E. van Buuren "f" ET ontsteltenis vernam ik het plotselin ge verscheiden van mijn ouden strijd makker Eetje van Buuren. Wat brengt het leven van heden toch plotselinge en wreede tegenstellingen! Nog kort geleden leefde ik in de veronderstelling, dat Eetje ook wel gevallen zou zijn als een der tal- looze slachtoffers van de onmenschelijke ver volgingswaanzin der Nazi's en ziet, bij onzen eersten promotiewedstrijd tegen T.O.G. in het Stadion zat ik plotseling naast hem en in no time waren we zwaar aan het boomen over den goeden ouden tijd. En nu na dit plotselinge, verheugende weerzien in eens dit tragisch einde. Weer zoon sinister geval van na-oorlogsche ellende, dat je des te sterker aangrijpt, nu het een oude kame raad van je betreft, met wien je zooveel hebt meegemaakt. De meeste A.F.C.-ers van heden zal de naam E. v Buuren wel totaal onbekend zijn, want hoewel hij pas weer lid geworden was, ver toefde hij dé laatste jaren niet meer in ons midden. Ik ken hem nog van de schoolban ken, toen we als jongens het Oosterpark on veilig maakten, dat Eldorado voor de aan komende voetbalgeneratie van dien tijd en de kweekplaats van zoovele prominente spe lers. Naar ik meen speelde Eetje toen voor U.V.C., dat kleine clubje, dat in 1905 sameïi met „Oosterpark' door A.F.C. werd ge annexeerd". Dat ging alles toen heel anders dan nu; in die lang vervlogen jaren vond ge leidelijk de overgang plaats van het ongeor ganiseerde voetbal naar het spelen onder Bondsverband. A.F.C. profiteerde hiervan geducht, want keien als Togneri, Dirk Ouwehand, Jan van Gessel, van Overeem om van de mindere goden maar niet eens te spreken kwamen haar gelederen ver sterken en van dit moment dateert eigenlijk de eerste groote bloei-periode van onze club. Deze periode is tot heden in onze gedenkboe ken vrij stiefmoederlijk behandeld en is toch voor het verder bestaan van A.F.C. zoo be langrijk geweest, dat het wel wenschelijk zou zijn dit tijdperk eens nader te belichten. (Zie betrokken artikel gaarne tegemoet. Red.) Om echter bij Eetje v. Buuren terug te komen, ook deze behoorde bij de groote invasie om streeks 1905. Hij was wel geen groot speler, maar een enthousiaste sjouwer, die vooral als centrehalf jaren lang een groote steun was voor het 3e elftal. Bovendien maakte hij zich ook op andere wijze verdienstelijk; hij was in die jaren een ijverig scribent in de Pickles. Hij had een vlotte, geestige stijl en bij het_herlezen van de oude Pickles kan men nu nog genieten van zijn enthousiaste ver slagen van de big matches van dien tijd, zoo als AFCConcordia, A.F.C.D.V.S., enz. Helaas moest hij na eenige jaren zijn mede werking staken en dit was vanzelfsprekend voor de Pickles een zwaar verlies. Eigenlijk is dit de oorzaak geweest, dat ik me toen op het hobbelig pad der sportjournalistiek heb begeven, want Schaf rustte niet alvorens hij een plaatsvervanger had gevonden, toen zijn vaderlijk oog op mij viel, was ik vanzelf sprekend de sigaar. Al schreef Eetje dan ook niet meer, hij heeft nog vele jaren in het 3e en ook in de lagere elftallen zijn beste krachten gegeven, maar toen hij eindelijk zijn voetbalschoenen aan de kapstok hing is hij als zoovelen helaas langzamerhand uit het A.F.C.- milieu verdwenen. En nu heeft hij voor goed afscheid van ons genomen, juist op het mo ment, dat wij mochten verwachten, dat hij weer af en toe in ons midden zou vertoeven. Eetje, oude kameraad, rust in vrede en wees er van overtuigd, dat we je steeds in dank baarheid zullen gedenken. W. fl. 7. 6. - ers begunstigt Uw adverteerders «5* *m

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1946 | | pagina 5