Geen verwarring stichten
f 1 LS de brievenbesteller in de buurt is en je
hoort iets rammelen dan hol je erheen en als
je dan iets ziet dat rood en zwart gekleurd
is, kan je weer zeggen „Mijn dag is goed". Ten
minste, zoo was het met de eerste zes Schakels
sinds de herverschijning, het was steeds een onver
deeld genoegen met één ruk den kruisband eraf te
scheuren, ergens rustig te gaan zitten en dan maar
te lezen tot de laatste bladzijde, om dan nog maar
weer eens opnieuw te beginnen.
Deze echt prettige lectuur was dan ook de aan
leiding tot het maken van één van mijn limericks:
Hoogtepunten, Voetbalwijsheid, le Marché,
Commandobrug
Jeugdoverzicht, Alcedo, Hoofdredacteur met
pen zoo vlug
P.J.L., Ex speler, Rossum, Obeserver,
Eversharp
Wit, Arend, Obsi, Korstje, Puzzle voor
10 knaak
Cheerio, zij brachten ons de trouwe Schakel
terug.
Bij het lezen van de laatste Schakel, de zevende
van de vette, dus nog niet eens de eerste van de
magere, heeft dit genoegen een klein deukje ge
kregen.' Het begin was weer mooi, schoon als het
ochtendgloren van de zon maar tegen het einde
kwam er eerst een buitje en daarna een bui opzet
ten.
De eerste in den vorm van het artikel van Bui
tenlid, de laatste in dat van Jhr. van Rossum de
Gaulin.
Wat eerstgenoemd artikel betreft, daarin staat
voor het overgroote gedeelte zooveel prettigs, het
is zoo stijlvol, dat het kernpunt „stopperspil-
systeem", dat bovendien nog in zoo zeer beschei
den en gematigden vorm opgediend werd, gevoe-
ge'ijk geen aanleiding behoefde te geven tot critiek.
Maar de bui, de groote bui die daarna losbarst
van onzen grooten Jonkheer, die bovendien nog
vergeten had vooraf zijn lezers van een behoorlijke
parapluie te voorzien opdat zij zich op het allererg
ste konden voorbereiden, was wel heel zwaar.
Moeten wij ons maandblad misbruiken door den
Leden gelegenheid te geven daarin hun ideeën over
spelsysteem ten beste te geven?
Natuurlijk zullen zij, die dit schrijven, het spel
voldoende kennen om te kunnen beoordeelen hoe
het moet en buiten twijfel staat tevens, dat zij met
ons spelsysteem alleen het goede voor hebben, dit
zij voorop gesteld.
Geen plannen verraden.
Maar heeft het practisch nut, dergelijke discus
sies in ons Maandblad te ontketenen? Waar is het
einde, als we op dit pad doorgaan?
Het is geen gebruik, voorgenomen plannen te
verraden, vandaag zijn ze zoo, morgen weer anders.
Eisenhower en Montgomery hebben ook niets los
gelaten en hun resultaten waren grootsch.
Men leze nog eens goed de laatste regels van
het Jeugdoverzicht, in ons vorig nummer, m.i. is dan
verder commentaar overbodig.
Het is verder niet ondienstig erop te wijzen, dat
in de maandbladen van de andere vereenigingen
dergelijke artikelen nooit verschijnen en dit is ook
volkomen begrijpelijk.
Uitsluitend Elftal-Commissie.
Een zaak als deze ressorteert enkel en alleen onder
de auspiciën van de Elftal-Commissie die voor
haar deen en laten de volle verantwoordelijkheid
c.p zich genomen heeft en deze ook wil dragen,
mits men haar met rust en overtuiging late werken
en niet tracht haar gezag op een of andere wijze
te ondermijnen.
Allerlei verschillende meeningen door onbe
voegden moeten de spelers op het veld, op de
Clubavonden of waar dan ook. soms noodgedwon
gen aanhooren. Nu wordt hun dit ook nog geser
veerd in allerlei artikeltjes en deze zijn uit den
booze en stichten slechts verwarring.
Overigens spreekt het vanzelf, dat het streven
van spelers en Elftal-Commissie zuiver gericht is
op sportieve resultaten en niet op amusement.
Wat had men zich anders gedacht van een voet
balclub. die toch ook nog een naam hoog te hou
den heeft? Of wil men ons weer voor de zooveel-
ste keer aankomen met de afgezaagde woorden:
„We spelen toch zeker voor ons plezier
Natuurlijk, dat is het juisó, dat we voor ons plei-
zier speten en pleizier biedt een sport alleen indien
men met inspanning van de uiterste krachten en
zelfbeheersching het hoogste tracht te bereiken dat
bereikt kan worden.
De geachte inzender zal het toch met mij eens
zijn. dat, indien een speler door zijn genoten amu
sement moe en futloos op het veld verschijnt en
daardoor lastig kan meekomen, vooral in de tweede
helft, terwijl hij zijn medespelers en ook de tegen
partij niet alleen technisch maar ook vol strijdlust
ziet werken tot aan de laatste minuut, zich schaamt
en terneergeslagen is en toch zal moeten toezien
dat dergelijke wedstrijden voor hem geen sportief
genoegen geweest zijn en hij dus, in tegenstelling
met al die anderen, juist NIET voor z'n plezier ge
speeld heeft.
PERISKOPEO.
13egunstiging van onze /Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
14