gestuurd, en als hij aldaar gearriveerd was,
hem toegeroepen, dat het een vergissing
was en hij maar weer terug moest komen.
Dan had ik aan Piet gevraagd „wat zeg je
daar nu van?" Dan had Piet zeker gelachen,
en was ik in woede ontstoken. „Wie een
captain uitlacht bowlt niet meer" en had
hem de bal uit de hand gegrist. Dan had
ik b.v. Gerrie Prent aangezet, maar was tot
de conclusie gekomen, dat voor dit bowlen
het geheele veld verkeerd stond. Dan was ik
begonnen met den man over het hoofd naar
fine-leg te sturen en dandan had een
schoon geluid geklonken: „Tijd", en dan had
A.C.C. III gewonnen! Hoera!
Maar dat heb ik niet gedaan. De cricket
woede had mij totaal te pakken. Ook ik wil
de bloed zien, wilde de laatste fatale slag
in de laatste fatale minuut zien vliegen, zien
snorren over het veld.
Sanders bowlde al. A.C.C. III pleegde
zelfmoord. „Boem" kogelde de bal en stoof
naar de boundary. „Tijd" gilde de score
heesch. Een onbeschrijflijk spectakel brak
los. V.R.A. stond op z'n kop. De A.C.C.-ers
keken elkaar met verhitte, verwrongen ge
zicht enaan. Verloren? Ja, jongens, verloren,
dank zij jullie invaller-captain.
Maar een ding zal ik jullie vertellen. Al
spelen jullie alemaal tot je tachtig bent, zoo
iets maak je nooit meer mee. „Das gibt s nur
einmal, dat kommt nie wieder".
DE INVALLER-CAPTAIN.
HET VIJFDE GEPROMOVEERD.
Hoewel midden in den zomer en snikheet,
heb ik me aan mijn bureau gezet om te schrij
ven over competitie-voetbal, en dit terwijl
je leeft in een sfeer van cricket, tennis,
zwemmen en andere zomersporten.
Na ons kampioenschap hebben zich dan
ook rare dingen afgespeeld. Nadat ons door
den Bond was medegedeeld, dat wij zoo zou
den promoveeren, begonnen we rustig te be
keren, let wel rustig, want eens in de vijf
weken speelden we een wedstrijd, ook al
door uitstellen en gewonnen geven door de
tegenpartij. Daar komt echter plotseling be
richt, dat er nog promotie-wedstrijden ge
speeld kunnen worden. Na lang zoeken in de
paperassen van eenige maanden geleden,
kwamen eindelijk de kampioenen te voor
schijn en daar begon het lieve leven, op snik-
heete dagen, zelfs om 2 uur. Daar hebben
we dan een heel seizoen hard voor gewerkt,
om kampioen te worden en als het dan op
promotie aankomt, zou dit door laksheid van
anderen onze neus voorbijgaan.
We hebben in deze promotiewedstrijden
veel tegenspoed gehad, daar er meerdere
geblesseerde spelers waren, nog afgezien
van de spelers, die zonder bericht wegble
ven, en dat in promotiewedstrijden; maar
daarover wil ik het hier niet hebben, die
heeren hebben er meer van gehoord. Op de
ziekenlijst stonden v. Erp, Reyinga, Strad-
meyer, terwijl ik zelf tot mijn groote spijt
geen enkele wedstrijd heb kunnen meespe
len. We hebben echter zeer goede en pret
tige reserves gehad in Harold Nielsen, P.
G. Verhaef, Harry Scheepstra, Gerard Bur
ger en Wynbelt; jongens, van deze plaats
nog mijn hartelijken dank! Ook de heeren
der Sub-Commissie en Dick Bessem wil ik
nog hartelijk danken, verder Jo Nestelroy,
die ook als fotograaf ons elftal vele dien
sten bewezen heeft.
Onze eerste wedstrijd was tegen D.W.S.
IV op het Spartaan-terrein; we stonden met
9 man en verloren met 31; ondanks dezen
uitslag verdienen de spelers een pluim voor
hun hard en onversaagd werken.
Ook de tweede partij werd op dit terrein
gespeeld, nu echter tegen Heemskerck II;
we wonnen nu met 41. Vermeld verdie
nen te worden: Senff, die na de rust een zeer
verdienstelijke spilpartij vertolkte; in de
voorhoede Reyinga en Scheepstra, die twee
prachtgoals fokten en last but not least onze
adspirant-keeper Burger, die phenomenaal
gekeept heeft.
Tenslotte speelden we nog tegen S.L.T.O.
III op het Madjoe-terrein en verloren met
31. We waren weer zeer onvolledig en
hoewel er hard gewerkt is, wilde het niet
vlotten. Dit was een zeer ongelukkige wed
strijd. Veel blessures, hinkende spelers,
schreeuwende backs (waarschijnlijk van de
warmte), rechtsbuitens met gekreukelde dij
spieren, middenvoors met te wijde shirts,
dikke rechts-halfs bezwijkend van de hitte,
keepers wier aandacht afgeleid werd door
zekere personen buiten de krijtlijnen en daar
bij nog een terrein met zeer kleine afmetin
gen, dan laat zich de uitslag wel verklaren.
Met dit al, we spelen het volgende sei
zoen in de Reserve 1ste klasse. Natuurlijk
wordt dit voor ons geen gemakkelijk sei
zoen, maar we hebben nog den geheelen
zomer om ons voor te bereiden. Komt dus
allen geregeld op de Woensdagavonden
trainen, en bewijs daarmee, niet alleen dat
je een waardig A.F.C.-er wilt zijn, maar ook
dat je het een eer vindt om weer te trachten
met het vijfde elftal het kampioenschap van
de nieuwe afdeeling te behalen.
SALRODES.
23 -
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!