U/at iedere A.F.C.-er behoort te u/et en Jun i-Schakel copy, AAn één zijöe qetypt, inzenöen uitCRLijk i juni, eeRste post, bij j. h. wijn<\nö, Begunstiging van onze Adverteerdershoudt de Schakel in stand. IN de vorige Schakel wees ik er al op, dat het m.i. allernoodzakelijkst is onze organisatie eens goed on der de loupe te nemen, opdat in de toekomst het falen van onze hogere elftallen, zoals zulks in het afgelopen seizoen het geval is geweest, naar mogelijkheid kan worden voorkomen. Uiteraard wordt hierbij natuurlijk in de eerste plaats- aan de technische opleiding onzer spelers gedacht. Wij zijn nu eenmaal niet als een kwartet-, bridge- of borrelclub opgericht. Het behoeft wel nauwelijks betoogd te worden, dat onder de technische opleiding ook de verbe tering van de lichamelijke conditie moet worden verstaan. Immers, al heeft een speler ook nog zo'n goede baltechniek, indien hij niet over voldoende uithoudingsvermogen en hard heid beschikt, dan wordt deze techniek in een wedstrijd al spoedig waardeloos, omdat die speler niet meer over de kracht beschikt deze techniek in de practijk te brengen. De gevolgtrekking ligt voor de hand, nl. dat een speler die zon der over bepaald uitzonderlijke techniek te beschikken de ge hele speeltijd op volle kracht kan uitspelen, uiteindelijk waardevoller voor zijn ploeg is, dan die prachtige technicus, die na een half uurtje al niet meer op volle touren kan mee draaien. We weten het trouwens allemaal, iedere trainer zal er m de eerste plaats naar streven zijn spelers-materiaal in zo goed mogelijke conditie te brengen. Natuurlijk vertel ik niets nieuws, wanneer ik constateer, dat deze conditie-training door de speler zelf niet als het meest attractieve onderdeel van de training wordt beschouwd. Aan dat rondjes-lopen, touwtje-springen, etc. etc. hebben de meesten een broertje dood. En toch, als we in het tegenwoordige voetbal met zijn vele lijf-aan-lijf werk iets willen bereiken en dat willen we toch en moeten we ook om onze club in stand te hou ^en dan moeten trainer, E.C., Bestuur, of welke instantie dan ook, welke bij een juiste organisatie voor deze taak verantwoordelijk wordt gesteld, er vóór alles naar streven de spelers van de absolute noodzakelijkheid van de conditie training te doordringen. Pas als het spelersmateriaal volkomen fit is, als we jongens hebben, die tegen een stootje kunnen, zeker van zich zelf en vol strijdlust om hun superioriteit te bewijzen, kan de trainer succes van zijn daaropvolgende les sen in baltechniek, schijnbeweging etc. verwachten. Het is feitelijk allemaal zo verschrikkelijk eenvoudig en vanzelf sprekend. Ieder normaal mens begrijpt dat de technische oefe ningen dan veel gemakkelijker uit te voeren zijn. Wie het met bovenstaande eens is, ziet van zelf in, dat er voor spelers, die zich op wat voor gronden ook aan deze conditie-training onttrekken, geen plaats in onze hoogste elf tallen mag en kan wezen. Deze elftallen toch dragen in we zen het bestaan van onze vereniging, aangezien deze zo als trouwens practisch de gehele top van onze voetbalwereld, de K.N.V.B. en de grote plaatselijke bonden incluis al lang niet meer uit contributies alleen kan worden gefinan- cieerd, doch van de publieke belangstelling afhankelijk is geworden. Terloops zij hierbij opgemerkt, dat als men onder amateurs alleen diegenen verstaat, die de kosten van hun sportbeoefening zelf dragen, een groot gedeelte van voet ballend Nederland reeds lang geen amateur meer is, aange zien het die kosten grotendeels door het publiek laat betalen. De contributies zijn als regel bij lange niet voldoende om de (sterk gestegen) kosten van accomodatie, trainer, or ganisatie etc. om van