Café Restaurant
Mascotte
Fred U/arburtonf
Amstelveenseweg
Begunstiging van onze fldverteerders, houdt de Schakel ut stand.
14
te schroeven. Prettige stof voor een hartelijk opbeurend briefje
is snel gevonden: A.P.C.'s verrichtingen geven, in alle be
scheidenheid, daartoe alle aanleiding. Mpgen wij dan alle
A.P.C.'ers, zonder uitzondering, opwekken tot het formeren
van één reusachtige lawine van beschrevenpostpapier
waaronder wij gezamenlijk zullen trachten de „Heren Zeven
tien" te bedelven?
B. S. Ie Marché.
Onderschrift. Bij de redactie kwam nog een brief binnen
van C. P. de Graaf, werkzaam op het Departement van
Sociale Zaken en Immigratie te Paramaribo met de beste
wensen voor 1949, zowel voor de A.F.C.'ers persoonlijk als
voor de vereniging.
De bekende journalist-auteur Piet Bakker, zo juist terug
gekomen van een reportagereis door Indonesië, heeft zijn
schreden alweer naar het A.F.C.-terrein gericht. In „Sportief
schreef hij over de wedstrijd A.F.C.Vriendenschaar onder
staand hartelijk artikeltje:
Als A.F.C. pienter was, dan zette het mij met een rood lint
om mijn halsje in het doel. Als Mascotte.
Want telkens, als ik het prettig terrein aan de Wandelweg
bezoek, breng ik de Reds geluk. Verleden jaar maakte A.F.C.
een lieve kans om degradatie-wedstrijden te moeten spelen.
Kom dacht ik ik ken ze nou al een dikke dertig jaar, en
je moet je vrienden ook eens opzoeken, als ze in de narigheid
zitten. Dus ik naar de Reds en prompt wonnen ze na een
lange serie van kleine nederlagen.
Dit jaar staan ze met D.W.V. aan de top van hun afdeling.
Allemaal kleine overwinningen. Maar als ik erbij kom, wordt
het 51. Mócht de duvel ermee spelen, dan is 't een leuke
duvel. „Vriendenschaar is het daarmee niet eens, want die
verlóór met 51.
Ik kom echter niet uit zuiver menslievende redenen bij
A.F.C. Ook omdat ik het dol-gezellig vind. En omdat de soep
er zo voortreffelijk is. Er heerst iets knus om die club. Ieder
een kent iedereen, en ze houden zo van hun spelers. Zoals
een moeder van haar kinderen houdt. Dat betekent niet, dat
alles wat Paultje en Henk en Koen uitspoken heerlijk en
doddig en enig gevonden wordt. Maakt er een der lievelingen
een fikse blunder, dan moet je wat horen op de tribune. Maar
blaast hij eens fiks in de bus, dan stralen alle geestelijke
vaders. Toen de rechtsback ijskoud met een vreselijke loei
het vijfde doelpunt scoorde, toen splinterde bekant het hout
van die ongemakkelijk zittende kast.
En dan het bijgeloof
Een meneer verklapte:
„Elke keer als ik hier kom, verliest A.F.C."
Bij het overlijden van Fred. Warburton passen hier enkele
woorden tot afscheid.
Het is 37 jaar geleden dat A.F.C. voor het eerst besloot
tot het engageren van een trainer en met de keuze van Fred.
Warburton bleek die keuze een gelukkige te zijn geweest.
Voor een Engelsman wist hij zich op vlotte wijze aan de
Hollandse levenswijze en toestanden aan te passen en waar
hij zich in de omgang, met jong en oud, een prettig mens
toonde, was hij spoedig populair. Met lede ogen zagen wij
hem dan ook vertrekken, toen, Hercules, toen nog eerste
klasser maar in degradatie-gevaar, beslag op hem legde. Van
Utrecht verhuisde hij naar Den Haag waar hij bij H.V.V. als
voetbaltrainer en bij H.C.C. als cricketcoach lange jaren ver
bonden is geweest. Op gevorderde leeftijd keerde hij enkele
jaren voor de oorlog met zijn gezin naar zijn vaderland terug,
alwaar hij zich nog verdienstelijk heeft gemaakt als coach bij
Sch ooicricket.
Het behoort tot hoge uitzonderingen, dat een trainer bij
een voetbalclub meer dan twintig jaren verbonden blijft. Dit
heeft Fred Warburton gepresteerd en daarmede bewezen dat
hij die goede eigenschappen bezat, welke van een goede
trainer worden verlangd.
Hij was een man die vocht voor zijn club en zoals wij hem
hebben gekend, met z'n brede, gulle lach, zullen wij steeds
van hem een prettige herinnering bewaren.
J. C. A. Van Ooy.
„Donder dan op!" werd hem prompt aangeraden.
En ze meenden het!
„Hup kampioenen!" riep een argeloos ventje.
„Sssstklonk het verschrikt langs de rijen.
Heel mannelijk en flink werd er over de grote concurrent
D.W.V. niet gerept. Kon het hun schelen? Maar toen ze
hoorden, dat D.W.V. gelijk had gespeeld en dus hun A.F.C.
een punt vóór stond, toen juichten ze allemaal beheerst en
sportief.
Ik houd van A.F.C. Niet alleen, omdat ik als jongen van
tien al een zwak voor deze jeugdige Nestor van Amsterdam
koesterde. Maar ook omdat alles, wat aardig aan een club
kan zijn, in A.F.C. vertegenwoordigd is. Omdat keurige man
nen, die nooit uit hun doen komen, trillen van oprechte
emotie; omdat heel jonge kinderen al vóór hun vereniging
zijn; omdat ik grijsaards heb gekend, die tot hun laatste ogen
blik belangstelling voor het wel en wee der Reds hadden;
omdat brave huismoeders snerpen van geestdrift; omdat
A.F.C. met alle chauvinisme sportief en ruiterlijk is.
En omdat de soep
Van T
hoek Stadionplein