uit óe kapiteinshut
Nr. 2
i
Redacteur J. H. Wijnand, Roerstraat 522 Plaatsvervangend Redacteur W. G. Staats. CHurchill-Iaan 25a
Administrateur: J. V. Oissellcoen. Amstelveenseweg 2841
26e Jaargang
September 1947
»ONDAG 24 Augustus
hebben wij het nieuwe
seizoen ingezet met
oefenwedstrijden van
het le, 2e en 3e elftal, terwijl
de jeugd, die al een week eer
der begonnen was, daarmee
op 24 Augustus is doorgegaan.
Het tweede en derde waren in
Soest op visite. De Zaterdag,
daaraan voorafgaande, waren
er niet minder dan 14 afschrij
vingen. In het bijzonder voor
de elftalcommissie was dit nu
niet bepaald prettig. Wij zullen
het maar aan de vacanties toeschrijven. Ook de spelers van
de lagere elftallen moeten beseffen, dat er weinig succes te
verwachten is van de eerste competitie-wedstrijden, wanneer
zij zich niet behoorlijk hebben voorbereid. Het slot van het
lied in Soest was, dat wij twee nederlagen te slikken kre
gen, wat nu wel niet zo verschrikkelijk is, maar het is toch
niet het ware, wanneer een aantal in aanmerking komende
jongens direct al bij de aanvang verstek laat gaan en enige
spelers moeten doubleren, om de afspraak met de tegen
partij gestand te doen. Zelf was ik met het eerste elftal
bij Be-Quick in Zutphen. De volgende dag las ik, dat bij vele
die Zondag in ons land gespeelde wedstrijden het vertoon
de spel allesbehalve hartverheffend was geweest. Be-Quick
A.F.C. heeft hierop geen uitzondering gemaakt. Het was
van weerskanten maar matig. De ontvangst in Zutphen was
boven alle lof verheven. Na afloop zijn wij nog geruime tijd
met onze vriendelijke gastheren tezamen gebleven.
Op Donderdag 28 Augustus bereikte ons de treurige mare,
dat de heer v. d. Schaaf overleden was. Wij weten het, wij
mogen niet mopperen, wanneer iemand ons ontvalt, die de
respectabele leeftijd van 85 jaar heeft bereikt en tot het
laatst toe de volledige beschikking over geest, lijf en leden
heeft gehad. Maar Oom v. d. Schaaf (geparenteerd o.m. aan
de Scheepensen en de Holtzappels) hadden we honderd ge
geven en daarom kwam het overlijdensbericht toch wel heel
onverwacht. Hij was een figuur in de A.F.C., al was het
alleen maar vanwege zijn eerbiedwaardigheid en zijn ver
knochtheid aan de club. In de ware zin van het woord be
hoorde hij tot de A.F.C.-familie. Vanaf de oprichting is hij
steeds trouw bij ons gebleven. Weer of geen weer, de heer
v. d. Schaaf was bij onze thuiswedstrijden aanwezig en hij
nestelde zich niet op de tribune, vóór dat hij vele bekenden
de hand had geperst en een vriendelijk woord had toege
voegd. Wij zullen er aan moeten wennen, dat wij hem niet
meer bij ons zien, maar wij zullen hem toch wel erg missen.
Het leven gaat verder en op het moment, dat ik dit neer
schrijf zijn we druk aan het Arollen. De eerste dag is weer
achter de rug, maar wij hebben hem niet overleefd. Voor het
overige is die eerste dag goed geslaagd, dank zij de grote
medewerking, die wij van alle kanten mochten ondervinden.
Gé Bosch, Frans van Dijk en Jan Bosch hebben wij ge
huldigd voor hun 25 jaar moedig volhouden. Het is niet mijn
bedoeling bepaalde mensen te bewieroken, maar ik wil toch
wel zeggen, dat A.F.C. met Jan Meyer, de nieuwe commis
saris van materiaal, in haar nopjes kan zijn. De zaak zag
er, voor zover het mogelijk is geweest, keurig verzorgd uit
en wij hebben generlei klachten gekregen. In deze hulde wil
ik gaaarne de andere mede-bestuursleden betrekken, vrijwil
lige controleurs, enz., die allen het hunne er toe hebben
bijgedragen, om de goede naam van A.F.C. hoog te houden.
Degenen, die mij op de eerste AROL-dag voortdurend naar
het hoofd hebben zien tasten en mij vroegen, of ik dit wel
licht deed, omdat ik veel aan het hoofd had, wil ik even uit
de dut helpen. Ik heb n.l. een brachialgie. Ter verduidelij
king moge dienen, dat dit volmaakt synoniem is met „pijn
in de arm". Het naar boven brengen van de arm geeft
enige opluchting. Toen ik medisch advies inwon, heeft men
na een diepgaand onderzoek de diagnose gesteld, dat ik met
een brachialgie behept ben, m.a.w. pijn in mijn arm heb. Ik
weet dus nu precies wat mij mankeert. Als iemand nog iets
anders voor mij weet, dan rust, infra rood, thermogene
watten, een konijnen- of kattenvelletje, geen borrel of een
kastanje in mijn zak, houd ik mij vriendelijk voor zijn raad
gevingen aanbevolen. Intussen duren de smarten onverdroten
voort. t A. METS.
1