WIJ NAN D Co.
CAFÉ „MODERNE"
Effecten Assurantiën
ROK1N 91, Amsterdam
Telefoon 32144-47687-49209
de situatie beter, door na een achterstand
op de eerste innings, het consigne slaan, aan
zijn spelers voor de tweede innings mede te
geven en op tijd te sluiten. Liefst 35 spelers
verleenden hunne medewerking voor het 3e;
maakte Staats de hoogste score, n.l. 74, on-
dergeteekende maakte het grootste aantal
runs, n.l. 110. Tegen „Albion II" zetten de
gebroeders Immig voor het laatste wicket
een stand op van een kleine 40 runs en voor
al de innings van H. Immig doet wat be
loven voor de toekomst. In doorsnee was het
fielden goed, vooral het vangen viel mee, al
was het veldwerk, vooral dat der dik-
buikigen, niet al te vlot. Ook in deze afdee-
ling was Weverink de man, die het grootst
aantal wickets nam, n.l. 22. De clou van het
seizoen was natuurlijk de match tegen het
vierde, die met eenige moeite gewonnen
werd, een match, die door onzen praeses
zeer uitvoerig in den „Schakel" beschreven
is geworden.
Alhoewel ik me straks den toorn van velen
op mijn hals zal halen, wil ik de oudere
reserves toch vriendelijk verzoeken om een
ietsje meerdere ernst, daar het in de bedoe-
ing van het Bestuur ligt, om het 3de met
tertijd in de 3de klasse N.C.B. te laten uit
komen.
Ik wil niet nalaten hier te vermelden,
dat mevrouw Sabelson op voortreffelijke
wijze het scoring book bij hield en velen
kunnen bij haar nog in de leer gaan wat
goed scoren betreft.
Als men nu nog probeert eens de wed
strijden op tijd te beginnen (de zwaarge
wichtspelers moeten dan maar iets vroeger
van huis gaan), komt aan het gemopper
der vroegkomers ook een eind, al is het hier
juist de omgekeerde wereld.
De heer Ten Camp, competitieleider van
den A.C.B., was ook dit seizoen weder
uiterst welwillend zich naar onze talrijke
wenschen te schikken en voor het 3de A.C.C.
LEIDSCHEPLEIN 19-21, AMSTERDAM
HET GROOTE TREFPUNT
HEILIGEWEG 26-28
CONCERTEN - KOUDE SCHOTELS
was 1931 een volkomen uiterst genoeglijk
seizoen.
Zoo langzamerhand is het kleine clubje
groot en grooter geworden en kan ik met
genoegen gewag maken van het optreden
onzer nieuwe specialiteiten, n.l. ons vierde
elftal in den A.C.B.
Voor een eerste jaar deden de jongeren,
bijgestaan door de ouderen, het niet slecht.
De zesde plaats werd in de eindcompetitie
bereikt en van de 10 gespeelde matches
werden er 7 verloren en 3 gewonnen. Maar
met innings werd niet verloren en dit stemt
tot groote tevredenheid. Wel werd er vaak
„geknepen", maar gekregen hebben ze het
vierde nooit en zelfs de meer dan arglistige
aanvoerderscapaciteiten van den captain van
het derde waren niet in staat het vierde af
te slachten. Slechts driemaal werden meer
dan 100 runs in een innings tegen gescoord,
doch tot op vandaag heb ik niet kunnen
ontdekken of dat gekomen is door den
puiken aanval van Weverink, Buys en
Furstner of door het aalgladde veldwerk
van een Dick Bessem, Smale, Wijnand,
Walther en Max de Bruin. Uit bescheiden
heid wil ik mijzelf maar niet bij dit selecte
5-tal fielders noemen. Eén keer kwam A.C.C.
boven de 100 runs en wel 104 voor 6 tegen
V.R.A. op 13 September 1931, toen V.R.A.
3 voor 70 was uitgegooid. Voorts werd
Olympia II met 15 runs op de eerste innings
geslagen en nog eenmaal in de return met
27 runs. De overige 7 matches werden nor
maal verloren en met een beetje meer geluk
was van Albion II gewonnen hadden de
staartwickets iets meer gekwispeld. Tegen
over de 92 van Albion stelde A.C.C. IV een
totaal van 86, een verschil derhalve van 6
runs. Eén kleine „pit" van 6 en de Zaan-
kanters waren er geweest. Willy Brusse
komt de eer toe de hoogste score voor het
vierde gemaakt te hebben en wel 56 not out
tegen A.C.C. III. Eenige malen werden de
C. J. DE BOER
lij
A.F.C-ers, begunstigt onze adverteerders!