Onze
lagere elftallen.
ONZE K.N.V.B.-JUNIORES.
De eerste wedstrijd onzer K.N.V.B.-junio-
res heeft m.i. ten volle beantwoord aan de
verwachtingen, welke men aan de instel
ling dezer competitie heeft vastgeknoopt.
Reeds jaren geleden wees ik in ons club
blad op de ondoelmatigheid der reserve
competities voor de opleiding van jeugdige
spelers in het algemeen, en met des te meer
belangstelling vergezelde ik daarom het elf
tal en zijn leider, Dr. van Wijle, naar
Zaandam, waar de Z.F.C.-juniores de eerste
tegenpartij zouden vormen. En ik heb er
voorwaar geen spijt van gehad. Niet alleen,
dat het geheele toertje een bijzonder ge-
noegelijk verloop had, ook in den wedstrijd
viel er veel te waardeeren. In de eerste
plaats wel dit, dat alle spelers inderdaad
blijk gaven er een eer in te stellen, om voor
dit bijzondere elftal te mogen uitkomen.
Men deed zijn uiterste best, sommige spe
lers met prettig aandoenden moed; men be
ijverde zich om iederen wanklank onder el
kaar of tegenover de tegenpartij te vermij
den en waar dit streven ook bij Z.F.C-ers
bleek voor te zitten, ontstond die goede
sfeer, welke het voetbalspel aan zijn ware
doel: genoegen, ontspanning en lichamelijke
ontwikkeling doet beantwoorden, doch wel
ke wij in de competities der hoogere elftal
len helaas zoo dikwijls missen. Het lijdt
geen twijfel of spelers, die met elkander
eenige jaren een dergelijke leerschool door-
loopen hebben zullen later dezen goeden
geest ook in onze hoofdcompetities mee
brengen en, naar men mag hopen, ook ver
breiden. Nu mag niet vergeten worden, dat
scheidsrechter Hageman voor ons eerste
elftal geen onbekende blijk gaf de be
doeling der juniores-competitie volkomen
begrepen te hebben. Uitstekend gezien was
het, dat hij zoowel vóór den wedstrijd, als
in de rust, in beide kleedkamers met de
jongens een praatje kwam maken en ze er
op wees, dat goed voetbal leeren in deze
wedstrijden hoofdzakelijk en het resultaat,
hoe prettig natuurlijk het winnen er van op
zichzelf ook wezen mag, min of meer bij
zaak was. Voor zijn geroutineerde leiding
ook niets dan lof. De wijze waarop hij
meerdere vrije schoppen liet overnemen,
omdat de andere partij zich daarbij niet pre
cies aan spelregels hield, was uiterst leer
zaam. Zóó leeren ze het drommels gauw!
Wanneer de K.N.V.B. erin slaagt een groep
geroutineerde arbiters, die de bedoeling de
zer competitie goed aanvoelen, ervoor te
interesseeren, en wanneer de clubs zelf, i.e.
leiders en captains ervoor zorgen den spe
lers deze bedoeling goed in te prenten, dan
kan succes niet uitblijven. Ik geloof, dat
dit bij ons bij Ad. van Wijle in goede han
den is en als de spelers dit bemerken, zul
len zij de moeite die voor hen gedaan wordt
ook ten volle appreciëeren.
Het is allerminst mijn bedoeling spel of
spelers aan een nadere beschouwing te on
derwerpen. Laat ik ermee volstaan te zeg
gen, dat dit elftal, alhoewel nog lang niet in
zijn sterkste formatie uitkomend, mij zeker
niet tegenviel en zonder twijfel en dat
was wat mij heel bijzonder verheugde
verschillende spelers bevatte, die zich on
der goede leiding tot veelbelovende reser
ves voor de toekomst kunnen ontwikkelen.
Na alles wat ik gehoord heb over gebrek
aan goed materiaal, stemt dit tot blijde vol
doening, en is een aansporing om op den
nieuw ingeslagen weg voort te gaan. Het
materiaal blijkt er wel te zijn, maar wij
moeten het leiding geven. Wij moeten er
goede spelers en enthousiaste A.F.C.-ers van
maken, en aan deze leiding -laten we
het eerlijk bekennen heeft het tot nu toe
helaas ontbroken.
6 October 1933. I. H. GALAVAZI.
15
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!