en pas toen onze captain er in slaagde onder
verwijzing naar den achterstand de vleugel-
halves weer naar voren te sleuren, werd
het evenwicht hersteld.
De questie der binnenspelers kwam in
beide wedstrijden tot uiting. Toen we inde
tweede helft tegen Vriedenschaar „terug-
gewalst" werden, waren zij onvoldoende in
het steunen der verdediging, terwijl zij door
de groote afstand, welke hen van hun 3
kameraden scheidden, en welken zij met
verre zuivere trappen niet vermochten te
overbruggen, als aanvallers waardeloos
waren.
Zoo was het ook in de debacle-periode
tegen Alcmaria. Jaap Disselkoen schijnt een
prikkel noodig te hebben om zijn flinke body
tot activiteit te kunnen brengen. Vóór de
rust was er geen beweging in te krijgen,
doch nauwelijks had hij na rust een goaltje
gepikt, of er stond een andere Jaap in het
veld. En na de tweede goal was hij heele-
maal de goede binnenspeler dien wij in hem
„weten", maar helaas niet altijd „zien".
Wanneer ik mij dan herinner, dat hij tegen
E.D.O. ook zoo prima was, nadat hij in het
begin de score geopend had, dan is het
waarachtig misschien de oplossing, dat Char
les hem in de komende wedstrijden zoo gauw
mogelijk in de gelegenheid stelt, dat prik-
kel-goaltje te maken. Maar, scherts bij zij
de, zulke jonge spelers, met flinke bodies
en behoorlijk begrip van voetbal, bovendien
nog beschikkende over een goed schot als
Lucassen en Disselkoen, zullen, als zij wil
len, hun weg wel vinden. Oefenen, denken,
doen. Ziedaar het programma niet alleen
voor hen, doch voor alle jongens, die hun
club, hun A.F.C., zoo gaarne groot zouden
maken.
Nu zal ik mij er maar van onthouden om
de verrassende mogelijkheden, welke deze
spannende afdeeling nog biedt, nauwkeurig
te gaan ontleden. De eerste elftallers we
ten drommels goed, dat er nog muziek in
zit. Haalt ze er uit! Onze oude club, waarin
we zooveel vreugde beleven, is die groo
te, die extra groote inspanning van enkele
weken, toch zeker wel ten volle waard. Als
deze „Schakel" verschijnt hebben we haar
41 sten verjaardag weer herdacht. Toen
vóór den wedstrijd tegen Alcmaria de A.V.
B. bij monde van president Gosschalk, ons
een fraai gebrandschilderd glazen schild
met de emblemen van A.V.B. en A.F.C.
aanbood, geschenk bij ons 40-jarig jubileum,
dat ons door diverse omstandigheden eerst
thans overhandigd kon worden, memoreer
de ik reeds dat dit 40-jarig feest ons nog
zoo versch in het geheugen ligt. In dat jubi
leum-seizoen hadden wij zoo vurig op dat
mooiste aller geschenken, de eerste plaats,
gehoopt. Het bleef echter bij de 3e plaats,
waarmee de regelmatigheid van de reeks
1933 No. 7, 1934 No. 5, 1935 No. 3 bewaard
bleef. Welaan dan, A.F.C.-ers, herinnert
U nog eens goed al die mooie voornemens,
welke gij bij dat prachtige lustrum gemaakt
hebt. Zet de reeks wiskundig zuiver voort,
dus 1936 No. 1 Laat dit late, maar dank
baar ontvangen geschenk van onzen A.V.B.
U tot voorbeeld strekken. Late haver komt
óók op Het verleden jaar zoo innig ge
hoopte doch niet gekregen geschenk, zal in
ons 41ste jaar met des te meer vreugde door
heel A.F.C. ontvangen worden. 41 Jaar lang
zijn goede kameraadschap en clubliefde de
bronnen geweest, waaruit A.F.C. haar
kracht putte om zich in den dikwijls moei
lijken strijd om het bestaan te handhaven.
Moge deze eigenschappen ook onzen spe
lers de prikkel zijn, om topprestaties te le
veren. Neemt een voorbeeld aan onzen
Eere-voorzitter, aan Gerard Scheepens, die
als altijd nog steeds ons allen door zijn ge
moedelijkheid, vriendschap en liefde voor
z ij n A.F.C., den weg wijst, hoe wij ons
deel-hebben aan onze Club moeten beleven.
Met zulk een voorbeeld voor oogen, kan
geen moeite of inspanning te veel zijn. Hij
rekent op jullie!
Elders vindt men verslag over onze Bui
tengewone Ledenvergadering, welke noo
dig was omdat Piet Bos, door particuliere
omstandigheden, als Bestuurs- en E.C.-lid
bedankte. Zooals ik den leden ter verga
dering reeds trachtte te schilderen, is de
staat van dienst van Piet als speler, jaren
lang captain en daarna Bestuurs- en E.C.-,
lid, waard iederen jongeren speler ten voor
beeld te worden gesteld. Piet Bos heeft zijn
plicht gedaan en het past ons ook van deze
plaats hem daarvoor onzen oprechten dank
te brengen. Zijn wensch in de toekomst
onze Club misschien toch weer van dienst
te kunnen zijn, was zeker geen phrase. Je
bent nu eenmaal een echte A.F.C.-er, of je
bent het niet en wie het eenmaal is kan zich
aan de band, die ons bindt, nooit ont
trekken.
In deze verjaringsdagen gaan onze ge
dachten ook uit naar nog zoo'n A.F.C.-er,
die echter aan het ziekbed gekluisterd ligt,
Jan Prent. Hoe gaarne zou Jan op dien
A.F.C.'ers, begunstigt onze adverteerders!
5 -