J. LÖHLE SÖHNE
Verloofd:
HAROLD OLIVER
en
TINY BAL.
Amsterdam,
Aerdenhout,
April 1932.
Hartelijk gelukgewenscht.
BESTUUR A. F. C. EN
BESTUUR A. C. C.
JAARVERSLAG VAN DE
AMSTERDAMSCHE CRICKET CLUB,
SEIZOEN 1931.
Het elfde jaar van het bestaan van onze
vereeniging is wederom voorbij en reeds even
zoo veel malen bracht een secretaris verslag
uit van datgene, wat geschied is in den tijd,
dat aan zijn mede-bestuursleden en hem de
zorg voor de club was opgedragen.
Goed is het, dat wij tenminste zoo eenmaal
in het jaar toeven bij dat wat wij achter ons
gelaten hebben, een oogenblik beschouwen,
dat wat in het afgeloopen jaar bereikt of
niet bereikt is. Als we dan de balans op
maken, dan werpt allereerst déze vraag zich
voor ons op, wanneer wij ons onbevooroor
deeld hier tegenover stellen:
Heeft het jaar 1931 aan de verwachtingen
beantwoord? En volmondig kan dit met een
„ja" bevestigd worden.
Echter moest in den loop van het jaar ver
scheidene malen geconstateerd worden, hoe
lauw sommigen tegenover de A.C.C. staan,
hoe slap de opkomst bij oefeningen bleek en
men in sommige gevallen moest hooren.
„krijg ik mijn zin niet, dan verlaat ik de ver
eeniging". Pleit ook niet voor weinig enthou
siasme het feit, dat men slechts met de groot
ste moeite een aantal leden tot oefenen kon
bewegen? Ziet, deze dingen en zooveel meer,
doen ons vragen, wanneer we in een jaar
verslag onze club objectief bezien: ontbreekt
er niet iets aan onze club, dat men er in mist
en waarom men soms onverschillig is? Zeker
weet ik dat er bezwaren zijn te noemen, en
zeer gegronde, maar schuilt de hoofdfout niet
daarin, dat de leden niet voldoende beseffen,
dat zij ieder afzonderlijk mee verantwoorde
lijk zijn voor den loop van het vereenigings-
leven. de club en cricket in het algemeen, en
dat niet alleen het Bestuur daarvoor zorgt,
terwijl de leden een luchtige critiek geven.
Bedenkt toch dat niet alles van één kant kan
komen, het Bestuur op de hulp der leden
moet kunnen rekenen om voorgestelde plan
nen te verwezenlijken. Wilt u goede club
leden zijn, dan is het de plicht zich in te leven,
niet alleen het recht. Dan is het niet vol
doende om alleen een aantal wedstrijden te
spelen. Gijzelf moet u weten aan te passen,
gijzelf moet uw vreugde in de club leeren
vinden aan ons, bestuurderen, de plicht
u hierbij niet te weerstreven en u te helpen,
waar wij kunnen.
Laten we samen ons inspannen. Kam niet
alles zinloos af, laat in vergaderingen en in
de commissies hooren wat u mishaagt, stel
verbeteringen voor. Want het besef lid van
een vereeniging te zijn, dus een deel uit te
maken van het geheel, dat we naar onze beste
krachten moeten steunen, ontbreekt ons vaak.
Juist in deze tijden hebben wij dit zoo noo-
dig, in den moeilijken tijd, door welken de
A.C.C. gedragen moet worden naar een nog
grootere toekomst, waai* onder gemakke
lijker omstandigheden haar bestaan verzekerd
zal zijn.
Verheugend is het te bespeuren, hoe juist
in den allerlaatsten tijd de neiging om zich
hechter aaneen te sluiten krachtiger tot uiting
KLEEDERMAKERS
TEI34-845 KEIZERSGRACHT 480
- ii -
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!