Uitgesproken door Thomasvaer en Pieternel wandelende op den Zuidelijken Wandelweg naar het A.F.C.-terrein. Pieternel: 1935 wat zult gij ons brengen, Zult gij alle narigheid verlengen, Of is er iets beters in 't verschiet, Want verwend, dat worden wij nu toch niet! Thomasvaer: Neen integendeel, de meesten van ons, Hebben bij Daatje Fortuna allang de bons Maar enfin, gedeelde smart is halve smart, Al valt 't tevens ons wel eens wat hard, Laten we daarom niet versagen, Laten we trachten gezamenlijk te dragen, Wat 1935 ons ook voor poetsen zal bakken, We laten wis en waarachtig de moed niet zakken, En dan hebben we toch nog ons A.F.C. Dat helpt toch ook een handje mee! Pieternel: Dacht ik het niet A.F.C. moet er bij, Met wie ben je getrouwd met A.F.C. of met mij? Of denk je soms dat A.F.C. de Crisis bezweert, A.F.C. dat niet anders dan schulden beheert. Thomasvaer: Ik ben nu al vele jaren met je gehuwd, En nog is mijn liefdesvuur niet geluwd, Maar praten doe je als een koplooze kip, Ja dat doe je, al kijk je nog zoo sip. A.F.C. kan de crisis niet bestrijden, Kan ook tegenspoed niet vermijden, Maar ze geeft afleiding, nieuwe kracht, Door vriendschap en jool, haar grootste macht. Pieternel: Wat is de Wandelweg toch een prettig oord, Maar zeg, heb ik dat goed gehoord, Wordt de weg bebouwd, dan is het uit met de pret, En wordt A.F.C. wat je noemt aan den dijk gezet. Thomasvaer: Zoo is het en al is bouwen een goed teeken. Wij zullen het maar beschouwen als leeken, En hopen, dat nog menig jaar De A.F.C.-familie hier knus blijft bij elkaar. Piternel: Ja eerst verlieten we „Goed genoeg" in de Meer veel te vroeg. En nu hebben we het op de Wandelweg nog „goed genoeg". Om weer te verhuizen ,het is een strop, De heele boel staat dan weer op z'n kop. De mooie tribunes, het mooie clubhuis. O Jé! Nu is het bij mij geloof ik ook niet pluis. A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders' 2

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1934 | | pagina 2