WAT IEDER A. F. C.-ER BEHOORT
TE WETEN.
A.F.C.—D.E.C. 5—2.
ZeeburgiaZanavoert 46.
A.F.C.Zandvoort 10.
3 gesp. 3 gew. 6 punten. 12-6.
Wij zijn binnen! Dank zij deze verdienste
lijke eindspurt, zijn wij den dans ontsprongen
en hebben voor een jaartje 2de klasse bijge-
teekend. Het heeft er anders om gespannen,
want met uitzondering van Zandvoort had
den alle rpedegegadigden voor de fatale
plaats in den laatsten tijd geregeld punten
bemachtigd. Dad ons eerste elftal desniette
min zijn achterstand ingeloopen en zelfs nog
andere concurrenten gepasseerd is, moet
daarom des te hooger aangeslagen worden.
Eerste elftallers, hartelijk gelukgewenscht!
In de laatste wedstrijden hebben jullie je
kranig gehouden en niet alleen aan de ver
wachtingen beantwoord, maar ze zelfs over
troffen. Wat zullen jullie met voldoening op
deze westrijden terugzien, met voldoening,
welke des te grooter zal wezen, nu je gezien
hebt, hoe men zoowel in onze club als daar
buiten met jullie medeleefde.
Het speet me zoo geweldig, dat ik niet in
staat was, jullie na afloop van dien naar
ik hoorde zoo spannenden wedstrijd tegen
Zandvoort zelf te complimenteeren en te be
danken voor de goede prestaties. Laat mij het
daarom op deze plaats doen en aanvaardt
allemaal den dank, niet alleen van mij, maar
ook van het Bestuur, van geheel jullie club
en van ieder, die het goed met A.F.C. meent.
Ik zal mij ervan onthouden, speciale presta
ties en dergelijke naar voren te brengen. Het
heele elftal heeft ervoor gezwoegd en ieder
speler kan zelf wel beoordeelen in hoeverre
hij over zich zelf tevreden kan wezen, dan
wel of hij, achteraf beschouwd, misschien
toch iets meer had kunnen doen, door training
etc. De wetenschap, dat je er alles voor over
hebt gehad, is tenslotte de grootste vol
doening.
Een bijzonder feit mag echter niet onver
meld blijven, n.l. dat Burger 4 wedstrijden
heeft meegespeeld, t.w. tegen Velox, D.E.C.,
Zeeburgia en Zandvoort, en dat dit alle over
winningen werden. Het is dus te hopen, dat
Burger in de toekomst hetzelfde geluk blijft
aanbrengen.
Maar de vreugde over het gelukkige einde
mag ons toch niet doen vergeten, dat het weer
een zéér gevaarlijk en eigenaardig seizoen
geweest is. Gevaarlijker misschien, dan ooit
te voren, en eigenaardig, omdat de verrich
tingen van ons 1ste elftal zoo uiteenloopend
waren. Wij wonnen van Zeeburgia, Velox,
Hercules, D.E.C. (Nos. 2, 3, 4 en 5 op de
ranglijst) en Zandvoort en speelden gelijk
tegen E.D.O. (kampioen), T.O.G., B.F.C.
en Zandvoort. Alleen van Baarn werd uit en
thuis verloren, ofschoon Baarn m.i. tot de
slechtst spelende elftallen in deze afdeeling
behoort. De beste resultaten werden hoofd
zakelijk geboekt tegen die elftallen, welke be
hoorlijk voetbalden, en in die wedstrijden
speelden wij ook beter! De pogingen om ons
aan het forsche, opportuniteits-voetbal van
enkele onzer tegenstanders aan te passen,
faalden als regel volkomen. Als het op roe
keloosheid en forschheid aankomt, leggen wij
het beslist af, en daarom is mijn conclusie,
dat als wij in de toekomst iets willen prestee-
ren, wij dit alleen kunnen verwachten van
elf spelers met liefde voor het spel en voor
hun club, die over zoo perfect mogelijke bal-
contröle moeten beschikken, zijnde dit de
basis van het voetbalspel, en die dan door
geregelde, gemeenschappelijke oefeningen en
onderlinge besprekingen tot één hecht en
sluitend geheel worden. Dat moet ons doel
wezen! Ongetwijfeld zal zulk een elftal ook
wel eens door bruut geweld overspeeld wor
den, doch geloof mij! alléén daarvan kunnen
we betere resultaten verwachten!
Men zal mij allicht verwijten, dat ik in de
thans algemeen heerschende vreugdestem
ming, al weer aan het komend seizoen denk.
De ervaring der drie laatste jaren heeft mij
echter de absolute overtuiging bijgebracht,
dat als de A.F.C. als voetbalclub verder in
de toekomst een rol wil blijven spelen of
„überhaupt" nog op dat gebied illusies wil
hebben, zij óf de bakens heelemaal moet ver
zetten (om deze gemeenplaats voor een be
paald begrip maar te gebruiken),, óf meer
aandacht moet besteden aan het spel zelf.
A.F.C. werd door voetballers opgericht om
te voetballen, en zoo goed mogelijk te
voetballen! Welaan, als de tegenwoordige
A.F.C. er prijs op stelt niet alleen een
prettige vereeniging, maar vóór alles een
sterke voetbalvereeniging te zijn, dan moet
dezelfde oorzaak, welke de vereeniging deed
ontstaan, ook het beginsel blijven van haar
streven en handelen als zoodanig. Alleen
hierin ligt de genezing!
Ik neem aan, dat ieder goed A.F.C.-er,
wanneer hij deze beweringen eens behoorlijk
overweegt, het volkomen met mij eens zal
wezen. In een volgende Schakel hoop ik uit
een te zetten, wat er dan zooal gedaan moet
worden, doch ik wilde niet nalaten thans
A.F.C.-ers, begunstigt onze adverteerders!
- 3 -