U/at Iedere A.F.C.-er behoort te u/eten J. W. 13egnnstiging van onze /Adverteerders, houdt de Schakel in stand. (Idem L.O.S.-Beker) 3 1 1 1 3 4— 5 Adspiranten VI 12 2 2 8 6 17— 20 7 Adspiranten VII 12 7 1 4 15 36— 43 7 42 20 58 104 209—260 (1946-47) 42 16 47 100 252—218 TOTAAL-GENERAAL 354 130 59 165 317 696—762 0.89 1946-'47 120 39 136 279 669—665 0.95 1945-46 128 45 136 293**) 657—784 0.97 Twee verliespunten. Acht verliespunten. Conclusies Nog steeds lopen de resultaten onzer elftallen terug. Een algemeen gemiddelde van 0,89 is rondweg beschamend. Geen wonder, indien men de gedetailleerde resultaten ziet. Het percentage overwinningen bedraagt voor de K.N.V.B.- elftallen 30, voor de juniores 23 en voor de adspiranten 35. „Wie hiervan 't schriklijkst zwijgt, heeft 't allermeest gezeid!" Er zijn gelukkig nog lichtpunten en wel het prachtige herstel onzer hoogste elftallen sinds Januari en de uitste kende resultaten van onze A.V.B.-seniores. A.F.C. V, VI, VII en VIII hebben ons resultaten voorgeschoteld als zelden tevoren en vooral A.F.C. VII boekte verrassende successen. Het zevende elftal boekte n.l. de „double event". Kam pioenschap en beker! De beker werd gewonnen na een serie van negen wedstrijden, doch de grote mentale kracht van dit elftal komt nog sterker naar voren, indien men de loop dezer bekerwedstrijden kent. De eerste wedstrijd ging tegen Sport II en werd met 50 verloren, omdatA.F.C. VII door een misverstand niet opgekomen was. Daarna ging het van een leien dakje, tot men in de finale wéér tegen Sport II speelde en daarvan in de derde verlenging met 21 won. Een knappe prestatie! Maar met alle respect voor de A.V.B.-senioren, het alge mene beeld van A.F.C. is dit jaar zo ongunstig geweest, dat, om met de stormwaarschuwingsdienst te spreken, wij thans doorgeven: Het waarschuwingssein „Weest op uw hoede" blijft voor alle posten gehandhaafd. Ereleden Werkende leden Ondersteunende leden Junioren Adspiranten Ledenaantal 1 Juni 48 1 Juni 47 11 11 286 273 329 348 93 100 157 160 876 892 De „technische test" Met bijzonder veel genoegen nam ik kennis van het onder schrift der redactie onder mijn bijdrage in de Juni-Schakel. Mij dunkt, het behoort tot de taak van een clubblad, alle stromingen in een vereniging aan het woord te laten. Dat kan alleen maar verhelderend werken en onze organisatie deugd doen. Meer dan ooit heeft A.F.C. klaarheid omtrent haar doelstelling van node. Men weet het, m.i. heeft een amateur- club als de onze een dubbele doelstelling: n.l. de voetbalsport te beoefenen en de leden prettig met elkaar te doen verkeren, terwijl beide doelstellingen uiteindelijk tot de opvoeding van onze jeugd kunnen en moeten bijdragen. Het is duidelijk, dat het eerste het voetballen preva leert. Voor die gezelligheid heb je niet bepaald een voetbal club nodig, die kun je ook in een kegel-, zwem-, toneel-, zang- of zelfs in een klaverjas-club vinden. A.F.C. is drie- en-vijftig jaar geleden dan ook als voetbalclub opgericht en in ons reglement wordt alleen maar van de beoefening en bevordering van deze sport gesproken. Trouwens, als de voetbalclub op de fles gaat, is de beroemde band, welke ons allen bindt, vanzelf verbroken en kan die gezelligheid alleen nog maar door de laatsten der Mohikanen aan kaart- en bittertafel worden gecultiveerd! Trouwens, ik geloof niet, dat men kan ontkennen, dat de gezelligheid het succes op het veld op de voet volgt en niet omgekeerd, want dan waren we al kampioen van Nederland. De onrustige sfeer der laatste maanden, toen onze hoogste drie elftallen zich op de rand van de afgrond bevonden, spreekt in dit opzicht boekdelen. Dat hinken op twee gedachten ik wees er vroeger al op is in het verleden onze zwakte, maar ook onze sterkte geweest. Hadden wij immers in de twintiger jaren onze vaste oude kern niet gehad die er voor vocht, om A.F.C. als voet balclub te handhaven, dan hadden we reeds lang het lot van zovele andere en in hun tijd mooie verenigingen gedeeld. Maar het waren niet de mensen van „Al worden we ook vierde klasser, we blijven toch het gezellige A.F.C.", die onze club er door hielpen, doch zij, voor wie A.F.C. in de eerste plaats een oude, mooie club met een roemvolle geschie denis was, en die er zich niet bij konden neerleggen onze plaats zonder meer aan jongere en krachtiger mededingers af te staan. Veel gewijzigd Nu heeft zich uiteraard in de loop der jaren heel wat op voetbalgebied gewijzigd. De clubs in de hogere regionen zitten op zulke hoge kosten, dat ze alleen bij de gratie der publieke belangstelling hun organisatie in stand kunnen houden. De contributies zijn bij lange niet voldoende om al het comfort, hetwelk den leden geboden wordt, te 'bekostigen. De door onzen penningmeester op de vergadering genoemde cijfers spreken voor den opmerkzamen toehoorder een over duidelijke taal. Welnu, als wij onze club, zoals zij reilt en zeilt, willen handhaven, dan dienen wij ons op de verrichtingen in het veld te concentreren. Dan moeten we sterk en aantrekkelijk spelen, opdat het publiek gaarne naar ons komt kijken. Is trouwens een winnend elftal niet de trots, de vreugde en de voldoening van ieder goed A.F.C.-er? Niet de kwantiteit, doch de kwaliteit onzer elftallen geeft de doorslag. Wanneer wij het hierover eens zijn ik kan

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1948 | | pagina 4