NAAR HILVERSUM.
Op voorstel van den teruggekeerden kapi
tein besliste een vlotte partij Knobbel, dat ik
verslag moest geven in de Schakel van den
wedstrijd tegen Hilversum II.
Daar het stipt eerlijk toeging, heb ik als
goede verliezer geen bezwaren te maken,
bovendien gebeurde het in een nette zaak, na
kerktijd, onder 't genot van onschuldige een
heidsdrank, waar evenwel een verkeerde boon
in heeft gezeten.
Wij waren nogal laat uit Amsterdam ver
trokken, zoodat we ons schielijk naar het ter
rein van onzen arbeid moesten begeven. De
zon was al vroeg opgestaan en had den ge-
heelen morgen gelegenheid gehad, bosch en
beemd, veld en hof in goud te baden, zoodat
het Gooi er frisch, vroolijk uitzag. Het leek
er net een voorjaarsdag in herfstdos.
Eenigszins onder den indruk hiervan liet ik
mijn koffer ergens staan, hetgeen natuurlijk
zeer slordig was. Ik was daardoor gedoemd
terug te gaan en den weg nog eens af te leg
gen, waar ik geen spijt van had vanwege het
schoone schouwspel, dat ik thans nog eens,
nu zonder een scheut voetbaljachtverhalen
kon genieten.
In een stevig gemetseld, evenwel kil huisje
vond ik de A.F.C.-ers in natura terug. Aan
genaam verrast was ik, toen ik bemerkte, dat
er een hoekje al was het dan ook bij een
zekere plaats voor mij was vrij gehouden.
Een attentie, die ik niet licht zal vergeten en
waar ik meer nog met geuren dan wel met
kleuren later over zal kunnen verhalen.
De scheidsrechter was te laat, doch wist
zich zeer snel in zijn werkpakje te hijschen,
zoodat we toch nog op tijd konden beginnen.
Het was geen gezellig veld, waar we moes
ten strijden, 't Lag ergens in een uithoek van
het groote Hilversumsche Sportpark, om
geven door wat rasterwerk zonder meer. Er
kon evenwel gevoetbald worden en goed ook,
dat toonden onze tegenstanders. Vlug en
kwiek samenspelend, goed op hooge bal
len, bedreigden ze onophoudelijk voor de
rust onze veste en hun gemis aan schutters-
capaciteiten mede ons slap verweer
waren de schuld, dat we slechts met 20
achterstand thee konden gaan drinken.
De kapitein wijzigde in de pauze de voor
hoede, hetgeen een aanmerkelijke verbetering
beteekende. De eerste 10 minuten zaten we
dan ook fel voor het doel te mieren, echter
zonder succes.
Het beslissende punt viel in deze periode
aan de andere kant, spoedig gevolgd door
no. 4. Er werd evenwel flink door gevochten,
hetgeen zijn belooning vond in een goede
goal van onzen midvoor uit een throughpass
van den linkshalf.
Door den reeds even voor de rust inge
treden regenval was het minder aangenaam
geworden, om te spelen. Toen dan ook het
eindsignaal klonk, was dat voor velen een
verlossing en hadden we een verdienden
nederlaag te pakken, voornamelijk veroor
zaakt door het futlooze spelen van van het
elftal in de eerste helft.
Zooals gebruikelijk ontkleedden we ons
direct en waschten daar, waar smeer zat, alles
weg om vervolgens het betere spul aan te
doen.
Ik had het voordeel om met de auto van
één onzer rijke spelers mee te mogen (vijftig
centen voor parkeerhuur vond hij toch ook
duur). Daar buiten mij nog drie man mee
gingen, waarvan er één niet rustte, alvorens
hij pepermunt had van de lucht word ik
nog dagelijks misselijk om zijn rijziekte
mede te onderdrukken of weg te werken, kan
men zich indenken, in welk een atmosfeer we
zaten, aangezien de raampjes kurkdicht moes
ten blijven vanwege den voortdurenden
plensregen.
In een sukkelgangetje, zonder ongelukken,
emoties of belevenissen liepen we bij Eigers
binnen, waar de smeersels en drankjes van
Sjaak en Wullum het verstijfde en vergaste
gezelschap dra boven peil bracht.
A. W.
REGENDAG.
30 October 1932 regende het, zooals het
wel meer regende in deze Octobermaand.
en tusschen de buitjes was het droog. Eén
van die droge periodes viel juist tegen 11 uur
en daar het veld de overvloedige wateren be
hoorlijk verwerkt had, werd het aantreden voor
den jaarlijkschen wedstrijd tegen B. Wit II, in
4 wedstrijden ongeslagen, wij met 8 verlies-
punten in 5 wedstrijden. Helaas is het, zooals
U wel al uit Uw Maandagochtend-krantje,
voor zoover U het nog niet wist, gelezen zult
hebben, ons niet gelukt weer eens een keertje
te winnen, hoewel dit wel gekund had, indien
slechts één man meer de noodzaak had be
grepen, dat we de punten hard noodig
hebben.
De menschen van de kant hebben me ver
teld, dat het een aardige wedstrijd was, om te
zien, en dat er niet zoo slecht gespeeld was.
Dat is misschien wel mogelijk, maar met niet
zoo slecht spel alleen, win je geen wedstrijd,
A.F.C.»ers, begunstigt onze adverteerders!
- 10 -