NESTELROIJ door de fine-fleur van A.F.C., van D.W.S. en van H.B.S. Bien étonnés de se trouver ensemble, al thans wat visschen aangaat en als ik me de avonturen van deze slapelooze weekend voor de geest haal, dan geloof ik, dat er Hagenaars waren, voor wie dit visch-de- buut één van de merkwaardigste episodes uit hun leven geweest is. Och, Amsterdam mers zijn nu eenmaal Amsterdammers en er moge op papier dan wel eens een groot verschil zijn tusschen Westerlingen en Zui derlingen, evengoed als Hoekschen en Ka- baljauwschen. Arminianen en Gomarussen, A.V.R.O.-isten en K.R.O.-ers elkander heb ben leeren waardeeren, zoo weten ook Am sterdammers elkander toch altijd te appre- cieeren. Doch onze Haagsche vrienden hadden eenigen tijd noodig, om aan het kli maat te wennen en dat het den meesten zoo wonderwel gelukte, is waarlijk een compli ment waard aan het adres van onze resi- dentieele mededingers. Mijn eerlijke meening is, dat de Zater dagavond vóór vertrek eigenlijk het hoogte- ALLE MODELLEN AMSTERDAM punt was van den tour. Eerst de réunie bij Eggers; toen de rit naar „Moderne" en daar een avond van zooveel jolijt, van zoo veel onvervalschte gijn, dat het uur van vertrek eigenlijk te vroeg sloeg. Hier wor de niets afgedaan aan de reis per autobus naar Oud-Karspel en ook al zou een steno grafisch verslag van het besprokene in de beide bussen niet letterlijk in dit voor de huiskamer bedoelde orgaan geplaatst kun nen worden, het daverende ge- en herzon gen: ..Ik ben een muzikant, ik kom uit Schwabenland" kan hiervoor best in de plaats komen. De A.F.C.-ploegIn den dienst vergrijsde visschers, als Schaf en Han ten Houten, die de beste plekkies weten tus schen Sint Pancras en Vinkeveen, die pre cies weten, waar de brasem gek op is en wat de baars bij voorkeur consumeert. Die snoeken er uit gehaald hebben, die twintig jaar lang de schrik waren van heele pol ders, dieenfin, Schaf en Han ten Hou ten hebben per saldo niet zoo bar veel ge vangen. Verder eenige nieuwelingen, wien sarcastisch gevraagd wordt, of ze, als ze een baars vangen, wel wis en bliksems we ten, dat het een baars is. En dan een mid denmoot, die wel eens gevischt heeft en het heele geval gelaten ondergaat. Wat je in Amsterdam om 4 uur 'snachts niet lukt, lukt in Oud Karspel wel, n.l. het geopend vinden van een heel behoorlijk restaurant, waar men alle wel- en niet- alcoholische dranken kan krijgen, waar electrisch licht de guurheid van dezen wel zeer onzomerschen „hondsnacht" weet te verbloemen en waar een pittige eigenaar over het wel en wee van zijn hofhouding zorgt op een manier, die lichtelijk den in druk wekt, als zou hij bang zijn, dat we z'n heele harem gingen ontvoeren. Onze strijdlust en ons saamhoorigheids- gevoel zijn zoodanig, dat we, als drommels ongemakkelijke motorschuiten ons naar het waterige terrein van den strijd gebracht hebben, werkelijk acht halve uren blijven staan visschen. Dit zijn drie werkwoorden achter elkaar, hetgeen stylistisch niet verant woord is doch historisch juist. Ik zei: Blijven Staan Visschen. Er zijn gekken, die be- weeren, dat visschen geen sport is. Geen sport? Ik geef het je te doen, om, als je Zaterdagochtend om acht uur je sponde ont vloden bent, om dan den daaropvolgenden Zondagochtend van zes tot twaalf uur, ter wijl de wind over de polders giert en de Visschen-is-geen-sport-sportlieden zich nog A.F.C.-ers begunstigt onze adverteerders! - 9 -

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1935 | | pagina 9