reiskosten e.d. maar niet eens te spreken te dekken. Dus al mogen dan onze voetballers geen directe geldelijke voordelen genieten, indirect profiteren zij in ruime mate van geriefelijkheden, welke zij uit eigen zak onmogelijk zoudem kunnen bekostigen. Men ziet wel eens neer op die talloze kleine clubjes, maar dezulken verdienen feite lijk een eresaluut omdat zij het begrip „amateur" het zuiverst hebben bewaard. In verband met de door ons Bestuur voorgestelde dras tische verhoging der contributies meen ik goed te doen dit eens onder de aandacht van onze leden te brengen, waarbij ik niet eens wil spreken over de vele gelegenheden waarbij zo gemakkelijk over een bedrag en meer) wordt heenge stapt, hetwelk nu als verhoging wordt gevraagd en dat toch heus zo gemakkelijk als een offertje door beperking in andere genoegens aan onze club en aan een ideaal kan worden qe- bracht. Na deze kleine afdwaling moge ik dan tot onze taak als voetbalclub terugkeren. Met de techniek ben ik begonnen, maar dat is niet alleen het belangrijkste. In de vorige Schakel zowel als bij vroegere gelegenheden, wees ik er herhaaldelijk op, dat het ook tot de taak van een goede sportclub behoort een bijdrage tot de karaktervorming onzer jeugd te leveren. Met zekere voldoening mag ik constateren, dat ook in de leiding van onze K.N.V.B., meer in het bijzonder in het Bestuur van District I deze materie ernstig is ter hand ge nomen. Dinsdag 4 dezer waren de Besturen der Amsterdamse verenigingen resp. derzelver jeugdleiders uitgenodigd tot een zogenaamde contactavond met genoemd Bestuur. Terwijl ener zijds de bedoeling was het contact tussen de verenigingen en het Districtsbestuur d.w.z. met de mensen, met wie de clubs geregeld op allerhand gebied hebben te doen, op prettige wijze te versterken, hetgeen door een beschouwing van de Heer Geurts over de organisatie van de K.N.V.B. werd in geleid, hield anderzijds de Heer G. Kruyver een inleiding over de taak onzer sport-organisaties. Spreker wees erop, dat de verwarde toestand in de wereld in de eerste plaats daaraan te wijten is, dat de geestelijke ontwikkeling der mens heid verre bij de ontzaglijke ontwikkeling der techniek is achtergebleven. De geweldige vlucht der techniek, waarbij een groot deel der mensheid slechts een verlengstuk der machine is geworden, heeft ertoe geleid, dat deze mensheid grotendeels alleen nog maar belangstelling voor de materie heeft en van geestelijke waarden en idealen vervreemd is. Ja, men is thans zo ver gekomen, dat zij thans met angst en be ven de toepassing van zekere uitzonderlijke verworvenheden* van wetenschap en techniek tegemoet ziet. Daarom meende de Heer Kruyver, dat wij, als sportclubs, de prachtige en dankbare taak hebben door het daarvoor zo geschikte mid del als onze voetbalsport onze jeugd weer het besef voor geestelijke waarden en idealen bij te brengen. Wat van de betekenis van het gezin, de basis onzer maatschappij, is ver loren gegaan als vormingschool voor de jeugd, kan door goede leiding in een sportclub weer enigermate worden aan gevuld. Zonder hierop thans nader in te gaan, moge ik ermee vol staan met erop te wijzen, dat indien dif besef ook tot de club leiders doordringt, hun verenigingen zonder enige twijfel daarvan rijke vruchten zullen trekken. Wanneer men de jeugd weer voor een| ideaal i.e. haar vereniging weet warm te maken, haar zover weet te brengen, dat zij er vrijwillig zich opofferingen voor getroost, wanneer zij leert haar verhou ding tot medeleden en sportieve tegenstanders anders te be leven, wanneer zij zich in het veld vol enthousiasme geeft ROERStRAAt 52 2 IfS

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1948 | | pagina 16