Indonesische mythologie J BORRELUUR DOLLY DOLORES van 5-7 - (I. 0.60) artistieke leiding NAAST CITY-THEATER /N de zonnige vlak ten van het oude Griekenland woon de lang geleden een schone nimf, Clymcne genaamd. Zij was echter geenszins alleen, want zij deelde haar eenzaamheid met haar goudgelokt zoon tje, dat naar de niet zo dagelijkse naam van Phaë- ton luisterde. Zijn pa was een struis man en werd dusdanig be kend, dat goedmenende Amsterdammers de Apollolaan naar hem noemden. Onze kleine jongeling was niet weinig trots op zijn vader, hetgeen te snappen is, als men bedenkt dat Pa dagelijks met zijn gouden zonnewagen langs het zwerk zwierde, teneinde een iegelijk van warmte te voorzien. Phaëton had vriendjes, maar hij was niet zo bijster getapt. Hij schepte met zijn vader op, dat het een aard had en hoewel de jeugdige knapen aanvankelijk met hun oren stonden te klapwieken, begonnen die sterke verhalen hen de strot uit te hangen. Zij gingen zelfs zo ver, dat zij Phaëton bepaaldelijk on heuse opmerkingen toevoegden, dewelke de laatste niet nam. Hij naar z'n ouwe heer. Pa woest. Hij zou pot hier en daar wel eens even bewijzen, datenzovoorts. Maar wat was nou de makke: Phaëton (hoe komt die jongen aan zo'n naam) wou zelf op die zonnewagen zitten en de vurige rossen mennen. ..Heel link", sprak de ouwe, maar zoonlief wou en zou op die wagen zitten en het stuur in handen nemen. Enfin, hij kreeg de kans. De rozen-vingerige Aurora (niet te verwarren met die lamperrwinkel) opende de poorten van de morgenstonden daar ging onze jeugdige vriend. 't Werd huilen met de pet op, want hij reed veel te laag, steden en dorpen werden verbrand, mensen de laan uit en fin, niet zo best. En toenwerd Jupiter wakker en hij nam één van z'n bliksems en Phaëton was niet meer In de liefelijke vlakten van het schone Insulinde woont een struise, hoewel wat gezette dame. Holland genaamd. Haar eenzaamheid deelde ze met een zwartgelokte jongeling. 10

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1947 | | pagina 10