SPORTS SHOP V/an een buitenlid ^Enenuit pIvbabrlbstr V. BAERLE5TRAAT 90 "TELEF. 93951 AMSTERDAM -Z. DE AFC- 5H0P, NAAST HET CONCERTGEBOUW IBegunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand. HET wijze besluit de Algemene Vergadering in „Parkzicht' te houden, was aanleiding voor mij tot een wandeling door de stad, die glansde in het avondlicht en die thans meer bekoring voor mij had, dan toen ik mij als gejaagd stedeling nog dagelijks door haar straten spoedde. Bij mijn komst stond de vergadering, die goed bezocht was, op het punt te worden geopend en terstond was ik weer in de oude, vertrouwde sfeer, Buitenlid Oost, ik had hem sedert vele maanden niet meer gezien, bereidde mij een even vreugdevolle als onstuimige ontvangst. Deze ver dienstelijke A.F.C.'er, van zeer eigen patroon, maakt door zijn jarenlange lidmaatschap als het ware deel uit van de inventaris der club en is daarvan, om in de stijl te blijven, nog steeds een waardevol attribuut. -Blijkens notulen en jaarverslagen worden door het Bestuur nog steeds bergen werk verzet, terwijl uit de reacties der vergadering bleek hoe vol vitaliteit onze oude club nog is. Wel werd echter mijn al eerder geuite mening bevestigd, dat wij leven in een „tenentijdperk meer speciaal dat van de gevoelige tenen. Wat de critiek betreft, die is, mits zuiver toegepast, on misbaar en ik herinner mij, hoe Schaf, met zijn fijne neus voor zulke dingen, mij vele jaren geleden in een der perio den van diepe depressie, eens toevertrouwde, dat het hem verontrustte, indien uit de vergadering zo weinig critiek op het gevoerde beleid werd uitgeoefend. Dit ter over denking. Moeilijkheden. In de zaal viel bij herhaling het woord moeilijkheden. Geen twijfel aan, maar hebben wij die niet altijd gekend? Eens zat ook ik, in tijden dat er moeilijkheden waren, DAT WAS a.OBM vervaarlijker dan thans, achter de bestuurstafel. Hebben wij ze kunnen oplossen? Maar zeer ten dele. Zij hebben zichzelf opgelost of zijn vervangen door andere. Niet zonder zei, spot bedacht ik, dat de zaken nooit zo goed gemarcheerd hebben, als het geval is, sinds ik het bestuur verliet. Toch had voorzitter Mets het inderdaad niet gemakkelijk. Hij sprak goed en begeleidde zijn woorden met de hem eigen, precieuse gebaartjes. Bij de discussies over de con tributieverhogingen was eigenlijk voor ieders standpunt iets te zeggen. Ook voor dat van vriend Sabelson, doch deze vergat, dat vroegere besturen, hoe vurig zij ook naar con tributieverhoging verlangden, hiervan wel moesten af zien, om de eenvoudige reden, dat de toch al geringe toeloop van leden en donateurs hiervan de terugslag zou ondervin den en bedanken te vrezen zou zijn. In dit licht bezien getuigt het voorstel van het huidige bestuur eerder van optimisme dan van pessimisme. Ronduit verheugend was de brief van de Jeugdcommissie en de A.F.C. mag zich gelukkig prijzen met het bezit van een commissie als deze, die blijk geeft verder te kunnen zien dan haar neus lang is. Sympathiek was mij ook het betoog, zonder zweem van valse schaamte, van de jonge student en het kon mij spijten dat zijn voorstel werd getorpedeerd. Dat deze torpedo nu juist moest worden afgevuurd door iemand die zelf student is geweest, wekte in mijn omgeving enige wrevel. Inmiddels werd de zaak enigszins gecompliceerd, door dien men twee vliegen in één klap wilde slaan door tevens het abonnement op de „Schakel" verplicht te maken. Bij de discussies kwam een enkele maal de humor even om de hoek gluren, doch deze verliet daarop ijlings weder de zaal. Enfin, ook naar mijn smaak waren de besprekingen wel wat té zwaarwichtig. Opvallend vond ik het bepaald, dat in het jaarverslag van de penningmeester bij de uitgaven bedragen werden ge noemd, die een penningmeester uit vroeger tijden de haren te berge hadden doen rijzen, doch welke de leden thans in de zozeer gewijzigde omstandigheden normaal bleken te vinden. Overigens had voorzitter Mets het ook daarom niet ge makkelijk, omdat penningmeester noch secretaris in de dis cussies werden betrokken en hoewel hij, als oud-penningmees ter, de materie volkomen beheerste, had hij de handen vol. Dat het Bestuur het voor en tegen van alle kanten bezien, gewikt en gewogen had, staat voor mij vast. Ik kan mij voorstellen, dat de voorzitter ten slotte met een „oef" de hamer neerlegde. Deze noeste werker heeft het hem aangeboden ere-lidmaatschap wel verdiend. En thans is het woord en de daad aan Voorzitter Hauber. Good luck! Over luttele maanden staan we weder aan het begin van een nieuw seizoen. Wat zal dit ons brengen? Vriend en vijand zijn het er over eens, dat wij beschikken over een elftal met capaciteiten. Maar gewenst en nood zakelijk is: STRIJDLUST EN NOG EENS STRIJDLUST van het begin tot het einde. Moge de nieuwe trainer de jon gens bezielen. Slechts voor lieden met een hang naar sensatie is een bestuursfunctie aantrekkelijk. Stel U voor het ene jaar voor bereidselen te kunnen maken voor een promotie-feest en die te moeten staken, om het volgend jaar op het uiterste nip pertje de geraspte broodjes te mogen afbestellen. Daarom alle eer aan ons Bestuur, De wereldwijze Fransen hebben zo'n toepasselijk spreek woord „Qui se fait brebis, le loup le mange". Houdt dat eens voor ogen, eerste elftallers, dan mogen wij nog grote verwachtingen van jelui koesteren. BUITENLID (West). 11

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1948 | | pagina 11