NESTELROIJ
En als men nu nagaat, dat de „diverse
tegenpartijen steeds op „oorlogssterkte"
verschenen en de „goalhazen" slechts den
laatsten wedstrijd in hun gewone opstelling
uitkwamen, dan is de geweldige sterkte van
Ajax voldoende geïllustreerd.
Na het prachtige spel, waarop Ajax ons
vergastte, blijft wel het meest in de herin
nering de buitengewoon sportieve wijze,
waarop, gestreden is. Zoo vaak hoort men
verkondigen dat, wanneer het niet „om de
puntjes gaat, de bekoring van de voetbal
lerij af is. Maar ons tournooi bewees het
tegendeel. Met weergaloozen ijver is ge
streden, doch nimmer ontaardde de strijd
en voor free-kick is vrijwel niet gefloten.
Geen wonder, dat men weer graag naar
ons veld kwam. Bij „de tent" was het weer
als van ouds; men ontmoette oude vrienden,
knoopte nieuwe kennissenbanden aan
kortom, men wist vrienden te vinden en
vrienden te maken daar op het historische
pad van ons clubhuis naar de overdekte.
Met vreugde hebben we weer geconsta
teerd, dat zij, die als dragers van hooge
verantwoordelijkheid hun stempel kunnen
drukken, op een dergelijk sportfeest, acte de
présence gaven. Dr. I. H. J. Vos, de Wet
houder van Onderwijs, die steeds aanwezig
is daar, waar men eerlijk en zuiver de sport
tracht te dienen, was aanwezig. Dr. Meurer,
Dr. van Schagen, Prof. Snapper, zij waren
öf qualitata qua öf als sportliefhebbers, naar
den Wandelweg getogen.
Dat daarentegen het bestuur van den
K.N.V.B. opnieuw blijk gaf, het AROL-tour-
nooi slechts interessant te vinden vanwege
de honderden guldens, die van den Wan
delweg naar de v. d. Spiegelstraat vloeien
en dus opnieuw „acte d'absence" gaf,
deert ons weinig.
Het Koninklijke woord, op 9 September
1933 in het Stadion gesproken, geldt ook
voor A.F.C. en voor het AROL-tournooi:
„Wij willen onszelf zijn en blijven."
Ons 40ste seizoen.
Zoo staan we dus aan het begin van het
40ste seizoen onzer vereeniging. Het is
toch goed dit even te realiseerenhet
40ste seizoen. Dat wil dus zeggen, dat lang,
lang voor de jongelui, die thans de A.F.C.
kleuren verdedigen, hun eerste schreden op
het hobbelige levenspad zetten, A.F.C. reeds
bestond, de A.F.C.-trui reeds gedragen
werd. Men behoeft toch waarlijk geen een
zijdige „traditionalist" te zijn, om te besef
fen, dat het dan toch een eer, een genoegen
moet zijn, om A.F.C. in het veld te ver
tegenwoordigen.
Een nieuw seizoen; naar we hopen, met
vele overwinningen, doch onvermijdelijk ook
met nederlagen. Dus ook weer vele disputen
op elftalcommissie-vergaderingen en op lei
ders-bijeenkomsten. Doch laat ons vertrou
wen hebben èn in de door de algemeene
vergadering gekozen leden, die uiteindelijk
te beslissen hebben over de samenstelling
van onze elftallen èn in de spelers zelf.
Geen pessimisme.
Het is niet de eerste maal, dat in de ko
lommen van ons clubblad gewaarschuwd
wordt tegen een ongelukkig minderwaardig
heidscomplex, dat de laatste jaren teveel in
onze gelederen is doorgedrongen. Het
eerste, zoowel als het tweede, hebben ver
schillende oefen-wedstrijden gespeeld en het
moet mij van het hart, dat het pessimistische
kopschudden, het tureluursche schouderop
halen van sommige, waarlijk niet de eerste
de beste A.F.C.-ers, mij pijn gedaan heeft.
Wat drommels per saldo beslissen de
cijfers en ziehier het volgende lijstje:
ALLE
MODELLEN
'i v-ra.
AMSTERDAM
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
7