't spROOkje is uit
T)e Eenzame
-
begunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
l A AAT ontzielt A.F.C. om 'n natuurtalent in de
X schaduwen van lagere regionen te verstikken;
Ik ontdekte hem in het vale licht van het
tweede, waar hij tegenover het rood van de
Haarlemse roodbroeken het Rood van zijn Hart gaf,
met alles wat bij zo'n hart behoort: 'n laaiende ziel in
een purper baadje, doorvlamde ogen in 'n knoestige
kop op springveer-spieren en een wil die door barri
cades breekt als 'n lichtstraal door het vuil van een
donderzwerk. In één woord: hij dééd t met de glans
van een heilige vonk, die het zwartste zwart in dub-
bel-blank doet stralen. En in die blankheid werd zijn
spel en Epos van Ernst, een machtige greep van net
it ne„ alsof hij de gekooide matheid der zijnen wilde
bannen of daarginds de zege in de touwen te jagen.
Hij was overal en nergens: overal waar hij de bal
suggereerde te zijn, en nergens waar 't dartele ding
z'n nukken vierde. Maar ook zonder bal bleef hij
meester van het veld, omdat z n wil-om-te-winnen
domineerde, 'n energie waar zelfs de arbiter voor capi
tuleerde toen hij die Gebalde V/il het doelraam zag
forceren tot wanhoop van Haarlem dat geen net
hoorde ritselen en in geen Stille Kracht geloofde. En
tóch was dit succes zo evident als dat van Zwarte
Piet op Sinterklaasavond.
Met Haarlem-in-de-zak verdween hij in het Club
huis. En wat deed daar die geweldenaar die de
vijand zelfs geen grassprietje gunde? Hij viste de
beste brokken vlees uit z'n soep en schonk ze, met
de barmhartigheid van een soldaat van het Leger des
Heils, aan 'n arm mager hondjeWant in dat dier
herkende hij een vriend met 'n bek om gestopt te
worden. En dat is heel iets anders dan 'n stopper
back die alleen om opstoppers vraagtDieren zien
ons aan en „mensen" bijten, als ze geen verlies kun
nen nemen. Dat deed Haarlem wel, want het aan
vaardde sportief de tegenslagen van een gemiste
strafschop en een netloos tegenpunt. En het had ove
rigens evenveel respect voor die Profeet-van-het-
paradijs als de man langs het lijntje.
Ja, zoals hij speelde, zo speelden wij vroeger ook.
En wij weefden er romans en legenden omheen van
vonkende, vallende of dwalende sterren, die in de
strakheid van een duister veld een eigen taal spraken.
Het zijn verhalen die onze kleinkinderen „achterlijk
en „antiek" noemen. „Sterren" zijn immers het mono
polie van de hemel en die passen niet in het „moderne'
voetbal van zakelijkheid en andere narigheid
Wie was dan die eenzame ééne die voor elf speelde?
Men verzekerde mij dat hij „Sterman" heette. Maar
dat is natuurlijk te mooi om waar te zijn.
LODEWIJK.
1 SPROOKJE is uit!!
J- Toen kwam Z.F.C.
L, met een héle lange
snuit, en die blies het
verhaaltje uit! Het sprookje
van halve tonnen, knetterende
feestredenen en uitpuilende
Stadions. Een mooie droom
ging voorbij De droom van
alle leden van een oude
grote Amsterdamse Voetbal
club. De droom van twee keer
zijn en promotiewedstrijden te
spelen, na een periode van een kwart-eeuw, waarin dat niet
één keer was gelukt.
Onze spelers en ook wij dachten werkelijk serieus
„chance" te hebben van Vrouwe Fortuna, doch het bleek
„after all" slechts een onschuldig bedoeld knipoogje te zijn
geweest Een zo vaak en grif door haar uitgedeeld „lonkie".
Datgene, wat wij nu zo ontzettend graag hadden gewild,
is naar anderen gegaan. Die „anderen" zijn geen vreemden
voor ons. Die „anderen" zijn niemand meer of minder dan
onze Zeeburgia-vrienden. Zeeburgia, onze meest trouwe
AROL-gast: Zeeburgia, waartegen wij in het veld al zo
menig verwoede strijd hebben gestreden; Zeeburgia, dat al
zo lang tot de meest prominente en beste Nederlandse tweede
klas clubs behoort. Zeeburgia. dat niet één, maar meerdere
malen haar kansen op een kampioenschap zag ontnomen
door een steeds meer in degradatie verkerend A.F.C. Een
A.F.C., dat toenmaals bijkans dreef op slechts één man, een
centre forward, luisterend naar de naam ,,Karel-de kale
die vaak met zijn handen in speciaal voor hem gefabriceerde
broekzakken schijnbaar nonchalant, doch als een kat op de
loer lag, om dan precies twee minuten voor het einde ver
bezijden de goal door middel van een fantastisch zuiver ge
mikt trekballetje de Kruislaanbewoners de kans op een
kampioenschap af te snoepen.
Dan waren wij verheugd als wij door zo n enkel puntje
de degradatie-dans- ontsprongen, en wij realiseerden ons
maar matig het „voetballersverdriet" aan de andere zijde.
Thans anders
Dit jaar was het anders. Zeeburgia en A.F.C. stonden
beiden hoog op de ladder, verlangend kijkend naar de vol
geladen eerste-klas-appelboom. Juist toen Zeeburgia even
rustig op een sport of wat hoger wilde uitblazen, sloeg
A.F.C. toe. De klappen waren raak en samen zaten zij op
dezelfde sport. Maar op het laatste korte eind stond de rug
van Zeeburgia net iets krommer dan de onze, met het be
kende gevolg.
Vrouwe Fortuna, je was hard, maar toch weer zo eerlijk
als goud. Verleden jaar was het „de club van Schaf die
jij zo geheel onverwacht en uitermate hoffelijk, als char
mante appreciatie voor haar fenomenale eindspurt, de
kans offreerde. Hoe ontzaglijk veel geluk zat er niet in die
twaalf minuten tegen K.F.C. thuis, de op één na laatste
competitie-match van het vorige seizoen. Een wedstrijd
waarin wij 75 minuten in de volstrekte minderheid waren, en
één jaar kampioen te