Het vierde
Kijp voor de
eerste
Klasse!
DE prachtige overwinningen van ons vierde,
als inzet der degradatie-wedstrijden vestigen
weer eens sterk de aandacht op dit elftal en
daarbij tevens op de lagere elftallen in onze club.
De emoties die het eerste ons bzezorgt, laten ons
nauwelijks den tijd ons bezig te houden met dit
vierde, maarwij mogen het niet vergeten.
En wij zullen dit ook niet doen.
Daarvoor vechten deze jongens te veel met volle
overgave en daarvoor is de plaats, die dit elftal
als onderdeel van het geheel in onze club inneemt
te belangrijk,
Hélaas heeft het dit vierde in het afgeloopen sei
zoen aan voldoenden steun ontbroken, terwijl het
aan den anderen kant de volle lasten te dragen
had van de, door de omstandigheden onvermijde
lijke incompleetheid der drie hoogere elftallen.
Wanneer wij eenerzijds met geheel ons hart hulde
brengen aan ons kampioenselftal, mogen wij daar
naast toch zeker ook wel een hartelijk woord van
waardeering voor dit elftal uiten dat inplaats van
kampioen te zijn, degradatiecandidaat is, maar dat
ongetwijfeld voor den zwaren en ongelijken strijd,
die het gestreden heeft, met eere voor het voet
licht treden kan.
Wanneer aan dit elftal ook maar een gedeelte der
zorgen besteed was, waarmede b.v. het eerste om
ringd werd dan zou het waarlijk niet zoover ge
komen zijn.
Op eigen wieken moest het in de competitie rond
zwalken, terwijl het elftal waarschijnlijk geen twee
keer uit dezelfde spelers kon worden samenge
steld. Aan bereidheid om te doen wat noodig was
heeft het onze jongens niet ontbroken. Wij hebben
dit meerdere malen kunnen ervaren. Maar wel ont
brak het aan alles wat noodig was om gesterkt
door goede aanwijzingen en moreelen steun, de
krachtproef te doorstaan.
Laten de jongens van ons vierde de tanden op el
kaar zetten, terwijl zij zich overtuigd kunnen hou
den van het warme medeleven van alle goede
A.F.C.-ers en laten onze clubgenooten dit elftal
de belangstelling schenken die het zoo ruim ver
dient.
En misschien kunnen de betreffende instanties in
onze club, die dit aangaat, in den tijd welke ons
van het nieuwe seizoen scheidt eens rustig over
wegen hoe in het a.s. seizoen te voorkomen is, wat
in het afgeloopen seizoen niet het beste deel was,
n.l. de zorg voor de lagere elftallen.
OBSERVER.
OOMMIGE SCEPTICI vragen zich
af, of wij al rijp zijn voor de eerste
klasse. Welnu, ons eerste elftal heeft
daarop dit seizoen al geantwoord.
A.R.O.L.-beker:
A.F.C.—D.W.S.
A.F.C.de Volewijckers
1—0
3—3
K.N.V.B.-beker.
A.F.C.—V.S.V.
6—1
Vriendschappelijk:
H.B.S.—A.F.C.
2—5
Promotiecomp.
t GooiA.F.C.
0—0
Totaal: 5 3 2
8 15—6
Herinnering uit vroeger jaren
De A.F.C. Schakel No. 5. 31 Januari 1923.
ONZE sympathieke penningmeester, Gerard
Bosch, heeft de A.F.C. een kostelijk ge
schenk vereerd. Hij heeft n.l. een tweetal
fraaie bekers geschonken, ten einde ze op de een
of andere wijze in wedstrijden als prijzen te ver
spelen. Hiermede hoopt de schenker te bereiken,
dat het welzijn der club op verschillende wijzen
zal worden bevorderd, doch tevens heeft hij aan
deze schenking een gedachte van piëteit verbon
den. Hij heeft n.l. den wensch te kennen gegeven
dat de grootste beker den naam zou dragen van
A. R, Onslow van Lierop-beker en verspeeld zou
worden op een wijze, die de gedachtenis van dezen
ons helaas te vroeg ontvallen makker steeds le
vendig zou houden. De beker zal dan ook waar
schijnlijk worden verspeeld als een altijddurende
wisselprijs.
Een kleinere beker voegde de heer Bosch aan
den grooten toe, om als prijs te dienen voor jon
gere elftallen.
Waarlijk, de A.F.C. mag wel dankbaar zijn, niet
alleen voor het fraaie geschenk, maar meer nog
voor het feit, dat het mannen als Gerard Bosch
onder zijn voorvechters telt.
10