". Alex Rimini schrjjft op 26 Janari uit Batavia een enthousiaste brief. De aanhef is als volgt: Oh, gij „monster zonder waarde" Gij viel, als altijd, in zeer goede aarde! De verpakker van dit pakket verdient alle eer, Mede door hem ben ik nu in de weer. De inhoud varieerde van tandpasta tot rokerij, Van pruimen, via brillantine, tot scheergerei. Kortom, het was weer 'n goede blijk van medeleven, Die, in 't verenigingslevenALLEEN A.F.C. kan geven! C. van der Neut, wiens adres thans is: Dpi. Sold. nr. 28.11.20.391 Subs. Cie. K.L. Tr. Det. H.K.A.C, Ban doeng, schrijft d.d. 6 Februari. Na hartelijk bedankt te hebben voor het pakketje, dat hij ontving toen hij nog in Padang zat, vertelt Van der Neut, dat hij wegens gezondheidsredenen naar Bandoeng is overgeplaatst dat, zoals wij weten, een prima klimaat heeft. Zijn hoofdpijn, gevolg van een hoofdwonde, na een auto-ongeval, waarvan hij in het hete Padang zoveel last had, verdwijnt in het hoog gelegen Bandoeng als sneeuw voor de zon (of moet ik hier spreken van: als zon voor de sneeuw?). Waarschijnlijk door zijn overplaatsing had V. d. N., toen hij zijn brief op 6 Febr. verzond, sinds 20 Decem ber j.l. niets van de verrichtingen van de A.F.C. ge hoord. Hij bedankt in het bijzonder de Commissie Indië en voorts de gehele A.F.C. voor het pakket. Ik meen namens alle A.F.C.-ers te spreken wanneer ik vriend Van der Neut toewens, dat hij weer spoe dig geheel fit mag zijn, zodat hij nog tijdens zijn „kli maat schieten" weer achter een bal aan holt. Rest mij nog aan alle „Heren Zeventien" te berich ten, dat er weer een dikke brief bij mij „ter perse" ligt, die zij ongeveer gelijktijdig met deze Schakel zullen ontvangen. En mag ik dan eindigen met de reeds tra ditionele oproep: A.F.C.-ers, schrijft de „Heren Zeven tien"! Schrijft eens te meer, nu er een reeks van feest dagen, Pasen, Hemelvaartsdag en Pinksteren in een zeer nabij verschiet ligt! B. S. LE MARCHE Principieel houd ik niet van polemiseren, omdat in het algemeen te ver wordt afgedwaald, ten gevolge van de behoefte, door veel geschrijf de kwaliteit van het geschrevene op de achtergrond te dringen. Ik wil echter een uitzondering maken voor het stuk van Aad van Leeuwen in de vorige Schakel; daarmee is van mijn kant de kous af, zodat Aad van Leeuwen een eventuele volgende keer zijn niet van eigenwaan ontblote uitno diging, waarin hij een overigens slechts legendarische opmerking citeert, gerust achterwege kan laten. Aad van Leeuwen strijdt „tegen zonden tegen de sportiviteit en pleit voor meer sportiviteit". Daarin sta ik volkomen achter hem, zoals blijkt uit mijn voorstel, de ingooi, waarmee het spel, na het verzorgen der blessure, weer begint, bewust fout te doen. Ik hield echter rekening met de speeltijd, die verloren gaat, spe ciaal met het oog op het publiek, omdat ik weet, hoe belangrijk zijn bijgedragen steentjes voor de dikwijls door veel te grote lasten bezwaarde financiële toe stand van alle clubs zijn. Dit voorstel is Aad van Leeuwen blijkbaar ontgaan. Als Aad van Leeuwen belijdt, dat hij bij „zijn kleine actie" zich niet heeft afgevraagd of „partij A misschien nu en dan in het nadeel is", neem ik de vrijheid hem te adviseren zelfs zijn kleine acties zo goed mogelijk voor te bereiden, daar m.i. juist de goede afwerking re latief het meeste succes heeft. Daar ik ook hoopte op zijn succes, trachtte ik zijn voorstel te verbeteren, dus was ik het met zijn uitgangspunt eens, doch ik voelde, dat ook mijn aanduiding een bezwaar bevatte. Ik liet dit bezwaar misschien iets te zwaar wegen, doch liet in mijn conclusie mijn twijfel duidelijk uitkomen. Als Aad van Leeuwen mijn voorstel niet leest en zijn kleine actie niet goed voorbereid, maak ik dan een „veel ernstiger denkfout" Het lijkt mij beter in overeenstemming met Aad van Leeuwen's pleidooi voor meer sportiviteit, naar mijn smaak unfaire aanmerkingen op 's tegenstanders taal achterwege te laten. Als hij aanmerkingen op mijn taal maakt, laat mij dat koud, omdat hij abuis is: De nor male betekenis van „iets" is „een weinig" en men moet op „iets" wel heel sterk de klemtoon leggen, om tot Aad van Leeuwen's interpretatie te komen. Ondanks de sentimentele manier, waarop Aad van Leeuwen zijn stuk verkoopt, blijf ik mijn zin zonder zijn „ook maar" prefereren. Dank zij zijn logica, die van de ingooi ook naar pro cessen van zelfbeschuldigers leidt, die voetballen kun nen en voetbal kennen gelijk stelt en die verwacht, dat een kind van iets meer dan vier jaar een bekend lid van A.F.C. zou zijn, komt hij toch tot de bedoelde betekenis. Gelukkig schreef Aad van Leeuwen nog een na schrift, dat, al was het in strijd met het voorgaande, mij prettig aandeed. Dr. M. VAN DRIEL 20

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1949 | | pagina 20