Groep spelers onder den trainer. Alle keepers moeten spikes dragen en loopen, wandelen, sprinten en gaan over de horden gelijk met de andere spelers. Indien er 2 of meer keepers bij de training zijn moeten zij elkander bezig houden met de volgende oefeningen, daar er verscheidene weken geen doeltrappen zal zijn. 1 De eerste 5 minuten gooien zij den bal hard op hoofds-hoogte. 2°. De volgende 5 minuten ongeveer 1 meter hoogte. 3 Hierna op denzelfden afstand moet de bal hard over den grond worden gegooid voor het oppikken van den bal, eveneens gedurende 5 minuten. 4°. Nu gaan zij 40 a 50 meter van elkaar staan en gooien den bal zoo ver mogelijk naar elkaar, de bal moet niet lager gegooid worden dan 4 meter. 5°. Nog verder van elkaar staan voor trapoefeningen en nu trachten den bal in eikaars nanden te trappen, hiermede kan men leeren den bal daar te trappen, waar men wenscht dat deze zal gaan en het stelt in staat gedurende een wedstrijd den bal te trappen naar een vrij staanden speler, met een behoorlijken graad van zekerheid. 6 Gaat weder dichter naar elkaar toe, zeg op pl.m. 20 Meter afstand in een driehoek, .voor stompoefeningen. Speler A gooit den bal door de lucht naar B, B stompt dezen hoog naar C, welke den bal vangt en gooit naar A, welke stompt naar B, B vangt en gooit naar C, welke stompt naar A en zoo verder. Het is raadzaam bij deze oefeningen een paar wollen handschoenen te dragen. Iedere keeper moet vóór het einde van de training 5 a 10 minuten oefeningen met den punch-ball houden. DE TRAININGS-COMMISSIE. Oefeningen voor keepers. De spelers onder leiding van den trainer houden oefeningen tusschen de in 2 rijen opge stelde palen, balcontröle-oefeningen tusschen de op het veld uitgezette lijnen, terwijl eveneens voor deze groep een kopapparaat ter beschikking is. De tusschen de palen uit te voeren oefeningen zijn als volgt: Den bal tusschen de palen onder controle houden, alleen gebruik maken van den rechtervoet, terugkeerende eveneens rechts. 2°. Zelfde oefening, doch nu met linkervoet. Vlug tusschen de palen doorgaan, nu met gebruik van beide voeten en terug. d Zeer vlug tusschen de palen doorloopen, echter zonder bal, zorg dragende qeen palen aan te raken; zelfde wijze terugkeeren. i 5 P1,a?tS ^en bal aan één zijde van een Paal en looP zelf vlu9 langs de andere zijde, herhaal dit bij iederen paal; terug op dezelfde wijze. 6°. Iedere 2 spelers nemen een bal tusschen zich in voor kort passeeren tusschen de palen, bij het terugkeeren moeten de spelers niet van plaats wisselen, zij moeten heengaande en teruq- komende een anderen voet gebruiken. 7°. Kop-oefeningen met behulp van het kop-apparaat. 8°. Balcontróle-oefeningen tusschen de op het veld getrokken lijnen. Iedere speler wordt voorzien van een bal, hij moet tusschen z'n beide lijnen loopen met den bal onder controle, den bal niet verder dan een meter voor zich; op dezelfde manier terugkomen." 9°. Weder met den bal onder controle tusschen de lijnen loopen, wanneer de trainer fluit moet iedere speler onmiddellijk met den bal omdraaien. Bij deze oefening is het belanq- njk dat elke spier naar denzelfden kant draait, dus eerst draait ieder naar links met den bal en doet dit steeds wanneer het fluitsignaal gaat. 10°. Zelfde oefening, alleen wanneer gefloten wordt draait iedere speler naar rechts, ieder draagt steeds zorg dat de bal tusschen zijn eigen lijnen blijft, naar rechts draaien bij ieder fluitsignaal. A.F.C.-erst begunstigt onze adverteerders! - 6

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1932 | | pagina 6