en de werkwijze dier voetbalmaatschap pijen niet met ons amateurvoetbal en onze clubs vergelijken, welke laatste immers nog een andere taak te vervullen hebben, nl. een bron van gezelligheid en vriendschap te zijn, welke het lidmaatschap vooral als je ouder wordt tot zulk een niet ge noeg te waardeeren bezit maken. Die woor den geduld' en „begrijpen" bevatten ech ter ook voor ons een waardevolle les: Im mers daarin ligt het geheim, hoe men, als men niet over een elftal van keien beschikt, toch tot een elftal van bruikbare, enthou siaste spelers kan komen, dat tevens een belofte voor de toekomst inhoudt. Ik ben van meening, dat de eerste taak der leiders is den spelers niet alleen op hun fouten en tekortkomingen in en buiten het veld te wijzen, doch hun tevens aan te lee- ren wat ontbreekt. Dit vereischt geduld en tact. Wanneer we ons daarbij realiseeren, dat naast de voetbaltechnische en -tactische fouten, welke den spelers individueel aan kleven, al die verschillende karakters be paalde eischen stellen, dan is het duidelijk, dat die taak zeer hooge eischen stelt. Veel hooger dan alleen voor de beslissing op de vraag, of Jantje beter speelt dan Pietje, noodig is. In het kort gezegd: Het gaat er niet uitsluitend om, spelers te kiezen, doch om spelers te maken. Van dit standpunt uit beschouwd, is het niet voldoende, dat de training zich hoofd zakelijk tot spelen in ploegverband bepaalt. Hoe nuttig ook vooral als men slechts over één oefenavond beschikt het wil mij toch voorkomen, dat men in de eerste plaats moet trachten de individueele fou ten, al zijn die ook bij iederen speler weer anders, af te leeren en de tekortkomingen aan te vullen. Al moge het samenspel op een oefenavond nog zoo prachtig kloppen, in een wedstrijd tapt de tegenpartij meest al uit een ander vaatje. Indien dan de tech niek van enkele spelers, vooral op de moei lijke plaatsen, tekort schiet, zal de heele combinatie in elkaar zakken. Onze vereeniging zal zich alleen dan be hoorlijk weten te handhaven, indien wij er in slagen deze moeilijke taak te vervullen. Alleen dan beantwoorden wij aan die F in onzen naam. En het moet mogelijk wezen van die jongens, die er een eer in stellen den naam en het bestaan der A.F.C. in het eerste elftal te verdedigen gelukkig zijn er zóó nog genoeg behoorlijke voetbal lers te maken. Vereischt dit eenerzijds ge duld en tact, anderszijds echter vertrouwen en daardoor geschapen discipline. Het kan niet genoeg worden herhaald, alleen in een sfeer van vertrouwen, van wederzijdsche apreciatie, van volkomen samenwerking, kan iets goeds worden bereikt. Het is menschelijk en daarom begrijpelijk, dat onze spelers na afloop der laatste wed strijden diep terneergeslagen waren. Maar toch is dit niet juist noodig, want een spe ler, die heeft gezorgd, volkomen fit in het veld te verschijnen en zijn best heeft ge daan, behoeft zich niets te verwijten. Im mers hij deed zijn plicht. Aleen zij, die mo gelijkerwijze die voorbereiding verwaar loosden en niet presteerden wat men van hen mocht verwachten, hebben hun plicht tegenover hun Club en hun medespelers verzaakt en dienen zich te schamen. Het kan ook voorkomen, dat een speler alhoezeer zijn best doende, toch in capaci teiten voor het eerste onvoldoende is. Dat is niet zijn fout. Het moge hem een aanleiding zijn in een ander elftal alle krachten in te spannen en door serieuse training zijn spel te verbeteren, opdat hij zoo spoedig moge lijk voor die begeerde, maar zoo verant woordelijke plaats weer in aanmerking kome. Ik zie er van af hier nog eens uit te pluizen, hoe in de wedstrijden tegen D.O.S., Vriendenschaar en Kinheim, waarin wij ge decideerd op winst stonden, door een beter aanvoelen der situatie, door betere tactiek, de winst had kunnen worden geconsoli deerd. Ongetwijfeld zal dit door de E.C. wel met de spelers behandeld zijn. Het is een opmerkelijk verschijnsel, dat het ledental in den laatsten tijd zoo hard stijgende is. Welk een prettig verschijnsel dit ook wezen moge, aan den anderen kant brengt dit het Bestuur en de sub-commissies in moeilijkheden, daar wij nu eenmaal het aantal elftallen niet ad libitum kunnen uit breiden, De practijk van jaren heeft ons ge leerd, dat zoodra het slechte weer komt, er steeds een groot aantal wegblijvers ontstaat. Het is daarom practisch, dat er steeds een behoorlijke reserve zij. Naar mij ter oore kwam, is het onbegrijpelijkerwijze reeds voorgekomen, dat een elftal onvolledig was, reden waarom ik den diversen commissies in overweging geef, de wegblijvers spelers of invallers eenvoudig van de spelerslijst af te voeren. Op die manier komen we van zelf tot die selectie van goede A.F.C.-era, A.F.C.'ers, begunstigt onze adverteerders! - 4

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1935 | | pagina 4